5 tips voor burgemeesters in de afweging tot een noodbevel

 29 augustus 2019 | Blog

In april 2017 vond er in Veldhoven een driedaagse conferentie plaats van een Eritrese politieke jongerenorganisatie. De conferentie leidde tot veel politieke aandacht, maatschappelijk ophef en tot een oproep tot protesteren. De burgemeester verbood de conferentie op 13 april 2017 door het afkondigen van een noodbevel op grond van de Gemeentewet. Ten onrechte, oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 augustus 2019. Daarbij kende de Afdeling een groot gewicht toe aan het recht van vergadering uit artikel 9 van de Grondwet en artikel 11 van het EVRM.

Uit deze uitspraak blijkt dat de Afdeling de lat voor het uitvaardigen van een noodbevel hoog legt en gebruikmaking van deze bevoegdheid behoorlijk intensief toetst. Des te meer reden voor een burgemeester om veel aandacht aan de voorbereiding van zijn besluitvorming te besteden. In dit blog geven wij de burgermeesters 5 tips die zij kunnen gebruiken in de afweging om een noodbevel op te leggen en bespreken wij de Afdelingsuitspraak.  

De Afdelingsuitspraak
De rechtbank stelde vast dat er op 13 april 2017 sprake was van ernstige wanordelijkheden dan wel de vrees voor het ontstaan daarvan, maar achtte het noodbevel niet voldoende gemotiveerd. De burgemeester van Veldhoven stelde zich in hoger beroep op het standpunt dat de rechtbank bij de toetsing van het noodbevel teveel op zijn stoel is gaan zitten. Zo zou de rechtbank onvoldoende rekening hebben gehouden met de specifieke omstandigheden en tijdsdruk waaronder het noodbevel is afgekondigd.

De Afdeling vindt dat de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat uit het dossier niet blijkt dat de burgemeester zich voldoende door de politie heeft laten informeren over de situatie ter plaatse. Op basis van de informatie die de burgemeester op het moment van het besluit ter beschikking stond, kon hij zich geen goed oordeel vormen. Hij had zich nog beter moeten laten informeren. De tijdsdruk en complexe beveiligingssituatie stonden volgens de Afdeling niet aan het inwinnen van deze inlichtingen in de weg. Het noodbevel was dus onvoldoende gemotiveerd en de rechtbankuitspraak blijft in stand.

De 5 tips
Uit deze uitspraak blijkt dat de Afdeling de lat voor het uitvaardigen van een noodbevel hoog legt. Hiermee wordt de rol van de burgemeester als handhaver van de openbare orde op de proef gesteld. Aan de ene kant vereist de rechtspraak dat er sprake is van een plotseling aandienende concrete en actuele dreiging of daadwerkelijke aantasting van de openbare orde. Maar ook in situaties die zich kenmerken door hectiek, opereren onder tijdsdruk en waarin er snel moet worden geschakeld, dient de burgemeester nog steeds alle belangen af te wegen, met de politie te blijven communiceren en in alle zorgvuldigheid tot zijn besluit te komen. Wij geven de burgemeester de volgende 5 tips mee die hij kan gebruiken in de afweging om een noodbevel op te leggen en om ervoor te zorgen dat het noodbevel wel de toets van de bestuursrechter kan doorstaan:

1.    Informatie, informatie en nog meer informatie

De rechter toetst de rechtmatigheid van het noodbevel aan de hand van de informatie die de burgemeester ter beschikking staat op het moment dat hij het noodbevel uitvaardigt. Er moet op dat moment sprake zijn van een onmiddellijk situatie die de vrees voor ernstige wanordelijkheden rechtvaardigt. Zorg er dus voor dat de burgemeester over voldoende informatie beschikt vóórdat het noodbevel wordt uitgevaardigd.

2.    ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen
De burgemeester moet de politie bevragen en zich aantoonbaar laten informeren over:

  • het aantal politieagenten dat noodzakelijk is om eventuele wanordelijkheden te voorkomen of in goede banen te leiden;
  • het aantal direct beschikbare agenten;
  • de mogelijkheid van extra politie-inzet en;
  • het tijdsbestek waarbinnen die extra agenten ter plaatse kunnen zijn;
  • de burgemeester moet aandringen dat wanneer de nodige politiecapaciteit niet beschikbaar is, deze alsnog beschikbaar komt.

