Actualiteiten overheidsprivaatrecht –augustus 2020

 11 september 2020 | Blog

Het overheidsprivaatrecht is voortdurend in beweging. Wij zetten daarom maandelijks de belangrijkste jurisprudentie op een rij. Ditmaal onder meer uitspraken over de mondkapjesplicht in Amsterdam, aansprakelijkheid van de wegbeheerder bij wortelgroei, en de ontruiming van krakers in beoogd leefgebied van vleermuizen.

Klik op een van de onderstaande titels om direct naar het artikel te gaan.

Facturen met formele rechtskracht kunnen civielrechtelijk worden ingevorderd

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vordert een veroordeling van betaling van een factuur bij de rechtbank Rotterdam. De NVWA heeft voor gedaagde twee paarden gekeurd. Voor deze veterinaire keuring is gedaagde een eigen bijdrage verschuldigd. De NVWA heeft gedaagde een factuur gestuurd. Deze factuur is een appellabel besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Gedaagde heeft wel bezwaar gemaakt, maar tegen de beslissing op bezwaar geen beroep ingesteld. Inmiddels is de beroepstermijn verstreken, zodat de factuur formele rechtskracht heeft gekregen. De civiele rechter kan geen inhoudelijke bezwaren tegen de facturen handelen, zodat de vordering moet worden toegewezen. Van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel moeten leiden, is niet gebleken.

Mondkapjesplicht in Amsterdam niet onmiskenbaar onrechtmatig

In den lande wordt verschillend gedacht over de mogelijkheid om bij noodverordening van de Grondwet af te wijken (artikel 176 Gemeentewet). Uit een vonnis in kort geding van de Rechtbank Amsterdam volgt wederom een aanwijzing dat beperkte inbreuken gerechtvaardigd zijn. Aanleiding hiervoor vormde Stichting Viruswaarheid (voorheen: Viruswaanzin) die samen met een aantal eisers vorderde dat de door de voorzitter van de Veiligheidsregio van Amsterdam vastgestelde noodverordening en het daarop gebaseerde aanwijzingsbesluit buiten werking werden gesteld. Allereerst volgen uit dit vonnis een aantal interessante overwegingen over de bevoegdheid en ontvankelijkheid. De burgerlijk rechter is in beginsel bevoegd om van een vordering kennis te nemen indien een vordering gebaseerd is op een onrechtmatige daad, tenzij de bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat. In dit geval is aannemelijk dat Viruswaarheid en de overige eisers geen belanghebbende zijn en hun vordering bij de bestuursrechter niet-ontvankelijk zou worden verklaard. De burgerlijk rechter acht zich derhalve bevoegd om zich over de kwestie uit te spreken. Dan over de rechtmatigheid van de bepaling in de noodverordening die het verbod regelt dat personen in Amsterdam zich in daartoe aangewezen gebieden niet zonder niet medisch mondkapje mogen begeven. De kortgedingrechter oordeelt dat de bepaling voldoet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Het aantal besmettingen in Amsterdam stijgt meer in verhouding met andere steden. Die situatie maakt ingrijpen volgens de rechter noodzakelijk en geoorloofd en verdedigbaar als middel om de 1,5 meter maatregel te handhaven. De bezwaren van Viruswaarheid maken de regeling uit de noodverordening niet onmiskenbaar onrechtmatig.

Weigering gemeente om voetbalvelden te verhuren onrechtmatig

In een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland staat centraal de weigering van een gemeente om sportvelden te verhuren aan een voetbalvereniging. In het dorp bestaan twee voetbalverenigingen, die beide gebruik maken van hetzelfde sportpark. De gemeente stelde dat als zij niet tot één voetbalvereniging konden komen, en als zij niet onderling het gebruik van de velden konden afstemmen, beide de velden niet meer mochten huren. De rechtbank oordeelt dat deze weigering niet toelaatbaar is. Fusie is op korte termijn erg ambitieus, en kan door één partij al worden geblokkeerd. Dat geldt ook voor het gezamenlijk afstemmen van het gebruik van het sportpark. Daar komt bij dat de gemeente de indruk had gewekt dat de eisende vereniging het sportveld nog enkele jaren kon gebruiken. Ten slotte zal een overheidsorgaan een zorgvuldige belangenafweging moeten maken wanneer een fusie wordt geëist van private verenigingen; het is onvoldoende gebleken dat die heeft plaatsgevonden. De weigering is onrechtmatig, en de gemeente moet de velden alsnog verhuren aan eiser.

Ontruiming krakers in beoogd leefgebied vleermuizen toegewezen

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft ontruiming toegewezen van krakers op het terrein van de voormalige suikerfabriek in Groningen, thans eigendom van de gemeente. De gemeente wil op een ander deel van het terrein woningbouw realiseren. Voordat de woningbouw kan starten, moeten eerst compenserende en mitigerende natuurbeschermingsmaatregelen worden genomen voor bepaalde diersoorten in het gebied; daarvoor is het gekraakte deel van het terrein nodig. De gemeente heeft daarmee haar spoedeisend belang bij gebruik van die percelen voldoende aangetoond. Het huisrecht van de krakers en hun belang te wonen op de door hen voorgestane wijze, in woonwagens, weegt daarbij niet op tegen het eigendomsrecht van de gemeente en haar daaruit voortvloeiend recht om haar percelen te gebruiken voor de doeleinden die haar voor ogen staan.

Oneffenheden door boomwortelopgroei

In een arrest van 11 augustus 2020 bevestigt het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch dat een (brom)fietser, die gebruikmaakt van een (geasfalteerd) fietspad in een omgeving waar bomen groeien, geen volledig egaal wegdek mag verwachten. De bromfietser zal in een dergelijke situatie rekening moeten houden met de mogelijkheid van oneffenheden van het wegdek en zijn verkeersgedrag daaraan moeten aanpassen. De enkele aanwezigheid van oneffenheden in het wegdek veroorzaakt door gegroeide (boom)wortels brengt dus nog niet mee dat het betreffende fietspad niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mag stellen. De omstandigheid dat lichte oneffenheden bij vrij liggende fietspaden als ‘matige schade’ dienen te worden geregistreerd, leidt niet tot een ander oordeel nu het van alle omstandigheden van het geval afhangt of, en zo ja, in welke mate een oneffenheid door boomwortelopgroei gevaar oplevert voor het verkeer.

Specialistische jeugdhulp buiten de regio van het gezin en de jeugdige

De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk heeft voorzien in een passend aanbod aan jeugdhulp, ook al werd de jeugdhulp aangeboden buiten de regio van de woonplaats van de jeugdige. Op grond van artikel 2.6 Jeugdwet moet het college ervoor zorgen dat een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod aan jeugdhulp bestaat. Het uitgangspunt van de Jeugdwet is dat jeugdhulp zoveel mogelijk wordt aangeboden in de omgeving van het gezin en de jeugdige. De Jeugdwet verplicht het college niet om in alle gevallen jeugdhulp binnen de regio te bieden. Gespecialiseerde jeugdhulp – zoals de jeugdige in dit geval nodig heeft – kan soms slechts op enkele plaatsen binnen het land worden geboden. Daaraan is inherent dat jeugdhulp niet altijd binnen de regio beschikbaar kan zijn. In dit geval was plaatsing in de regio niet noodzakelijk om voor de jeugdige passende jeugdhulp te bieden en heeft het college voorzien in een toereikend aanbod aan jeugdhulp.

De bijdragen aan dit blog zijn verzorgd door Stefan ten Hertog, Sophie Groeneveld, Ron de Martines, Mariëtta Buitenhuis en Burcu Özdemir. Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog en/of wilt u zich abonneren op dit blog? Meld u zich dan per e-mail aan.

