Bepaalde voordelen fiscale eenheid met terugwerkende kracht teruggenomen

 22 februari 2018 | Blog

Op donderdag 22 februari 2018 heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat ook in grensoverschrijdende situaties binnen de EU voordelen van afzonderlijke elementen van het fiscale eenheidsregime mogen worden benut. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de praktijk.

Feiten en omstandigheden
In twee procedures die door de Hoge Raad naar Luxemburg zijn verwezen voor een prejudiciële beslissing heeft het Hof van Justitie een beslissing genomen met verstrekkende gevolgen. De fiscale eenheid zal in zijn huidige omvang moeten worden gewijzigd. Het betrof een procedure over de renteaftrekbeperking van art. 10a Wet Vpb 1969 en een procedure over de aftrek van valutaverliezen. In deze zaken, die door het Hof van Justitie gevoegd behandeld zijn, concludeerde het Hof dat Nederland binnenlandse groepen niet mag bevoordelen door (potentieel nadelige) fiscale bepalingen te neutraliseren middels het aan kunnen laten gaan van een fiscale eenheid. Deze mogelijkheid bestaat niet voor buitenlandse groepsvennootschappen.

Renteaftrek en koersverliezen
In de eerste zaak speelt een renteaftrekbeperking die niet van toepassing zou zijn als er een fiscale eenheid gevormd had kunnen worden. Het neutraliseren van de renteaftrekbeperking is dus een voordeel dat wordt veroorzaakt door de fiscale eenheid.

In de tweede zaak speelt een vergelijkbare kwestie ten aanzien van een valutaverlies op een Engelse deelneming. In beide gevallen is de vraag of Nederland toekenning van deze individuele voordelen van het fiscale eenheidsregime mag weigeren in grensoverschrijdende situaties.

Uitspraak
Het Hof van Justitie is van mening dat de betreffende renteaftrekbeperking in beginsel een inbreuk vormt op het EU-recht. Als gevolg van de fiscale eenheid wordt geen besmette transactie onderkend, waardoor de rente volledig in aftrek wordt toegelaten. De fiscale eenheid is slechts beperkt tot binnenlandse situaties; grensoverschrijdende situaties komen daardoor niet voor dit voordeel in aanmerking en de rente is mogelijk niet aftrekbaar. Het argument van anti-misbruik wetgeving door Nederland, werd niet gehonoreerd.

Ten aanzien van de valutakoersverliezen beslist het Hof van Justitie echter anders. Het Hof van Justitie geeft aan dat er geen sprake is van objectief vergelijkbare situaties. De deelnemingsvrijstelling brengt zowel voordelen als nadelen met zich mee. Er is dus niet per definitie sprake van een nadeel voor buitenlandse dochtervennootschappen. Daardoor is er geen beperking van de vrijheid van vestiging.

Gevolgen uitspraak
In beginsel zal per wettelijke bepaling ('per element') moeten worden beoordeeld of het aangaan van een fiscale eenheid het bestaande artikel buiten spel zou zetten. Indien dat zo is, moet het nadeel door dit arrest ongedaan worden gemaakt.

Spoedreparatiemaatregelen
Naar aanleiding van de eerdere conclusie van de Advocaat-Generaal in deze zaak heeft de Staatssecretaris op 25 oktober 2017 een spoedreparatiemaatregel aangekondigd. Deze had ten doel de fiscale voordelen van de fiscale eenheid verder te beperken indien uiteindelijk een negatief arrest zou volgen. De spoedreparatiemaatregelen zijn zo vormgegeven dat zij ook bestaande fiscale eenheden kunnen raken. Deze maatregelen hebben terugwerkende kracht tot woensdag 25 oktober 2017, 11:00 uur. De reparatiemaatregelen houden praktisch bezien in dat enkele regelingen in de vennootschapsbelasting en dividendbelasting zullen moeten worden toegepast alsof er geen fiscale eenheid bestaat.