    Aan het advies van de politie komt een zwaarwegend gewicht toe. De burgemeester dient echter nog steeds een eigen, zorgvuldig voorbereide en draagkrachtig gemotiveerde afweging te maken.

3.    Alternatieven
Ga als burgemeester, vóórdat er een noodbevel wordt afgekondigd, altijd zélf na of er alternatieven voor het uitvaardigen van het noodbevel zijn en leg de oordeelsvorming hierover bij voorkeur vast. In dit geval had de burgemeester bijvoorbeeld kunnen denken aan het uitvaardigen van een noodverordening, bestuurlijk ophouden of inzet van de lichte bevelsbevoegdheid. Tot de alternatieven behoren ook de middelen die de burgemeester redelijkerwijs, binnen de vereiste termijn, nog ter beschikking kunnen worden gesteld. Besteed in de afweging van alternatieven aandacht aan de duur van de maatregel en vraag na van wie de wanordelijkheden afkomstig zijn. Richt de te nemen maatregel bij voorkeur op deze ordeverstoorders.

4.    In geval van een grondrechtbeperking
De Afdeling stelt hoge eisen aan de zorgvuldigheid, inzichtelijkheid en motivering van het besluit dat een grondrecht inperkt. Dit vergt dat de burgemeester zich grondig laat informeren over de mogelijkheden om het recht van vergadering te beschermen en hij slechts in uitzonderlijke gevallen, waarin sprake is van bestuurlijke overmacht, mag overgaan tot het verbieden van een vergadering als hier aan de orde.

5.    Wanneer mag de burgemeester een vergadering verbieden of beëindigen?

De burgemeester mag een vergadering niet verbieden om de enkele reden dat deze vergadering bij anderen weerstand of agressie oproept. De vergadering moet leiden tot de vrees voor ernstige wanordelijkheden. Hij mag een vergadering alleen (vooraf) verbieden of (tijdens de vergadering) beëindigen indien hij gelet op de ernst van de te vrezen wanordelijkheden, in redelijkheid kan oordelen dat hij de situatie niet met de hem ter beschikking staande middelen kan beheersen.

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan contact op met Mariëtta Buitenhuis.

In april 2017 vond er in Veldhoven een driedaagse conferentie plaats van een Eritrese politieke jongerenorganisatie. De conferentie leidde tot veel politieke aandacht, maatschappelijk ophef en tot een oproep tot protesteren. De burgemeester verbood de conferentie op 13 april 2017 door het afkondigen van een noodbevel op grond van de Gemeentewet. Ten onrechte, oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 augustus 2019. Daarbij kende de Afdeling een groot gewicht toe aan het recht van vergadering uit artikel 9 van de Grondwet en artikel 11 van het EVRM.

Uit deze uitspraak blijkt dat de Afdeling de lat voor het uitvaardigen van een noodbevel hoog legt en gebruikmaking van deze bevoegdheid behoorlijk intensief toetst. Des te meer reden voor een burgemeester om veel aandacht aan de voorbereiding van zijn besluitvorming te besteden. In dit blog geven wij de burgermeesters 5 tips die zij kunnen gebruiken in de afweging om een noodbevel op te leggen en bespreken wij de Afdelingsuitspraak.  

De Afdelingsuitspraak
De rechtbank stelde vast dat er op 13 april 2017 sprake was van ernstige wanordelijkheden dan wel de vrees voor het ontstaan daarvan, maar achtte het noodbevel niet voldoende gemotiveerd. De burgemeester van Veldhoven stelde zich in hoger beroep op het standpunt dat de rechtbank bij de toetsing van het noodbevel teveel op zijn stoel is gaan zitten. Zo zou de rechtbank onvoldoende rekening hebben gehouden met de specifieke omstandigheden en tijdsdruk waaronder het noodbevel is afgekondigd.

De Afdeling vindt dat de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat uit het dossier niet blijkt dat de burgemeester zich voldoende door de politie heeft laten informeren over de situatie ter plaatse. Op basis van de informatie die de burgemeester op het moment van het besluit ter beschikking stond, kon hij zich geen goed oordeel vormen. Hij had zich nog beter moeten laten informeren. De tijdsdruk en complexe beveiligingssituatie stonden volgens de Afdeling niet aan het inwinnen van deze inlichtingen in de weg. Het noodbevel was dus onvoldoende gemotiveerd en de rechtbankuitspraak blijft in stand.

