EBN krijgt wettelijke taak bij geothermie

 26 maart 2019 | Blog

Eerder blogden wij al over de voor geothermieprojecten belangrijke, op handen zijnde, wetswijziging van (onder meer) de Mijnbouwwet. (Geothermie: de wetgever moet haast maken om het ongekende potentieel te verzilveren). Die wetswijziging moet de Nederlandse geothermiemarkt in staat stellen om binnen afzienbare termijn op te schalen en te professionaliseren. Dat is noodzakelijk omdat geothermie een belangrijke duurzame energiebron is en veel potentie heeft in combinatie met warmtenetten. Vanwege haar ervaring binnen de olie- en gassector, kan Energiebeheer Beheer Nederland ("EBN") een belangrijke rol spelen bij de opschaling en professionalisering van de geothermiemarkt.

21 maart 2019 was hij er dan eindelijk, de langverwachte kamerbrief van minister Wiebes over de nieuwe wettelijke rol van EBN bij geothermieprojecten. Daarin is uitgewerkt dat EBN een wettelijke taak krijgt bij het financieren van geothermieprojecten en het beschikbaar stellen van kennis en kunde op het gebied van projectmanagement en veiligheid.

In dit blog worden de taken van EBN toegelicht. EBN is een beleidsdeelneming van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ("EZK") en heeft veel ervaring met het ondernemen in de Nederlandse (diepe) ondergrond. Van oudsher investeert en participeert EBN in aardgas- en aardolieprojecten. De vervolgstap is nu dat het publieke belang bij geothermie zal worden geborgd door EBN. EBN gaat deze publieke taak in overleg met EZK en de verschillende stakeholders nader invullen.

Op 6 juni aanstaande organiseert AKD een seminar over de realisatie van geothermieprojecten. Wij staan in dat kader stil bij de juridische en financiële knelpunten voor geothermieprojecten en de mogelijke oplossingen voor deze knelpunten. Registreren voor dit seminar kan hier.

EBN als risicokapitaalverstrekker
EBN zal in de toekomst risicodragend gaan deelnemen in geothermieprojecten, vanaf de opsporingsfase. Op die manier kan EBN in een vroeg stadium onder meer projectrisico's mitigeren en meedelen in deze risico's over de volle looptijd van geothermieprojecten.

Bandbreedte deelneming tussen de 20 en 40%

De mate waarin EBN in geothermieprojecten participeert zal afhankelijk zijn van (onder meer) de volgende drie factoren:

  • de kapitaalbehoefte van de initiatiefnemer;
  • de gewenste zeggenschap van de (overige) aandeelhouder(s); en
  • de gewenste versnelling.

Afhankelijk van de professionaliteit en de financiële draagkracht van de initiatiefnemer kan de verplichte deelneming van EBN tussen de 20 en 40% bedragen. Een beoordelingskader wordt nog uitgewerkt.

EBN heeft met betrekking tot haar rol aangegeven dat zij naar verwachting, gelijk aan de systematiek in de olie- en gassector, de rol van non-operating investeerder (en dus niet die van medevergunninghouder) op zich zal nemen. In de rol als non-operating investeerder zal EBN ervaring, kennis en kunde inbrengen op het gebied van projectmanagement en veiligheid. Op die manier kan het risicoprofiel van geothermieprojecten worden verlaagd. Het hoge risicoprofiel wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door onsuccesvolle proefboringen vanwege onvoldoende kennis van de ondergrond, hoge (start)investeringen en de afwezigheid van projecten met een volledige doorlooptijd. Dit zijn belangrijke knelpunten bij het opschalen van de geothermiemarkt. Het ontbreken van een veiligheidscultuur (en de dientengevolge bestaande aansprakelijkheidsrisico's) is een belangrijk knelpunt in de bestaande praktijk. Eerder heeft de toezichthouder, het Staatstoezicht op de mijnen (het "SodM"), het verbeteren van de veiligheidscultuur hoog op de agenda gezet (zie onder meer het rapport van het SodM 'Staat van de Sector Geothermie').

Initiële periode van vijf jaar

EZK zal de financiële deelname van EBN in nieuwe geothermieprojecten in eerste instantie toestaan voor een periode van vijf jaar. Na afloop van deze eerste vijf jaar vindt er een evaluatie plaats en zal EZK beoordelen of de financiële deelname van EBN nog steeds nodig is of geothermieprojecten volledig aan de private markt wordt overgelaten. De randvoorwaarde voor de projecten zal zijn dat deze economisch rendabel zal zijn.

EBN heeft aangegeven dat EBN in beginsel alleen zal deelnemen in nieuwe geothermieprojecten. Dit laat onverlet dat EBN ook openstaat voor verzoeken vanuit bestaande aardwarmteprojecten om alsnog deel te gaan nemen in deze projecten (zie Q&A kamerbrief EZK deelname EBN in aardwarmteprojecten).

