Vandaag, 19 april 2016, is het dan zover: de implementatietermijn is verstreken van de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU (concessies), 2014/24/EU (overheidsopdrachten) en 2014/25/EU (speciale sectoren).
Nederland had tot 18 april 2016 de tijd om de Aanbestedingswet aan te passen aan de nieuwe richtlijnen. Enkele weken geleden werd duidelijk dat deze datum te vroeg kwam voor Nederland, de nieuwe regels treden nu pas op 1 juli 2016 in werking. Rest aan Aanbesteding minnend Nederland de vraag: mogen de aanbestedende diensten en gegadigden dan wel inschrijvers in deze tussenperiode (18 april -1 juli 2016) een beroep doen op de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen? Richtlijnen zijn slechts een instructie gericht aan lidstaten van de Europese Unie om deze om te zetten of te implementeren in de nationale wetgeving. Doordat richtlijnen instructies zijn gericht aan lidstaten kunnen particulieren hier niet direct een beroep op doen en heeft een richtlijn in eerste instantie geen rechtstreekse werking. Om het nuttig effect van het Europese recht te waarborgen heeft het Europese Hof van Justitie echter geoordeeld dat richtlijnbepalingen in sommige gevallen rechtstreekse werking kunnen hebben. De rechtstreekse werking van een bepaling uit een richtlijn ontstaat pas vanaf het moment dat de implementatietermijn is verstreken of als een richtlijn niet correct is omgezet dan wel geïmplementeerd. Ten aanzien van de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen geldt het eerste geval: de richtlijnen zijn niet tijdig geïmplementeerd.
Dat betekent dat per bepaling moet worden bekeken of deze rechtstreekse werking heeft en of particulieren hier een beroep op kunnen doen. Van rechtstreekse werking is sprake indien de betreffende bepaling onvoorwaardelijk, voldoende duidelijk en nauwkeurig is. Maar wanneer is dit nu het geval?
Enkele voorbeelden van bepalingen uit Richtlijn 2014/24/EU die ons inziens onvoorwaardelijk, voldoende duidelijk en nauwkeurig zijn, en dus rechtstreekse werking hebben, zijn:
- Artikel 12 (inbesteding en horizontale samenwerking);
- Artikel 43 (verwijzen naar keurmerken);
- Artikel 72 (wezenlijke wijziging);
- Artikelen 74 tot en met 76 (sociale diensten).
Zit de bepaling waar u een beroep wil doen hier niet tussen? Neem contact op met een van onze experts op het gebied van het Aanbesteding. Wij staan u graag te woord.
Vandaag, 19 april 2016, is het dan zover: de implementatietermijn is verstreken van de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU (concessies), 2014/24/EU (overheidsopdrachten) en 2014/25/EU (speciale sectoren).
Nederland had tot 18 april 2016 de tijd om de Aanbestedingswet aan te passen aan de nieuwe richtlijnen. Enkele weken geleden werd duidelijk dat deze datum te vroeg kwam voor Nederland, de nieuwe regels treden nu pas op 1 juli 2016 in werking. Rest aan Aanbesteding minnend Nederland de vraag: mogen de aanbestedende diensten en gegadigden dan wel inschrijvers in deze tussenperiode (18 april -1 juli 2016) een beroep doen op de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen? Richtlijnen zijn slechts een instructie gericht aan lidstaten van de Europese Unie om deze om te zetten of te implementeren in de nationale wetgeving. Doordat richtlijnen instructies zijn gericht aan lidstaten kunnen particulieren hier niet direct een beroep op doen en heeft een richtlijn in eerste instantie geen rechtstreekse werking. Om het nuttig effect van het Europese recht te waarborgen heeft het Europese Hof van Justitie echter geoordeeld dat richtlijnbepalingen in sommige gevallen rechtstreekse werking kunnen hebben. De rechtstreekse werking van een bepaling uit een richtlijn ontstaat pas vanaf het moment dat de implementatietermijn is verstreken of als een richtlijn niet correct is omgezet dan wel geïmplementeerd. Ten aanzien van de nieuwe Aanbestedingsrichtlijnen geldt het eerste geval: de richtlijnen zijn niet tijdig geïmplementeerd.
Dat betekent dat per bepaling moet worden bekeken of deze rechtstreekse werking heeft en of particulieren hier een beroep op kunnen doen. Van rechtstreekse werking is sprake indien de betreffende bepaling onvoorwaardelijk, voldoende duidelijk en nauwkeurig is. Maar wanneer is dit nu het geval?
Enkele voorbeelden van bepalingen uit Richtlijn 2014/24/EU die ons inziens onvoorwaardelijk, voldoende duidelijk en nauwkeurig zijn, en dus rechtstreekse werking hebben, zijn:
- Artikel 12 (inbesteding en horizontale samenwerking);
- Artikel 43 (verwijzen naar keurmerken);
- Artikel 72 (wezenlijke wijziging);
- Artikelen 74 tot en met 76 (sociale diensten).
Zit de bepaling waar u een beroep wil doen hier niet tussen? Neem contact op met een van onze experts op het gebied van het Aanbesteding. Wij staan u graag te woord.