Brancheringsmaatregel detailhandel Delfzijl toegestaan

 11 oktober 2021 | Blog

De afgelopen jaren heeft de Afdeling zich met enige regelmaat uitgelaten over de toelaatbaarheid van brancheringsregels. Zo ook recent, waarbij de raad van Delfzijl supermarkten op perifere locaties probeerde te weren om het kernwinkelgebied te versterken. De Afdeling oordeelt in haar uitspraak van 15 september 2021 dat de raad de branchebeperkingen op perifere locaties in het bestemmingsplan mocht opnemen.

In Delfzijl zijn vijf supermarkten gevestigd, waarvan er drie zich buiten het centrumgebied bevinden. Een initiatiefnemer wilde een oude steenfabriek aan de rand van Delfzijl laten slopen om daar twee supermarktruimten te realiseren. Twee supermarkten die zich reeds buiten het centrumgebied bevinden, zouden dan naar de locatie van de steenfabriek verhuizen. Voor deze ontwikkeling, waarbij het bestemmingsplan het gebruik als supermarkt toestond, is in 2017 door de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aangevraagd. Deze omgevingsvergunning is door het college van Eemsdelta geweigerd vanwege een sloopverbod uit de Omgevingsverordening Provincie Groningen.

Raad treft voorbereidingsbesluiten ter voorkoming van detailhandel: concentratie in centrumgebied

Na de aanvraag van de initiatiefnemer heeft de raad van Eemsdelta geconstateerd dat het ter plaatse geldende bestemmingsplan – volgens de raad – ten onrechte ruimte liet voor detailhandel, waaronder de vestiging van een supermarkt. Binnen een week na de aanvraag om omgevingsvergunning heeft de raad zodoende een voorbereidingsbesluit genomen. Na (onherroepelijke) weigering van de aangevraagde omgevingsvergunning, resteerde voor de initiatiefnemer dus niets meer dan beroep in te stellen tegen het uiteindelijke bestemmingsplan dat – volgend op het voorbereidingsbesluit – detailhandel ter plaatse verbiedt.

Afdeling: brancheringsregeling niet in strijd met Dienstenrichtlijn

Met het bestemmingsplan worden de mogelijkheden om ter plaatse diensten – zoals het exploiteren van een supermarkt – te exploiteren weggenomen. Door de initiatiefnemer wordt in beroep aangevoerd dat die brancheringsregeling in strijd is met de Dienstenrichtlijn, omdat onder meer een analyse met ‘specifieke gegevens’ ter onderbouwing van de evenredigheid ontbreekt.

De Afdeling oordeelt dat de raad al sinds 2003 beleid voert dat erop gericht is om het centrumgebied te versterken. In zoverre is volgens de Afdeling sprake van een coherent en systematisch beleid om dit doel na te streven. Daarnaast kan het schrappen van detailhandelsmeters volgens de Afdeling een zinvolle bijdrage leveren aan het totale pakket aan maatregelen om het centrumgebied te versterken.

Tot slot

Uit deze uitspraak volgt dat, zelfs als detailhandel ter plaatse is toegestaan, het nog geen zekerheid is dat ter plaatse ook daadwerkelijk een supermarkt geopend kan worden. Thans wordt immers de sloopvergunning – en daarmee de gehele omgevingsvergunning – geweigerd. Omdat in de tussentijd al een voorbereidingsbesluit is genomen, resteert initiatiefnemer niets anders dan tegen het nieuwe bestemmingsplan met de brancheringsregeling op te komen. Een dergelijk beroep blijkt de afgelopen jaren, onder meer vanwege de herstelmogelijkheden die aan gemeenteraden worden geboden, steeds minder kansrijk.

De afgelopen jaren heeft de Afdeling zich met enige regelmaat uitgelaten over de toelaatbaarheid van brancheringsregels. Zo ook recent, waarbij de raad van Delfzijl supermarkten op perifere locaties probeerde te weren om het kernwinkelgebied te versterken. De Afdeling oordeelt in haar uitspraak van 15 september 2021 dat de raad de branchebeperkingen op perifere locaties in het bestemmingsplan mocht opnemen.

In Delfzijl zijn vijf supermarkten gevestigd, waarvan er drie zich buiten het centrumgebied bevinden. Een initiatiefnemer wilde een oude steenfabriek aan de rand van Delfzijl laten slopen om daar twee supermarktruimten te realiseren. Twee supermarkten die zich reeds buiten het centrumgebied bevinden, zouden dan naar de locatie van de steenfabriek verhuizen. Voor deze ontwikkeling, waarbij het bestemmingsplan het gebruik als supermarkt toestond, is in 2017 door de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aangevraagd. Deze omgevingsvergunning is door het college van Eemsdelta geweigerd vanwege een sloopverbod uit de Omgevingsverordening Provincie Groningen.

Raad treft voorbereidingsbesluiten ter voorkoming van detailhandel: concentratie in centrumgebied

Na de aanvraag van de initiatiefnemer heeft de raad van Eemsdelta geconstateerd dat het ter plaatse geldende bestemmingsplan – volgens de raad – ten onrechte ruimte liet voor detailhandel, waaronder de vestiging van een supermarkt. Binnen een week na de aanvraag om omgevingsvergunning heeft de raad zodoende een voorbereidingsbesluit genomen. Na (onherroepelijke) weigering van de aangevraagde omgevingsvergunning, resteerde voor de initiatiefnemer dus niets meer dan beroep in te stellen tegen het uiteindelijke bestemmingsplan dat – volgend op het voorbereidingsbesluit – detailhandel ter plaatse verbiedt.

Afdeling: brancheringsregeling niet in strijd met Dienstenrichtlijn

Met het bestemmingsplan worden de mogelijkheden om ter plaatse diensten – zoals het exploiteren van een supermarkt – te exploiteren weggenomen. Door de initiatiefnemer wordt in beroep aangevoerd dat die brancheringsregeling in strijd is met de Dienstenrichtlijn, omdat onder meer een analyse met ‘specifieke gegevens’ ter onderbouwing van de evenredigheid ontbreekt.

De Afdeling oordeelt dat de raad al sinds 2003 beleid voert dat erop gericht is om het centrumgebied te versterken. In zoverre is volgens de Afdeling sprake van een coherent en systematisch beleid om dit doel na te streven. Daarnaast kan het schrappen van detailhandelsmeters volgens de Afdeling een zinvolle bijdrage leveren aan het totale pakket aan maatregelen om het centrumgebied te versterken.

Tot slot

Uit deze uitspraak volgt dat, zelfs als detailhandel ter plaatse is toegestaan, het nog geen zekerheid is dat ter plaatse ook daadwerkelijk een supermarkt geopend kan worden. Thans wordt immers de sloopvergunning – en daarmee de gehele omgevingsvergunning – geweigerd. Omdat in de tussentijd al een voorbereidingsbesluit is genomen, resteert initiatiefnemer niets anders dan tegen het nieuwe bestemmingsplan met de brancheringsregeling op te komen. Een dergelijk beroep blijkt de afgelopen jaren, onder meer vanwege de herstelmogelijkheden die aan gemeenteraden worden geboden, steeds minder kansrijk.