De 5 tips
Uit deze uitspraak blijkt dat de Afdeling de lat voor het uitvaardigen van een noodbevel hoog legt. Hiermee wordt de rol van de burgemeester als handhaver van de openbare orde op de proef gesteld. Aan de ene kant vereist de rechtspraak dat er sprake is van een plotseling aandienende concrete en actuele dreiging of daadwerkelijke aantasting van de openbare orde. Maar ook in situaties die zich kenmerken door hectiek, opereren onder tijdsdruk en waarin er snel moet worden geschakeld, dient de burgemeester nog steeds alle belangen af te wegen, met de politie te blijven communiceren en in alle zorgvuldigheid tot zijn besluit te komen. Wij geven de burgemeester de volgende 5 tips mee die hij kan gebruiken in de afweging om een noodbevel op te leggen en om ervoor te zorgen dat het noodbevel wel de toets van de bestuursrechter kan doorstaan:

1.    Informatie, informatie en nog meer informatie

De rechter toetst de rechtmatigheid van het noodbevel aan de hand van de informatie die de burgemeester ter beschikking staat op het moment dat hij het noodbevel uitvaardigt. Er moet op dat moment sprake zijn van een onmiddellijk situatie die de vrees voor ernstige wanordelijkheden rechtvaardigt. Zorg er dus voor dat de burgemeester over voldoende informatie beschikt vóórdat het noodbevel wordt uitgevaardigd.

2.    ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen
De burgemeester moet de politie bevragen en zich aantoonbaar laten informeren over:

  • het aantal politieagenten dat noodzakelijk is om eventuele wanordelijkheden te voorkomen of in goede banen te leiden;
  • het aantal direct beschikbare agenten;
  • de mogelijkheid van extra politie-inzet en;
  • het tijdsbestek waarbinnen die extra agenten ter plaatse kunnen zijn;
  • de burgemeester moet aandringen dat wanneer de nodige politiecapaciteit niet beschikbaar is, deze alsnog beschikbaar komt.

    Aan het advies van de politie komt een zwaarwegend gewicht toe. De burgemeester dient echter nog steeds een eigen, zorgvuldig voorbereide en draagkrachtig gemotiveerde afweging te maken.

3.    Alternatieven
Ga als burgemeester, vóórdat er een noodbevel wordt afgekondigd, altijd zélf na of er alternatieven voor het uitvaardigen van het noodbevel zijn en leg de oordeelsvorming hierover bij voorkeur vast. In dit geval had de burgemeester bijvoorbeeld kunnen denken aan het uitvaardigen van een noodverordening, bestuurlijk ophouden of inzet van de lichte bevelsbevoegdheid. Tot de alternatieven behoren ook de middelen die de burgemeester redelijkerwijs, binnen de vereiste termijn, nog ter beschikking kunnen worden gesteld. Besteed in de afweging van alternatieven aandacht aan de duur van de maatregel en vraag na van wie de wanordelijkheden afkomstig zijn. Richt de te nemen maatregel bij voorkeur op deze ordeverstoorders.

4.    In geval van een grondrechtbeperking
De Afdeling stelt hoge eisen aan de zorgvuldigheid, inzichtelijkheid en motivering van het besluit dat een grondrecht inperkt. Dit vergt dat de burgemeester zich grondig laat informeren over de mogelijkheden om het recht van vergadering te beschermen en hij slechts in uitzonderlijke gevallen, waarin sprake is van bestuurlijke overmacht, mag overgaan tot het verbieden van een vergadering als hier aan de orde.

5.    Wanneer mag de burgemeester een vergadering verbieden of beëindigen?

De burgemeester mag een vergadering niet verbieden om de enkele reden dat deze vergadering bij anderen weerstand of agressie oproept. De vergadering moet leiden tot de vrees voor ernstige wanordelijkheden. Hij mag een vergadering alleen (vooraf) verbieden of (tijdens de vergadering) beëindigen indien hij gelet op de ernst van de te vrezen wanordelijkheden, in redelijkheid kan oordelen dat hij de situatie niet met de hem ter beschikking staande middelen kan beheersen.

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan contact op met Mariëtta Buitenhuis.