‘Kruimel 9’ slechts te gebruiken bij wijziging gebruik bestaand pand

 13 juli 2022 | Blog

Na een aanvraag om omgevingsvergunning om het gebruik van bestaande bedrijfsruimte te wijzigen naar een supermarktbestemming brandt de bedrijfsruimte af. Verzoeker heeft vervolgens – door het ontbreken van bestaande bebouwing – geen procesbelang meer en wordt niet-ontvankelijk verklaard. ‘Kruimel 9’ biedt immers geen wijzigingsmogelijkheid zonder dat bouwwerken aanwezig zijn.

Centraal in deze uitspraak staat het weigeringsbesluit van een college om een omgevingsvergunning te verlenen om in afwijking van het bestemmingsplan het aanwezige bedrijfspand te mogen gebruiken als supermarkt. Na het besluit op bezwaar is de bestaande bedrijfsbebouwing op 29 februari 2020 echter volledig afgebrand.

De rechtbank heeft vervolgens het beroep van aanvrager niet-ontvankelijk verklaard. De reden daarvoor is dat het op het perceel aanwezige bouwwerk is afgebrand. Omdat er feitelijk geen bouwwerk meer staat en er voor de door aanvrager gewenste herbouw van het pand (nog) geen omgevingsvergunning voor bouwen is verleend, is volgens de rechtbank ieder belang van aanvrager bij de procedure komen te vervallen. Appellant heeft hiertegen bij de Afdeling hoger beroep ingesteld.

De Afdeling stelt vervolgens vast dat aanvrager beoogde een zogenaamde ‘kruimelvergunning’ beoogde te verkrijgen om het gebruik van het bestaande pand te wijzigen. Onderdeel 9 van artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht maakt het immers mogelijk om bouwwerken te gebruiken anders dan het bestemmingsplan toestaat. De Afdeling overweegt echter dat dit artikel het niet mogelijk maakt om gebruik van onbebouwde gronden te wijzigen. Uit onderdeel 9 volgt namelijk dat afwijkend gebruik alleen vergund mag worden als dat niet gepaard gaat met bouwactiviteiten die ertoe leiden dat de bebouwde oppervlakte en het bouwvolume worden vergroot. In geval van nieuwbouw gaat het afwijkende gebruik per definitie gepaard met bouwactiviteiten.

Als gevolg van het afbranden van het pand heeft de aanvrager zodoende geen procesbelang meer bij het oordeel over de weigeringsbeslissing van het college. Van onderdeel 9 van de kruimellijst kan immers in geen geval meer gebruik gemaakt worden.

Na een aanvraag om omgevingsvergunning om het gebruik van bestaande bedrijfsruimte te wijzigen naar een supermarktbestemming brandt de bedrijfsruimte af. Verzoeker heeft vervolgens – door het ontbreken van bestaande bebouwing – geen procesbelang meer en wordt niet-ontvankelijk verklaard. ‘Kruimel 9’ biedt immers geen wijzigingsmogelijkheid zonder dat bouwwerken aanwezig zijn.

Centraal in deze uitspraak staat het weigeringsbesluit van een college om een omgevingsvergunning te verlenen om in afwijking van het bestemmingsplan het aanwezige bedrijfspand te mogen gebruiken als supermarkt. Na het besluit op bezwaar is de bestaande bedrijfsbebouwing op 29 februari 2020 echter volledig afgebrand.

De rechtbank heeft vervolgens het beroep van aanvrager niet-ontvankelijk verklaard. De reden daarvoor is dat het op het perceel aanwezige bouwwerk is afgebrand. Omdat er feitelijk geen bouwwerk meer staat en er voor de door aanvrager gewenste herbouw van het pand (nog) geen omgevingsvergunning voor bouwen is verleend, is volgens de rechtbank ieder belang van aanvrager bij de procedure komen te vervallen. Appellant heeft hiertegen bij de Afdeling hoger beroep ingesteld.

De Afdeling stelt vervolgens vast dat aanvrager beoogde een zogenaamde ‘kruimelvergunning’ beoogde te verkrijgen om het gebruik van het bestaande pand te wijzigen. Onderdeel 9 van artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht maakt het immers mogelijk om bouwwerken te gebruiken anders dan het bestemmingsplan toestaat. De Afdeling overweegt echter dat dit artikel het niet mogelijk maakt om gebruik van onbebouwde gronden te wijzigen. Uit onderdeel 9 volgt namelijk dat afwijkend gebruik alleen vergund mag worden als dat niet gepaard gaat met bouwactiviteiten die ertoe leiden dat de bebouwde oppervlakte en het bouwvolume worden vergroot. In geval van nieuwbouw gaat het afwijkende gebruik per definitie gepaard met bouwactiviteiten.

Als gevolg van het afbranden van het pand heeft de aanvrager zodoende geen procesbelang meer bij het oordeel over de weigeringsbeslissing van het college. Van onderdeel 9 van de kruimellijst kan immers in geen geval meer gebruik gemaakt worden.