Actualiteiten Warmte: Warmtewet 2, gasloos experiment en een rapport van Ecorys en SEO

6 mei 2020 | Blog

In de Actualiteiten Warmte houden wij u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op warmtegebied. Sinds de vorige Actualiteiten hebben zich weer de nodige ontwikkelingen voorgedaan. Zo was er ook in de afgelopen periode aandacht voor de Warmtewet 2, heeft de ACM niet stilgezeten, lijkt het ‘gasloos-experiment’ in Utrecht geschrapt en hebben Ecorys en SEO een interessant rapport uitgebracht over de ordening van de warmtemarkt.

Warmtewet 2: twijfel aan monopoliepositie van warmtebedrijven en schonere warmtenetten

Het wetsvoorstel voor de Warmtewet 2 wordt in het vierde kwartaal van 2020 verwacht (zie hier, p. 12). Onder de Warmtewet 2 zullen gemeenten in een omgevingsplan warmtekavels moeten vaststellen en vervolgens via een transparante en open selectieprocedure per kavel een warmtebedrijf moeten aanwijzen. Dat warmtebedrijf is dan verantwoordelijk voor de aanleg en exploitatie van een warmtenet/collectieve warmtevoorziening binnen ‘zijn’ warmtekavel. Tijdens een vergadering van de Tweede Kamer hebben verschillende Kamerleden bepleit dat de aanwijzing van een warmtebedrijf niet eeuwigdurend zou moeten zijn. Andere bedrijven zouden na een bepaalde tijd de kans moeten krijgen om de exploitatie van een warmtenet over te nemen. De Minister reageert hier positief op en heeft aangegeven te onderzoeken of dit voorstel in het systeem van de Warmtewet 2 past. N.B. Een aanwijzing voor onbepaalde tijd kan ook strijdig zijn met EU vrij verkeersbepalingen. Uitgangspunt bij schaarse exclusieve rechten op EU-niveau is in beginsel namelijk verlening voor bepaalde tijd, met na afloop het creëren van nieuwe mededingingsruimte.

Ook op het plan van D66 kamerlid Sienot ‘Voor meer schone warmtereageerde de Minister positief. In zijn reactie licht de Minister de Warmtewet 2 op een aantal punten toe. Vermeldenswaardig is onder meer dat de Minister nogmaals benadrukt dat de Warmtewet 2 niet zal voorzien in een aansluitverplichting voor afnemers – bewoners van een (aangewezen) warmtekavel mogen dus nog altijd zelf kiezen of zij op het warmtenet dat daar ligt/komt aangesloten willen worden. Ook aan verduurzamingsmaatregelen besteedt de Minister aandacht; in de Warmtewet 2 komt een minimaal tijdpad voor verduurzaming (prestatienorm voor CO2-uitstoot) en bij de vaststelling van warmtekavels moet verplicht aandacht worden besteed aan de verduurzamingsmaatregelen voor de komende 10 jaar. Warmtebedrijven moeten daarnaast periodiek hun investeringsplan voor ‘hun’ warmtekavel bijstellen, inclusief de gevolgen hiervan voor het bereiken van de CO2-norm, en via de jaarlijkse eindfactuur van de consument over hun duurzaamheid rapporteren.

ACM

Op 20 maart heeft de ACM een advies aan de Minister uitgebracht over een eventuele rol van netbeheerders of netwerkbedrijven (lees: de andere bedrijven binnen de groep van bedrijven waartoe de netbeheerder ook behoort) op de warmtemarkt. De ACM adviseert netbeheerders niet verantwoordelijk te maken voor de integrale warmtevoorziening. Volgens de ACM zou dit (i) de onafhankelijke positie van netbeheerders aantasten en (ii) in strijd zijn met het Europese recht. Ten aanzien van netwerkbedrijven constateert de ACM dat een taak voor hen als integraal warmtebedrijf op gespannen voet staat met de Wet onafhankelijk netbeheer. Verantwoordelijkheid van netwerkbedrijven voor integrale warmtevoorziening kan volgens de ACM daarom enkel onder strikte voorwaarden.

Daarnaast heeft de ACM een concept ‘Leidraad netwerkbedrijven en alternatieve energiedragers’ opgesteld’. Netwerkbedrijven zijn in de Wet Voortgang Energietransitie beperkt in de activiteiten die zij mogen ontplooien. Zij mogen zich slechts in beperkte mate op de markt begeven. In deze leidraad maakt de ACM duidelijk welke activiteiten netwerkbedrijven onder het huidige wettelijke kader met alternatieve energiedragers (bijv. waterstof, biogas, warmte en koude) mogen ontplooien. De ACM vat de regels als volgt samen: netwerkbedrijven mogen infrastructuur voor alternatieve energiedragers aanleggen en beheren en alternatieve energiedragers over die infrastructuur transporteren. Ze mogen die energiedragers echter niet leveren of erin handelen. Verder mogen ze productie-en opslaginstallaties voor alternatieve energiedragers aanleggen en beheren, maar niet exploiteren.

