Aanpak ontwijkconstructies in de zorg met wetsvoorstel wijziging WNT

 4 september 2019 | Blog

Op 20 juni 2019 is het wetsvoorstel wijziging van de Wet normering topinkomens (tegengaan van ontwijking en versterking toepassing in de zorgsector), het 'Wetsvoorstel wijziging WNT', ter consultatie aangeboden. Dit wetsvoorstel beoogt de toepassing van de WNT in de zorg te verbeteren en drie  mogelijkheden om de WNT te ontwijken aan te pakken. Dit voornemen werd deels al in een brief van 22 februari 2018 door het kabinet kenbaar gemaakt. 

In dit blog ga ik nader in op de voorgestelde wijzigingen uit het Wetsvoorstel wijziging WNT met betrekking tot de aanpak van ontwijkconstructies.

Aanpak ontwijkconstructies WNT
Het Wetsvoorstel wijziging WNT beoogt drie ontwijkconstructies tegen te gaan om zo bij te dragen aan "een rechtvaardige en doelmatige besteding van publieke middelen".

Onderaannemingsconstructie en WNT
In de eerste plaats dient het wetsvoorstel om onderaannemingsconstructies in de zorg onder de reikwijdte van de WNT te brengen. De huidige WNT is van toepassing op instellingen die zijn toegelaten op grond van de Wet toelating zorginstellingen ('WTZi'). Instellingen die in opdracht van een WTZi-instelling verzekerde zorg verlenen, hebben zelf geen toelating in de zin van de WTZi nodig. Deze zogenoemde 'onderaannemers' verrichten hun zorgactiviteiten onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, die wel in het bezit is van een WTZi-toelating. Daarmee geldt de WNT op dit moment niet ten aanzien van topfunctionarissen van onderaannemers. Voorgesteld wordt om de WNT van toepassing te laten zijn op - kort gezegd – zowel instellingen die daadwerkelijk zorg verlenen als instellingen die hiertoe opdracht geven. Daarmee vallen onderaannemers in de zorg straks ook onder de reikwijdte van de WNT.

Concernstructuur en WNT
In de tweede plaats beoogt het wetsvoorstel ontwijking van de WNT in concernstructuren tegen te gaan. Op dit moment bepaalt de WNT dat "gelieerde rechtspersonen" niet zelf onder de reikwijdte van de WNT vallen, maar wel een relatie met de WNT-instelling hebben. Het begrip "gelieerde rechtspersoon" heeft nu alleen een werking naar "beneden". Dit betekent dat de dochtermaatschappijen van een WNT-instelling als gelieerde rechtspersoon worden aangemerkt. Het begrip gelieerde rechtspersoon werkt niet naar "boven". Dat heeft tot gevolg dat de moederorganisatie van een WNT-instelling zelf niet onder de WNT valt. Een topfunctionaris van een dochterorganisatie die onder de WNT valt, kan op dit moment de wet ontwijken door zich geheel of gedeeltelijk in dienst te laten nemen door de moederorganisatie, wanneer die zelf niet onder de WNT valt. Voorgesteld wordt om het "gelieerde instellingsbegrip" ook "naar boven" uit te breiden, zodat de moederorganisatie in dat geval ook onder het toepassingsbereik van de WNT wordt gebracht.

Interim-topfunctionarissen en WNT
In de derde plaats heeft het wetsvoorstel tot doel om de mogelijkheid om de WNT te ontwijken door de dienstbetrekking met een WNT-instelling te beëindigen en vervolgens de functie van topfunctionaris bij dezelfde WNT-instelling te vervullen op interim-basis, tegen te gaan. Voorgesteld wordt om in de wet op te nemen dat iemand die in de afgelopen twaalf maanden op enig moment topfunctionaris van een WNT-instelling op grond van een dienstbetrekking is geweest, direct wordt genormeerd conform de algemene bezoldigingsnorm dan wel de sectorale bezoldigingsnorm.

Wetsvoorstel wijziging WNT de oplossing?
De minister wil voorkomen dat publieke voorzieningen worden besteed aan bovenmatige beloningen. Wat mij opvalt is dat het wetsvoorstel wijziging WNT niets vermeld over de mogelijkheid om dividend uit te keren bovenop de bezoldigingsnorm. Ook toont de minister de noodzaak van de voorgestelde wijzigingen niet aan. Onduidelijk is op welke schaal ontwijkconstructies worden toegepast. Of de voorgestelde wijzigingen nodig zijn en of deze een oplossing bieden voor de wens van de minister om te voorkomen dat publieke voorzieningen worden besteed aan bovenmatige beloningen, valt mijns inziens te betwijfelen. 

Juridisch informatie of meer informatie?