 

Het overheidsprivaatrecht is voortdurend in beweging. Wij zetten daarom maandelijks de belangrijkste jurisprudentie op een rij. Ditmaal onder meer uitspraken over de mondkapjesplicht in Amsterdam, aansprakelijkheid van de wegbeheerder bij wortelgroei, en de ontruiming van krakers in beoogd leefgebied van vleermuizen.

Klik op een van de onderstaande titels om direct naar het artikel te gaan.

Facturen met formele rechtskracht kunnen civielrechtelijk worden ingevorderd

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vordert een veroordeling van betaling van een factuur bij de rechtbank Rotterdam. De NVWA heeft voor gedaagde twee paarden gekeurd. Voor deze veterinaire keuring is gedaagde een eigen bijdrage verschuldigd. De NVWA heeft gedaagde een factuur gestuurd. Deze factuur is een appellabel besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Gedaagde heeft wel bezwaar gemaakt, maar tegen de beslissing op bezwaar geen beroep ingesteld. Inmiddels is de beroepstermijn verstreken, zodat de factuur formele rechtskracht heeft gekregen. De civiele rechter kan geen inhoudelijke bezwaren tegen de facturen handelen, zodat de vordering moet worden toegewezen. Van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel moeten leiden, is niet gebleken.

Mondkapjesplicht in Amsterdam niet onmiskenbaar onrechtmatig

In den lande wordt verschillend gedacht over de mogelijkheid om bij noodverordening van de Grondwet af te wijken (artikel 176 Gemeentewet). Uit een vonnis in kort geding van de Rechtbank Amsterdam volgt wederom een aanwijzing dat beperkte inbreuken gerechtvaardigd zijn. Aanleiding hiervoor vormde Stichting Viruswaarheid (voorheen: Viruswaanzin) die samen met een aantal eisers vorderde dat de door de voorzitter van de Veiligheidsregio van Amsterdam vastgestelde noodverordening en het daarop gebaseerde aanwijzingsbesluit buiten werking werden gesteld. Allereerst volgen uit dit vonnis een aantal interessante overwegingen over de bevoegdheid en ontvankelijkheid. De burgerlijk rechter is in beginsel bevoegd om van een vordering kennis te nemen indien een vordering gebaseerd is op een onrechtmatige daad, tenzij de bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat. In dit geval is aannemelijk dat Viruswaarheid en de overige eisers geen belanghebbende zijn en hun vordering bij de bestuursrechter niet-ontvankelijk zou worden verklaard. De burgerlijk rechter acht zich derhalve bevoegd om zich over de kwestie uit te spreken. Dan over de rechtmatigheid van de bepaling in de noodverordening die het verbod regelt dat personen in Amsterdam zich in daartoe aangewezen gebieden niet zonder niet medisch mondkapje mogen begeven. De kortgedingrechter oordeelt dat de bepaling voldoet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Het aantal besmettingen in Amsterdam stijgt meer in verhouding met andere steden. Die situatie maakt ingrijpen volgens de rechter noodzakelijk en geoorloofd en verdedigbaar als middel om de 1,5 meter maatregel te handhaven. De bezwaren van Viruswaarheid maken de regeling uit de noodverordening niet onmiskenbaar onrechtmatig.

Weigering gemeente om voetbalvelden te verhuren onrechtmatig

In een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland staat centraal de weigering van een gemeente om sportvelden te verhuren aan een voetbalvereniging. In het dorp bestaan twee voetbalverenigingen, die beide gebruik maken van hetzelfde sportpark. De gemeente stelde dat als zij niet tot één voetbalvereniging konden komen, en als zij niet onderling het gebruik van de velden konden afstemmen, beide de velden niet meer mochten huren. De rechtbank oordeelt dat deze weigering niet toelaatbaar is. Fusie is op korte termijn erg ambitieus, en kan door één partij al worden geblokkeerd. Dat geldt ook voor het gezamenlijk afstemmen van het gebruik van het sportpark. Daar komt bij dat de gemeente de indruk had gewekt dat de eisende vereniging het sportveld nog enkele jaren kon gebruiken. Ten slotte zal een overheidsorgaan een zorgvuldige belangenafweging moeten maken wanneer een fusie wordt geëist van private verenigingen; het is onvoldoende gebleken dat die heeft plaatsgevonden. De weigering is onrechtmatig, en de gemeente moet de velden alsnog verhuren aan eiser.