Op 15 april 2020 heeft de ACM een toezeggingsbesluit inzake ‘Eneco’ gepubliceerd. Hierbij ging het erom dat Eneco tussen 2014 - 2018 bij een aantal verbruikers bijdragen in rekening had moeten brengen voor een onvoorziene aansluiting op een bestaand warmtenet, waarvan het tarief is gereguleerd. In plaats daarvan heeft Eneco echter bijdragen voor voorziene aansluitingen, waarvan het tarief ongereguleerd en veel hoger is dan het gereguleerde tarief, in rekening gebracht. Bij besluit van de ACM is de toezegging van Eneco om deze verbruikers, die dus een te hoge aansluitbijdrage hebben betaald, vóór 1 juli 2020 te compenseren verbindend verklaard.

De laatste update ten aanzien van de ACM ziet op het besluit inzake ‘Enera’ van 7 februari 2020. Hierbij speelde de vraag of Enera Services B.V. (‘Enera’) leverancier als bedoeld in art. 1 lid 1 Warmtewet (‘leverancier’) is. Het systeem van Enera waar het om draait werkt op basis van een bron voor warmte en koude, van waaruit bronwarmte wordt geleverd aan een warmtepomp in een centrale ruimte in het complex. Daar wordt de bronwarmte opgewaardeerd, waarna het aan 38 appartementen wordt geleverd. In het complex bevindt zich ook een collectieve cv-ketel. Als het water uit de warmtepomp niet voldoende op temperatuur is, zorgt de cv-ketel ervoor dat het water alsnog op temperatuur wordt gebracht. De Vereniging van Eigenaren (‘VvE’) stelt dat Enera leverancier is. De ACM constateert dat Enera leverancier is; zij levert namelijk aan bewoners (/verbruikers), niet aan de VvE. Van enige overeenkomst tussen Enera en de VvE is niet gebleken, terwijl Enera wel overeenkomsten met bewoners heeft gesloten. De VvE betaalt ook niet aan Enera voor de levering van warmte. Enera maakt als leverancier wel gebruik van de cv-ketel en het inpandige leidingstelsel van de VvE, maar ook dat betekent niet dat aan de VvE wordt geleverd. Enera levert dus warmte aan bewoners en is gehouden aan alle verplichtingen die – voor leveranciers – uit de Warmtewet voortvloeien. Het loopt echter met een sisser af: gezien haar beperkte capaciteit besluit de ACM dat deze zaak geen prioriteit heeft. Er wordt dan ook geen nader onderzoek verricht en er vindt geen verdere handhaving plaats.

Overig

In de vorige Actualiteiten Warmte schreven wij over het experiment met verplichte afsluiting van het gas dat in de Voorpublicatie tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (eenentwintigste tranche) staat. Op 11 maart 2020 hebben de leden Koerhuis en Krol een motie ingediend om dit experiment te schrappen. Volgens hen is het “onwenselijk […] dat Nederlandse bewoners op zo’n manier worden behandeld”. Deze motie is op 1 april 2020 met 76 stemmen voor en 74 tegen aangenomen. Ondanks dat hiermee niet vaststaat dat het experiment niet doorgaat, ligt dit wel voor de hand. In lijn hiermee is de Utrechtse gemeenteraad bij brief van 3 april 2020 geïnformeerd over de gevolgen voor het project om Overvecht-Noord gasloos te maken.  

Op 26 maart 2020 is het rapport “Regulering van de Nederlandse warmtevoorziening, Analysekader en beleidsadvies” van Ecorys en SEO verschenen. Een belangrijke conclusies van het onderzoek is dat er flexibiliteit nodig is in de marktordening om toekomstige ontwikkelingen te kunnen accommoderen. Warmtemarktbeleid mag geen starre mal gaan vormen voor de marktordening en moet juist ruimte laten voor verschillende marktmodellen, nu en in de toekomst, om innovatie mogelijk te maken en lock-ins te voorkomen.

Op 1 mei 2020 gaat de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen van start. Met deze regeling wil het kabinet stimuleren dat bestaande huurwoningen aardgasvrij worden gemaakt door deze op warmtenetten aan te sluiten. Verhuurders kunnen daar subsidie voor aanvragen indienen bij de RVO. Let op: het beschikbare bedrag is beperkt (er is een subsidieplafond) en er wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst. Eerder schreven wij al over het concept van de stimuleringsregeling (zie hier). Ten opzichte van het concept is een aantal zaken gewijzigd. De belangrijkste wijziging is dat huurwoningen in de definitieve regeling binnen vijf jaar, in plaats van drie jaar (concept), moeten zijn aangesloten.

In een Kamerbrief van 19 maart 2020 beantwoordde de Minister een aantal Kamervragen over het gebruik van warmtenetten. Deze zagen voornamelijk toe op de kosten van de verbruikers, maar ook op de juridische en technische belemmeringen die mensen ondervinden als zij hun aansluiting op een warmtenet willen opzeggen. Hoewel de beantwoording niet echt nieuwe informatie bevat, vormt het wel een mooie samenvatting van de regelgeving op een aantal punten.

Tot slot

Ook in de komende periode zijn weer veel ontwikkelingen op warmtegebied te verwachten. Wij houden u op de hoogte!

Wilt u meer weten over warmte(netten) of de Warmtewet? Neem dan contact op met Keesjan Meijering. 

 

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven