Boete voor Mastercard – opstapje tot gerechtigheid voor winkeliers?

 25 januari 2019 | Blog

Op 22 januari 2019 heeft de Europese Commissie (Commissie) een boete opgelegd van ruim €570 miljoen aan Mastercard. De Commissie verwijt Mastercard dat zij het winkeliers onmogelijk heeft gemaakt om gebruik te maken van lagere "interchange fees" (afwikkelingsvergoedingen) uit andere lidstaten van de Europese Unie. Hierdoor was jarenlang sprake van te hoge interchange fees en daardoor uiteindelijk hogere prijzen voor consumenten.

Mastercard
Mastercard is het op een na grootste kaartsysteem in de Europese Unie voor wat betreft de uitgifte van consumentenkaarten en de waarde van transacties. Samen met Visa domineert Mastercard de Europese markt voor kaartsystemen.

Mastercard biedt de Mastercard-regeling aan op grond waarvan banken diensten aanbieden voor Mastercard en Maestro credit- en debit cards. De banken die meedoen aan de regeling geven credit- en debit cards van Mastercard en Maestro uit ("uitgevende banken"). Het Mastercard-systeem fungeert als een platform waarbinnen uitgevende banken consumenten voorzien van credit- en debit cards, zorgen voor de voltooiing van betalingen en geld overmaken naar de banken van winkeliers.

In gewone mensentaal: wat is er aan de hand?
Stel dat ik een nieuwe outfit koop bij een kledingwinkel. De kledingwinkel maakt gebruik van de diensten van bank B. Ik betaal mijn nieuwe outfit met mijn Maestro bankpas, uitgegeven door bank A. Bank B (de bank van de kledingwinkel) moet naar aanleiding van deze betaling een interchange fee betalen aan bank A (mijn bank). Deze interchange fee bedraagt meestal een percentage van het bedrag dat wordt betaald, plus een eventueel vast bedrag (bijvoorbeeld 0,15% van het bedrag dat wordt betaald + 0,0020) en strekt ter dekking van diverse risico's en kosten zoals behandelingskosten.

Banken rekenen deze interchange fees door aan winkeliers, die deze kosten op hun beurt verdisconteren in de verkoopprijzen van hun producten. Iedere consument ook de consument die contant betaalt heeft op deze manier te maken met hogere prijzen.

Tot 9 december 2015 verschilden deze interchange fees aanzienlijk per land in de Europese Unie. Voor winkeliers binnen het Mastercard-systeem was het dus bijzonder vervelend dat zij verplicht waren het tarief te betalen van het land waarin de winkelier (en niet de bank) was gevestigd.

De Commissie is van mening dat winkeliers gebruik hadden mogen maken van lagere interchange fees in andere Europese lidstaten en heeft Mastercard daarom beboet.

Interchange Fee Verordening
Sinds 9 december 2015 gelden maximumtarieven voor interchange fees die betrekking hebben op betaaltransacties met consumentenkaarten. Voor creditcards geldt een maximale interchange fee van 0,3% van de waarde van de betaaltransactie, voor debitcards is dit vastgesteld op 0,2%.

De boete die de Commissie in dit besluit heeft opgelegd is voor de periode van voor 9 december 2015.

Schadevergoedingsacties?
Met dit besluit van de Commissie waarin een overtreding van de mededingingsregels is geconstateerd, kan het instellen van een schadevergoedingsactie voor winkeliers interessant zijn.

Winkeliers hebben tot 9 december 2015 immers mogelijk (te) veel betaald aan interchange fees. Zij kunnen nu bij de rechter aantonen dat er sprake is van een ongeoorloofde inbreuk op het mededingingsrecht.

Winkeliers die een schadevergoedingsactie instellen, zullen echter geconfronteerd kunnen worden met het passing-on verweer. Het passing-on verweer houdt in dat Mastercard de winkelier tegenwerpt deze (een deel van) de te hoge interchange fees heeft doorberekend aan zijn consumenten. Hierdoor heeft een winkelier geen of minder schade geleden.

Het gedeelte van de schade dat is doorberekend aan consumenten hoeft in geval van een succesvol passing-on verweer niet te worden meegenomen bij de berekening van de geleden schade. Doorgaans zal dit gedeelte in mindering worden gebracht op de beweerde schadesom. De bewijslast dat een deel van de schade is doorberekend aan consumenten van de winkelier, rust bij de partij die dit verweer voert in dit geval zou dat Mastercard zijn.

Het begroten van de geleden schade van winkeliers is daarom zeker geen eenvoudige opgave. Wel kan een belangrijke indicatie van de hoogte van de geleden schade gelegen zijn in het verschil in de hoogte van interchange fees die voor 9 december 2015 zijn betaald en die daarna zijn betaald. Dit is een solide start voor het begroten van geleden schade.

Mastercard kan overigens nog in beroep tegen dit besluit van de Commissie bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Besluiten van de Europese Commissie worden zelden vernietigd door de Europese rechter.

Op 22 januari 2019 heeft de Europese Commissie (Commissie) een boete opgelegd van ruim €570 miljoen aan Mastercard. De Commissie verwijt Mastercard dat zij het winkeliers onmogelijk heeft gemaakt om gebruik te maken van lagere "interchange fees" (afwikkelingsvergoedingen) uit andere lidstaten van de Europese Unie. Hierdoor was jarenlang sprake van te hoge interchange fees en daardoor uiteindelijk hogere prijzen voor consumenten.

Mastercard
Mastercard is het op een na grootste kaartsysteem in de Europese Unie voor wat betreft de uitgifte van consumentenkaarten en de waarde van transacties. Samen met Visa domineert Mastercard de Europese markt voor kaartsystemen.

Mastercard biedt de Mastercard-regeling aan op grond waarvan banken diensten aanbieden voor Mastercard en Maestro credit- en debit cards. De banken die meedoen aan de regeling geven credit- en debit cards van Mastercard en Maestro uit ("uitgevende banken"). Het Mastercard-systeem fungeert als een platform waarbinnen uitgevende banken consumenten voorzien van credit- en debit cards, zorgen voor de voltooiing van betalingen en geld overmaken naar de banken van winkeliers.

In gewone mensentaal: wat is er aan de hand?
Stel dat ik een nieuwe outfit koop bij een kledingwinkel. De kledingwinkel maakt gebruik van de diensten van bank B. Ik betaal mijn nieuwe outfit met mijn Maestro bankpas, uitgegeven door bank A. Bank B (de bank van de kledingwinkel) moet naar aanleiding van deze betaling een interchange fee betalen aan bank A (mijn bank). Deze interchange fee bedraagt meestal een percentage van het bedrag dat wordt betaald, plus een eventueel vast bedrag (bijvoorbeeld 0,15% van het bedrag dat wordt betaald + 0,0020) en strekt ter dekking van diverse risico's en kosten zoals behandelingskosten.

Banken rekenen deze interchange fees door aan winkeliers, die deze kosten op hun beurt verdisconteren in de verkoopprijzen van hun producten. Iedere consument ook de consument die contant betaalt heeft op deze manier te maken met hogere prijzen.

Tot 9 december 2015 verschilden deze interchange fees aanzienlijk per land in de Europese Unie. Voor winkeliers binnen het Mastercard-systeem was het dus bijzonder vervelend dat zij verplicht waren het tarief te betalen van het land waarin de winkelier (en niet de bank) was gevestigd.

De Commissie is van mening dat winkeliers gebruik hadden mogen maken van lagere interchange fees in andere Europese lidstaten en heeft Mastercard daarom beboet.

Interchange Fee Verordening
Sinds 9 december 2015 gelden maximumtarieven voor interchange fees die betrekking hebben op betaaltransacties met consumentenkaarten. Voor creditcards geldt een maximale interchange fee van 0,3% van de waarde van de betaaltransactie, voor debitcards is dit vastgesteld op 0,2%.

De boete die de Commissie in dit besluit heeft opgelegd is voor de periode van voor 9 december 2015.

Schadevergoedingsacties?
Met dit besluit van de Commissie waarin een overtreding van de mededingingsregels is geconstateerd, kan het instellen van een schadevergoedingsactie voor winkeliers interessant zijn.

Winkeliers hebben tot 9 december 2015 immers mogelijk (te) veel betaald aan interchange fees. Zij kunnen nu bij de rechter aantonen dat er sprake is van een ongeoorloofde inbreuk op het mededingingsrecht.

Winkeliers die een schadevergoedingsactie instellen, zullen echter geconfronteerd kunnen worden met het passing-on verweer. Het passing-on verweer houdt in dat Mastercard de winkelier tegenwerpt deze (een deel van) de te hoge interchange fees heeft doorberekend aan zijn consumenten. Hierdoor heeft een winkelier geen of minder schade geleden.

Het gedeelte van de schade dat is doorberekend aan consumenten hoeft in geval van een succesvol passing-on verweer niet te worden meegenomen bij de berekening van de geleden schade. Doorgaans zal dit gedeelte in mindering worden gebracht op de beweerde schadesom. De bewijslast dat een deel van de schade is doorberekend aan consumenten van de winkelier, rust bij de partij die dit verweer voert in dit geval zou dat Mastercard zijn.

Het begroten van de geleden schade van winkeliers is daarom zeker geen eenvoudige opgave. Wel kan een belangrijke indicatie van de hoogte van de geleden schade gelegen zijn in het verschil in de hoogte van interchange fees die voor 9 december 2015 zijn betaald en die daarna zijn betaald. Dit is een solide start voor het begroten van geleden schade.

Mastercard kan overigens nog in beroep tegen dit besluit van de Commissie bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Besluiten van de Europese Commissie worden zelden vernietigd door de Europese rechter.