Voorbeelden naast het eerder genoemde artikel 10a Wet Vpb zijn de deelnemingsvrijstelling (met betrekking tot de beoordeling of sprake is van een kwalificerende beleggingsdeelneming, alsmede de anti-hybride maatregel), de aftrekbeperking ter zake van bovenmatige deelnemingsrente, de verliesverrekening bij wijziging van het belang en in de dividendbelasting de afdrachtvermindering bij dooruitdelingen. Voor andere voordelen, zoals fiscaal geruisloze overdracht van vermogensbestanddelen en verliesoverdracht binnen fiscale eenheid zou de versobering niet moeten gaan gelden. Op 22 februari 2018 is bekend gemaakt dat de spoedreparatiemaatregel in het tweede kwartaal van 2018 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.

De bovenstaande benadering heeft mogelijk tot gevolg dat bestaande fiscale eenheden in Nederland alsnog meer vennootschapsbelasting en/of dividendbelasting moeten betalen. Ook zorgt de maatregel voor extra administratieve lasten omdat de fiscale resultaten vanaf eind 2017 opnieuw moeten worden bekeken.

Wat te doen?
Mocht uw bedrijf leningen hebben verkregen van buitenlandse groepsvennootschappen, dan is de betaalde rente wellicht alsnog aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting. Ook op andere elementen die mogelijk zouden zijn binnen fiscale eenheid kunt u wellicht met terugwerkende kracht een beroep doen. Zo kunnen er ook gevolgen zijn voor de kwalificatie van houdster-financieringsverliezen.

Mocht uw bedrijf reeds een fiscale eenheid vormen, dan kan de spoedmaatregel mogelijk nadelige gevolgen hebben die uiteindelijk leiden tot een hogere belastingheffing dan verwacht. Mogelijk is herstructurering van de huidige juridische structuur nodig om deze nadelige gevolgen voor de toekomst te beperken. Neem contact op met de fiscalisten van AKD om de eventuele gevolgen nader te beoordelen. 

Heeft u vragen over dit blog? Neem dan contact op met Jan-Willem Beijk of Marjolein van den Berg. 

Op donderdag 22 februari 2018 heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat ook in grensoverschrijdende situaties binnen de EU voordelen van afzonderlijke elementen van het fiscale eenheidsregime mogen worden benut. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de praktijk.

Feiten en omstandigheden
In twee procedures die door de Hoge Raad naar Luxemburg zijn verwezen voor een prejudiciële beslissing heeft het Hof van Justitie een beslissing genomen met verstrekkende gevolgen. De fiscale eenheid zal in zijn huidige omvang moeten worden gewijzigd. Het betrof een procedure over de renteaftrekbeperking van art. 10a Wet Vpb 1969 en een procedure over de aftrek van valutaverliezen. In deze zaken, die door het Hof van Justitie gevoegd behandeld zijn, concludeerde het Hof dat Nederland binnenlandse groepen niet mag bevoordelen door (potentieel nadelige) fiscale bepalingen te neutraliseren middels het aan kunnen laten gaan van een fiscale eenheid. Deze mogelijkheid bestaat niet voor buitenlandse groepsvennootschappen.

Renteaftrek en koersverliezen
In de eerste zaak speelt een renteaftrekbeperking die niet van toepassing zou zijn als er een fiscale eenheid gevormd had kunnen worden. Het neutraliseren van de renteaftrekbeperking is dus een voordeel dat wordt veroorzaakt door de fiscale eenheid.

In de tweede zaak speelt een vergelijkbare kwestie ten aanzien van een valutaverlies op een Engelse deelneming. In beide gevallen is de vraag of Nederland toekenning van deze individuele voordelen van het fiscale eenheidsregime mag weigeren in grensoverschrijdende situaties.

