Aan de slag met cable-pooling: toezichthouder ACM geeft goedkeuring

 19 september 2024 | Blog

Bij cable-pooling maken meerdere afnemers gebruik van één netaansluiting. Dat heeft zijn voordelen. Door gezamenlijk gebruik te maken van één netaansluiting kan de beschikbare netcapaciteit efficiënter verdeeld worden over verschillende aangesloten partijen. Bijkomend voordeel is ook dat zowel de afnemer als de netbeheerder met minder aansluitkosten en aansluitwerkzaamheden worden geconfronteerd. En dat laatste is zeker in het voordeel van de netbeheerder die in de realiteit van netcongestie het hoofd moet bieden aan vele verzoeken om transportcapaciteit die zij niet tegelijkertijd kan inwilligen.

Ondanks deze duidelijke kansen is het vanwege de systematiek van de Elektriciteitswet 1998 (‘E-wet’) moeilijk om meerdere (verschillende) installaties te verbinden achter één aansluiting. Dat komt omdat er veelal sprake zal zijn van meerdere WOZ-objecten die met elkaar worden verbonden en waartussen elektriciteit wordt getransporteerd. Hierdoor ontstaat er al snel een ‘net’ in de zin van de E-wet en zal er in beginsel een publieke netbeheerder aangewezen moeten worden die dit net gaat beheren. De wetgever – uiteraard bewust van deze juridische gevolgen – heeft cable-pooling tot dusver voorbehouden voor twee afnemers die elektriciteit opwekken: windparken en zonneweides op land, of een combinatie daarvan. Voor deze installaties geldt dat zij gezamenlijk worden beschouwd als één productie-installatie en één WOZ-object, waardoor voorgaande net-problematiek niet opgaat (E-wet, artikel 1, lid 2).

Het is niet zomaar dat de wetgever specifiek voor deze twee afnemers een uitzondering maakt. Windparken en zonneweides zijn namelijk op gebied van opwekpatronen complementair aan elkaar: op momenten dat de zon schijnt, kan men minder wind verwachten en vice versa. Toch is cable-pooling ook bij windparken en zonneweides (of een combinatie daarvan) niet zonder meer toegestaan. De E-wet vereist momenteel dat:

  1. de installaties zich in elkaars onmiddellijke nabijheid begeven,
  2. bij de netbeheerder een aanvraag is ingediend om ten behoeve van deze installaties te worden aangesloten op één netaansluiting
  3. de (gezamenlijke) gevraagde aansluitcapaciteit van de afnemers minimaal 2 MVA bedraagt (E-wet, artikel 1, lid 7).

De markt roept om meer mogelijkheden tot cable-pooling, maar de wetgever voorzag problemen
In de huidige realiteit waar netcongestie aan de orde van de dag is, bestaat vanuit de praktijk een toenemende behoefte om aan cable-pooling te doen om zodoende transportcapaciteit op één aansluiting optimaler te kunnen benutten. De politieke weg daar naartoe is echter grillig gebleken. In het eerste voorstel van de Energiewet, die op den duur de E-wet moet gaan vervangen, is de wetgever terughoudend: voorgesteld wordt om de huidige mogelijkheden tot cable-pooling beleidsneutraal over te nemen. Reden hiervoor is dat de wetgever het breder toepassen van cable-pooling niet mogelijk acht omdat de gevolgen daarvan verder zouden strekken dan de Energiewet en het een dan nog niet voldoende onderzochte impact heeft op de uitvoering van regels rond subsidiering van hernieuwbare elektriciteit en fiscaliteit.

Over de boeg van een andere wet, de Wet afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers, is met een amendement geprobeerd om de mogelijkheden alsnog te verruimen. Dit amendement had als doel om cable-pooling te verruimen voor installaties voor het opslaan of converteren van elektriciteit (zoals batterijen). Vanuit de praktijk en wetenschap wordt al langer gewezen op de kansen die batterijen kunnen bieden in het gelijkstellen van de vraag en aanbod van elektriciteit (energiebalancering) en netcongestiemanagement (Zie bijvoorbeeld het onderzoek van CE Delft in opdracht van het Ministerie van EZK en RVO, Beleid voor grootschalige batterijen en opweknetcongestie, 10 oktober 2023).Dit amendement maakte de weg in deze richting vrij. Op 13 februari 2024 werd het gehele wetsvoorstel, waaronder dus genoemd amendement, verworpen door de Eerste Kamer. Het aansluiten van meerdere installaties achter één netaansluiting bleef zoals het was.

De nota van wijziging van de Energiewet die tóch de mogelijkheden zou verruimen
Het duurde niet lang voordat de minister van Klimaat en Energie met een antwoord kwam. Op 15 februari 2024 presenteert de minister een nota van wijziging van de Energiewet die de mogelijkheden tot het delen van één netaansluiting aanzienlijk verruimt. Deze nota vervult de wens van velen om het gezamenlijk gebruik van één aansluiting voor alle typen installaties toe te staan, waaronder ook opslag- en verbruiksinstallaties. Daarmee wordt dus ook het gezamenlijk gebruik van één aansluiting door installaties voor de productie van elektriciteit uit zonne-energie of windenergie en elektriciteitsopslag via batterijen mogelijk. Wel acht de minister het van belang dat de gezamenlijke aangeslotenen zich als “één aangeslotene gedragen”. Wat dit precies inhoudt licht de minister niet toe, maar hierover wordt in de toelichting opgemerkt dat de aangeslotenen transparant moeten zijn tegenover elkaar ten aanzien van het gebruik van de gedeelde aansluiting en dat het voor de hand ligt dat zij gezamenlijk contracteren met kopers of verkopers van elektriciteit (Kamerstukken II, 2023-2024, 36 378, nr. 11, p.19).

Nog steeds zullen de installaties zich in elkaars onmiddellijke nabijheid moeten begeven en moeten de eigenaren van de installaties in gezamenlijkheid de netbeheerder verzoeken om een nieuwe of bestaande aansluiting gezamenlijk in gebruik te nemen. Dit betekent dat zij gezamenlijk een aansluit- en transportovereenkomst aangaan met de netbeheerder. Anders dan nu in de E-wet, wordt de verplichte minimale aansluitcapaciteit niet in de wet vastgelegd, maar kan de minister voor Klimaat en Energie dat nader bepalen in een algemene maatregel van bestuur. Dat laatste geldt ook voor de maximale hoeveelheid aansluitingen dat gebruik kan maken van één gedeelde aansluiting. Ten slotte is een verplichting opgenomen om het delen van een aansluiting te melden bij ACM, zodra deze gezamenlijk in gebruik wordt genomen. Zo kan de ACM zicht houden op de ontwikkeling van het gebruik van het gedeelde aansluitingen.

Nog vóór de inwerkingtreding van de Energiewet geeft de ACM al toestemming tot cable-pooling    
De ACM heeft aangegeven dat marktpartijen en netbeheerders onder de hiervoor genoemde voorwaarden – vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Energiewet - alvast aan de slag kunnen gaan met de verruimde mogelijkheden tot cable-pooling. De ACM zal, zo begrijpen wij dit, niet in deze gevallen niet handhavend optreden. Het is wel belangrijk dat marktpartijen het eerst melden bij de ACM als zij meerdere installaties aansluiten achter één netaansluiting. Ook dienen zij de genoemde voorwaarden in acht te nemen.

Met de nieuwe mogelijkheid tot cable-pooling kunnen dus meerdere installaties die zich in elkaars onmiddellijke nabijheid begeven aangesloten worden op een en dezelfde netaansluiting. Dit kan een oplossing bieden voor marktpartijen die geconfronteerd worden met lange wachttijden voor aansluitingen en transportcapaciteit. Daarnaast zien wij ook steeds meer marktpartijen, bijvoorbeeld exploitanten van laadinfrastructuur, die bij het aanleggen van de netaansluiting worden geconfronteerd met de hiervoor kort aangestipte ‘net-problematiek’ en de daaruit voortvloeiende verplichting om een publieke netbeheerder aan te wijzen. Ook voor hen kan cable-pooling een welkome aanvulling zien op de bestaande mogelijkheden.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met een van onze specialisten.

Bij cable-pooling maken meerdere afnemers gebruik van één netaansluiting. Dat heeft zijn voordelen. Door gezamenlijk gebruik te maken van één netaansluiting kan de beschikbare netcapaciteit efficiënter verdeeld worden over verschillende aangesloten partijen. Bijkomend voordeel is ook dat zowel de afnemer als de netbeheerder met minder aansluitkosten en aansluitwerkzaamheden worden geconfronteerd. En dat laatste is zeker in het voordeel van de netbeheerder die in de realiteit van netcongestie het hoofd moet bieden aan vele verzoeken om transportcapaciteit die zij niet tegelijkertijd kan inwilligen.

Ondanks deze duidelijke kansen is het vanwege de systematiek van de Elektriciteitswet 1998 (‘E-wet’) moeilijk om meerdere (verschillende) installaties te verbinden achter één aansluiting. Dat komt omdat er veelal sprake zal zijn van meerdere WOZ-objecten die met elkaar worden verbonden en waartussen elektriciteit wordt getransporteerd. Hierdoor ontstaat er al snel een ‘net’ in de zin van de E-wet en zal er in beginsel een publieke netbeheerder aangewezen moeten worden die dit net gaat beheren. De wetgever – uiteraard bewust van deze juridische gevolgen – heeft cable-pooling tot dusver voorbehouden voor twee afnemers die elektriciteit opwekken: windparken en zonneweides op land, of een combinatie daarvan. Voor deze installaties geldt dat zij gezamenlijk worden beschouwd als één productie-installatie en één WOZ-object, waardoor voorgaande net-problematiek niet opgaat (E-wet, artikel 1, lid 2).

Het is niet zomaar dat de wetgever specifiek voor deze twee afnemers een uitzondering maakt. Windparken en zonneweides zijn namelijk op gebied van opwekpatronen complementair aan elkaar: op momenten dat de zon schijnt, kan men minder wind verwachten en vice versa. Toch is cable-pooling ook bij windparken en zonneweides (of een combinatie daarvan) niet zonder meer toegestaan. De E-wet vereist momenteel dat:

  1. de installaties zich in elkaars onmiddellijke nabijheid begeven,
  2. bij de netbeheerder een aanvraag is ingediend om ten behoeve van deze installaties te worden aangesloten op één netaansluiting
  3. de (gezamenlijke) gevraagde aansluitcapaciteit van de afnemers minimaal 2 MVA bedraagt (E-wet, artikel 1, lid 7).

De markt roept om meer mogelijkheden tot cable-pooling, maar de wetgever voorzag problemen
In de huidige realiteit waar netcongestie aan de orde van de dag is, bestaat vanuit de praktijk een toenemende behoefte om aan cable-pooling te doen om zodoende transportcapaciteit op één aansluiting optimaler te kunnen benutten. De politieke weg daar naartoe is echter grillig gebleken. In het eerste voorstel van de Energiewet, die op den duur de E-wet moet gaan vervangen, is de wetgever terughoudend: voorgesteld wordt om de huidige mogelijkheden tot cable-pooling beleidsneutraal over te nemen. Reden hiervoor is dat de wetgever het breder toepassen van cable-pooling niet mogelijk acht omdat de gevolgen daarvan verder zouden strekken dan de Energiewet en het een dan nog niet voldoende onderzochte impact heeft op de uitvoering van regels rond subsidiering van hernieuwbare elektriciteit en fiscaliteit.

Over de boeg van een andere wet, de Wet afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers, is met een amendement geprobeerd om de mogelijkheden alsnog te verruimen. Dit amendement had als doel om cable-pooling te verruimen voor installaties voor het opslaan of converteren van elektriciteit (zoals batterijen). Vanuit de praktijk en wetenschap wordt al langer gewezen op de kansen die batterijen kunnen bieden in het gelijkstellen van de vraag en aanbod van elektriciteit (energiebalancering) en netcongestiemanagement (Zie bijvoorbeeld het onderzoek van CE Delft in opdracht van het Ministerie van EZK en RVO, Beleid voor grootschalige batterijen en opweknetcongestie, 10 oktober 2023).Dit amendement maakte de weg in deze richting vrij. Op 13 februari 2024 werd het gehele wetsvoorstel, waaronder dus genoemd amendement, verworpen door de Eerste Kamer. Het aansluiten van meerdere installaties achter één netaansluiting bleef zoals het was.

De nota van wijziging van de Energiewet die tóch de mogelijkheden zou verruimen
Het duurde niet lang voordat de minister van Klimaat en Energie met een antwoord kwam. Op 15 februari 2024 presenteert de minister een nota van wijziging van de Energiewet die de mogelijkheden tot het delen van één netaansluiting aanzienlijk verruimt. Deze nota vervult de wens van velen om het gezamenlijk gebruik van één aansluiting voor alle typen installaties toe te staan, waaronder ook opslag- en verbruiksinstallaties. Daarmee wordt dus ook het gezamenlijk gebruik van één aansluiting door installaties voor de productie van elektriciteit uit zonne-energie of windenergie en elektriciteitsopslag via batterijen mogelijk. Wel acht de minister het van belang dat de gezamenlijke aangeslotenen zich als “één aangeslotene gedragen”. Wat dit precies inhoudt licht de minister niet toe, maar hierover wordt in de toelichting opgemerkt dat de aangeslotenen transparant moeten zijn tegenover elkaar ten aanzien van het gebruik van de gedeelde aansluiting en dat het voor de hand ligt dat zij gezamenlijk contracteren met kopers of verkopers van elektriciteit (Kamerstukken II, 2023-2024, 36 378, nr. 11, p.19).

Nog steeds zullen de installaties zich in elkaars onmiddellijke nabijheid moeten begeven en moeten de eigenaren van de installaties in gezamenlijkheid de netbeheerder verzoeken om een nieuwe of bestaande aansluiting gezamenlijk in gebruik te nemen. Dit betekent dat zij gezamenlijk een aansluit- en transportovereenkomst aangaan met de netbeheerder. Anders dan nu in de E-wet, wordt de verplichte minimale aansluitcapaciteit niet in de wet vastgelegd, maar kan de minister voor Klimaat en Energie dat nader bepalen in een algemene maatregel van bestuur. Dat laatste geldt ook voor de maximale hoeveelheid aansluitingen dat gebruik kan maken van één gedeelde aansluiting. Ten slotte is een verplichting opgenomen om het delen van een aansluiting te melden bij ACM, zodra deze gezamenlijk in gebruik wordt genomen. Zo kan de ACM zicht houden op de ontwikkeling van het gebruik van het gedeelde aansluitingen.

Nog vóór de inwerkingtreding van de Energiewet geeft de ACM al toestemming tot cable-pooling    
De ACM heeft aangegeven dat marktpartijen en netbeheerders onder de hiervoor genoemde voorwaarden – vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Energiewet - alvast aan de slag kunnen gaan met de verruimde mogelijkheden tot cable-pooling. De ACM zal, zo begrijpen wij dit, niet in deze gevallen niet handhavend optreden. Het is wel belangrijk dat marktpartijen het eerst melden bij de ACM als zij meerdere installaties aansluiten achter één netaansluiting. Ook dienen zij de genoemde voorwaarden in acht te nemen.

Met de nieuwe mogelijkheid tot cable-pooling kunnen dus meerdere installaties die zich in elkaars onmiddellijke nabijheid begeven aangesloten worden op een en dezelfde netaansluiting. Dit kan een oplossing bieden voor marktpartijen die geconfronteerd worden met lange wachttijden voor aansluitingen en transportcapaciteit. Daarnaast zien wij ook steeds meer marktpartijen, bijvoorbeeld exploitanten van laadinfrastructuur, die bij het aanleggen van de netaansluiting worden geconfronteerd met de hiervoor kort aangestipte ‘net-problematiek’ en de daaruit voortvloeiende verplichting om een publieke netbeheerder aan te wijzen. Ook voor hen kan cable-pooling een welkome aanvulling zien op de bestaande mogelijkheden.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met een van onze specialisten.