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan contact op met Maartje de Jong.

Op 20 juni 2019 is het wetsvoorstel wijziging van de Wet normering topinkomens (tegengaan van ontwijking en versterking toepassing in de zorgsector), het 'Wetsvoorstel wijziging WNT', ter consultatie aangeboden. Dit wetsvoorstel beoogt de toepassing van de WNT in de zorg te verbeteren en drie  mogelijkheden om de WNT te ontwijken aan te pakken. Dit voornemen werd deels al in een brief van 22 februari 2018 door het kabinet kenbaar gemaakt. 

In dit blog ga ik nader in op de voorgestelde wijzigingen uit het Wetsvoorstel wijziging WNT met betrekking tot de aanpak van ontwijkconstructies.

Aanpak ontwijkconstructies WNT
Het Wetsvoorstel wijziging WNT beoogt drie ontwijkconstructies tegen te gaan om zo bij te dragen aan "een rechtvaardige en doelmatige besteding van publieke middelen".

Onderaannemingsconstructie en WNT
In de eerste plaats dient het wetsvoorstel om onderaannemingsconstructies in de zorg onder de reikwijdte van de WNT te brengen. De huidige WNT is van toepassing op instellingen die zijn toegelaten op grond van de Wet toelating zorginstellingen ('WTZi'). Instellingen die in opdracht van een WTZi-instelling verzekerde zorg verlenen, hebben zelf geen toelating in de zin van de WTZi nodig. Deze zogenoemde 'onderaannemers' verrichten hun zorgactiviteiten onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, die wel in het bezit is van een WTZi-toelating. Daarmee geldt de WNT op dit moment niet ten aanzien van topfunctionarissen van onderaannemers. Voorgesteld wordt om de WNT van toepassing te laten zijn op - kort gezegd – zowel instellingen die daadwerkelijk zorg verlenen als instellingen die hiertoe opdracht geven. Daarmee vallen onderaannemers in de zorg straks ook onder de reikwijdte van de WNT.

Concernstructuur en WNT
In de tweede plaats beoogt het wetsvoorstel ontwijking van de WNT in concernstructuren tegen te gaan. Op dit moment bepaalt de WNT dat "gelieerde rechtspersonen" niet zelf onder de reikwijdte van de WNT vallen, maar wel een relatie met de WNT-instelling hebben. Het begrip "gelieerde rechtspersoon" heeft nu alleen een werking naar "beneden". Dit betekent dat de dochtermaatschappijen van een WNT-instelling als gelieerde rechtspersoon worden aangemerkt. Het begrip gelieerde rechtspersoon werkt niet naar "boven". Dat heeft tot gevolg dat de moederorganisatie van een WNT-instelling zelf niet onder de WNT valt. Een topfunctionaris van een dochterorganisatie die onder de WNT valt, kan op dit moment de wet ontwijken door zich geheel of gedeeltelijk in dienst te laten nemen door de moederorganisatie, wanneer die zelf niet onder de WNT valt. Voorgesteld wordt om het "gelieerde instellingsbegrip" ook "naar boven" uit te breiden, zodat de moederorganisatie in dat geval ook onder het toepassingsbereik van de WNT wordt gebracht.

Interim-topfunctionarissen en WNT
In de derde plaats heeft het wetsvoorstel tot doel om de mogelijkheid om de WNT te ontwijken door de dienstbetrekking met een WNT-instelling te beëindigen en vervolgens de functie van topfunctionaris bij dezelfde WNT-instelling te vervullen op interim-basis, tegen te gaan. Voorgesteld wordt om in de wet op te nemen dat iemand die in de afgelopen twaalf maanden op enig moment topfunctionaris van een WNT-instelling op grond van een dienstbetrekking is geweest, direct wordt genormeerd conform de algemene bezoldigingsnorm dan wel de sectorale bezoldigingsnorm.

Wetsvoorstel wijziging WNT de oplossing?
De minister wil voorkomen dat publieke voorzieningen worden besteed aan bovenmatige beloningen. Wat mij opvalt is dat het wetsvoorstel wijziging WNT niets vermeld over de mogelijkheid om dividend uit te keren bovenop de bezoldigingsnorm. Ook toont de minister de noodzaak van de voorgestelde wijzigingen niet aan. Onduidelijk is op welke schaal ontwijkconstructies worden toegepast. Of de voorgestelde wijzigingen nodig zijn en of deze een oplossing bieden voor de wens van de minister om te voorkomen dat publieke voorzieningen worden besteed aan bovenmatige beloningen, valt mijns inziens te betwijfelen. 

Juridisch informatie of meer informatie?

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan contact op met Maartje de Jong.

Gerelateerde expertises