Uitspraak
Het Hof van Justitie is van mening dat de betreffende renteaftrekbeperking in beginsel een inbreuk vormt op het EU-recht. Als gevolg van de fiscale eenheid wordt geen besmette transactie onderkend, waardoor de rente volledig in aftrek wordt toegelaten. De fiscale eenheid is slechts beperkt tot binnenlandse situaties; grensoverschrijdende situaties komen daardoor niet voor dit voordeel in aanmerking en de rente is mogelijk niet aftrekbaar. Het argument van anti-misbruik wetgeving door Nederland, werd niet gehonoreerd.

Ten aanzien van de valutakoersverliezen beslist het Hof van Justitie echter anders. Het Hof van Justitie geeft aan dat er geen sprake is van objectief vergelijkbare situaties. De deelnemingsvrijstelling brengt zowel voordelen als nadelen met zich mee. Er is dus niet per definitie sprake van een nadeel voor buitenlandse dochtervennootschappen. Daardoor is er geen beperking van de vrijheid van vestiging.

Gevolgen uitspraak
In beginsel zal per wettelijke bepaling ('per element') moeten worden beoordeeld of het aangaan van een fiscale eenheid het bestaande artikel buiten spel zou zetten. Indien dat zo is, moet het nadeel door dit arrest ongedaan worden gemaakt.

Spoedreparatiemaatregelen
Naar aanleiding van de eerdere conclusie van de Advocaat-Generaal in deze zaak heeft de Staatssecretaris op 25 oktober 2017 een spoedreparatiemaatregel aangekondigd. Deze had ten doel de fiscale voordelen van de fiscale eenheid verder te beperken indien uiteindelijk een negatief arrest zou volgen. De spoedreparatiemaatregelen zijn zo vormgegeven dat zij ook bestaande fiscale eenheden kunnen raken. Deze maatregelen hebben terugwerkende kracht tot woensdag 25 oktober 2017, 11:00 uur. De reparatiemaatregelen houden praktisch bezien in dat enkele regelingen in de vennootschapsbelasting en dividendbelasting zullen moeten worden toegepast alsof er geen fiscale eenheid bestaat.

Voorbeelden naast het eerder genoemde artikel 10a Wet Vpb zijn de deelnemingsvrijstelling (met betrekking tot de beoordeling of sprake is van een kwalificerende beleggingsdeelneming, alsmede de anti-hybride maatregel), de aftrekbeperking ter zake van bovenmatige deelnemingsrente, de verliesverrekening bij wijziging van het belang en in de dividendbelasting de afdrachtvermindering bij dooruitdelingen. Voor andere voordelen, zoals fiscaal geruisloze overdracht van vermogensbestanddelen en verliesoverdracht binnen fiscale eenheid zou de versobering niet moeten gaan gelden. Op 22 februari 2018 is bekend gemaakt dat de spoedreparatiemaatregel in het tweede kwartaal van 2018 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.

De bovenstaande benadering heeft mogelijk tot gevolg dat bestaande fiscale eenheden in Nederland alsnog meer vennootschapsbelasting en/of dividendbelasting moeten betalen. Ook zorgt de maatregel voor extra administratieve lasten omdat de fiscale resultaten vanaf eind 2017 opnieuw moeten worden bekeken.

Wat te doen?
Mocht uw bedrijf leningen hebben verkregen van buitenlandse groepsvennootschappen, dan is de betaalde rente wellicht alsnog aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting. Ook op andere elementen die mogelijk zouden zijn binnen fiscale eenheid kunt u wellicht met terugwerkende kracht een beroep doen. Zo kunnen er ook gevolgen zijn voor de kwalificatie van houdster-financieringsverliezen.

Mocht uw bedrijf reeds een fiscale eenheid vormen, dan kan de spoedmaatregel mogelijk nadelige gevolgen hebben die uiteindelijk leiden tot een hogere belastingheffing dan verwacht. Mogelijk is herstructurering van de huidige juridische structuur nodig om deze nadelige gevolgen voor de toekomst te beperken. Neem contact op met de fiscalisten van AKD om de eventuele gevolgen nader te beoordelen. 

Heeft u vragen over dit blog? Neem dan contact op met Jan-Willem Beijk of Marjolein van den Berg.