Ontruiming krakers in beoogd leefgebied vleermuizen toegewezen

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft ontruiming toegewezen van krakers op het terrein van de voormalige suikerfabriek in Groningen, thans eigendom van de gemeente. De gemeente wil op een ander deel van het terrein woningbouw realiseren. Voordat de woningbouw kan starten, moeten eerst compenserende en mitigerende natuurbeschermingsmaatregelen worden genomen voor bepaalde diersoorten in het gebied; daarvoor is het gekraakte deel van het terrein nodig. De gemeente heeft daarmee haar spoedeisend belang bij gebruik van die percelen voldoende aangetoond. Het huisrecht van de krakers en hun belang te wonen op de door hen voorgestane wijze, in woonwagens, weegt daarbij niet op tegen het eigendomsrecht van de gemeente en haar daaruit voortvloeiend recht om haar percelen te gebruiken voor de doeleinden die haar voor ogen staan.

Oneffenheden door boomwortelopgroei

In een arrest van 11 augustus 2020 bevestigt het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch dat een (brom)fietser, die gebruikmaakt van een (geasfalteerd) fietspad in een omgeving waar bomen groeien, geen volledig egaal wegdek mag verwachten. De bromfietser zal in een dergelijke situatie rekening moeten houden met de mogelijkheid van oneffenheden van het wegdek en zijn verkeersgedrag daaraan moeten aanpassen. De enkele aanwezigheid van oneffenheden in het wegdek veroorzaakt door gegroeide (boom)wortels brengt dus nog niet mee dat het betreffende fietspad niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mag stellen. De omstandigheid dat lichte oneffenheden bij vrij liggende fietspaden als ‘matige schade’ dienen te worden geregistreerd, leidt niet tot een ander oordeel nu het van alle omstandigheden van het geval afhangt of, en zo ja, in welke mate een oneffenheid door boomwortelopgroei gevaar oplevert voor het verkeer.

Specialistische jeugdhulp buiten de regio van het gezin en de jeugdige

De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk heeft voorzien in een passend aanbod aan jeugdhulp, ook al werd de jeugdhulp aangeboden buiten de regio van de woonplaats van de jeugdige. Op grond van artikel 2.6 Jeugdwet moet het college ervoor zorgen dat een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod aan jeugdhulp bestaat. Het uitgangspunt van de Jeugdwet is dat jeugdhulp zoveel mogelijk wordt aangeboden in de omgeving van het gezin en de jeugdige. De Jeugdwet verplicht het college niet om in alle gevallen jeugdhulp binnen de regio te bieden. Gespecialiseerde jeugdhulp – zoals de jeugdige in dit geval nodig heeft – kan soms slechts op enkele plaatsen binnen het land worden geboden. Daaraan is inherent dat jeugdhulp niet altijd binnen de regio beschikbaar kan zijn. In dit geval was plaatsing in de regio niet noodzakelijk om voor de jeugdige passende jeugdhulp te bieden en heeft het college voorzien in een toereikend aanbod aan jeugdhulp.

De bijdragen aan dit blog zijn verzorgd door Stefan ten Hertog, Sophie Groeneveld, Ron de Martines, Mariëtta Buitenhuis en Burcu Özdemir. Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog en/of wilt u zich abonneren op dit blog? Meld u zich dan per e-mail aan.

 

Gerelateerde expertises