Tot (tenminste) 2020 vrijwillige deelname door EBN

EBN krijgt door middel van de aangekondigde wijziging van de Mijnbouwwet (die naar verwachting niet eerder dan eind 2020 in werking treedt) een wettelijke taak op het gebied van geothermie. In de tussentijd kan EBN, na het verkrijgen van toestemming van de minister op de voet van artikel 82, derde lid van de Mijnbouwwet, vrijwillig deelnemen in geothermieprojecten. Het is aan de onderneming om het initiatief te nemen.

Conclusie
De deelname van EBN (zowel qua kennis als kapitaal) lijkt een noodzakelijke stap voor het sneller volwassen worden van de geothermiesector. Naar verwachting zorgt de deelname van EBN, in combinatie met de subsidieregelingen (SDE+(+) en RNES), voor de juiste impuls in de geothermiemarkt.

In dit kader merken wij op dat het relevant is dat er vanuit EZK ook aandacht bestaat voor het reguleren van de vraag naar warmte. De business case van een geothermieproject in de gebouwde omgeving staat of valt bijvoorbeeld bij de realisatie van een warmtenet met voldoende afnemers (die worden afgesloten van de bestaande gasinfrastructuur). Met de deelname van EBN in de geothermieprojecten wordt het risico van onvoldoende afnemers op zichzelf nog niet weggenomen.

Eerder blogden wij al over de voor geothermieprojecten belangrijke, op handen zijnde, wetswijziging van (onder meer) de Mijnbouwwet. (Geothermie: de wetgever moet haast maken om het ongekende potentieel te verzilveren). Die wetswijziging moet de Nederlandse geothermiemarkt in staat stellen om binnen afzienbare termijn op te schalen en te professionaliseren. Dat is noodzakelijk omdat geothermie een belangrijke duurzame energiebron is en veel potentie heeft in combinatie met warmtenetten. Vanwege haar ervaring binnen de olie- en gassector, kan Energiebeheer Beheer Nederland ("EBN") een belangrijke rol spelen bij de opschaling en professionalisering van de geothermiemarkt.

21 maart 2019 was hij er dan eindelijk, de langverwachte kamerbrief van minister Wiebes over de nieuwe wettelijke rol van EBN bij geothermieprojecten. Daarin is uitgewerkt dat EBN een wettelijke taak krijgt bij het financieren van geothermieprojecten en het beschikbaar stellen van kennis en kunde op het gebied van projectmanagement en veiligheid.

In dit blog worden de taken van EBN toegelicht. EBN is een beleidsdeelneming van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ("EZK") en heeft veel ervaring met het ondernemen in de Nederlandse (diepe) ondergrond. Van oudsher investeert en participeert EBN in aardgas- en aardolieprojecten. De vervolgstap is nu dat het publieke belang bij geothermie zal worden geborgd door EBN. EBN gaat deze publieke taak in overleg met EZK en de verschillende stakeholders nader invullen.

Op 6 juni aanstaande organiseert AKD een seminar over de realisatie van geothermieprojecten. Wij staan in dat kader stil bij de juridische en financiële knelpunten voor geothermieprojecten en de mogelijke oplossingen voor deze knelpunten. Registreren voor dit seminar kan hier.

EBN als risicokapitaalverstrekker
EBN zal in de toekomst risicodragend gaan deelnemen in geothermieprojecten, vanaf de opsporingsfase. Op die manier kan EBN in een vroeg stadium onder meer projectrisico's mitigeren en meedelen in deze risico's over de volle looptijd van geothermieprojecten.

Bandbreedte deelneming tussen de 20 en 40%

De mate waarin EBN in geothermieprojecten participeert zal afhankelijk zijn van (onder meer) de volgende drie factoren:

  • de kapitaalbehoefte van de initiatiefnemer;
  • de gewenste zeggenschap van de (overige) aandeelhouder(s); en
  • de gewenste versnelling.

Afhankelijk van de professionaliteit en de financiële draagkracht van de initiatiefnemer kan de verplichte deelneming van EBN tussen de 20 en 40% bedragen. Een beoordelingskader wordt nog uitgewerkt.

EBN heeft met betrekking tot haar rol aangegeven dat zij naar verwachting, gelijk aan de systematiek in de olie- en gassector, de rol van non-operating investeerder (en dus niet die van medevergunninghouder) op zich zal nemen. In de rol als non-operating investeerder zal EBN ervaring, kennis en kunde inbrengen op het gebied van projectmanagement en veiligheid. Op die manier kan het risicoprofiel van geothermieprojecten worden verlaagd. Het hoge risicoprofiel wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door onsuccesvolle proefboringen vanwege onvoldoende kennis van de ondergrond, hoge (start)investeringen en de afwezigheid van projecten met een volledige doorlooptijd. Dit zijn belangrijke knelpunten bij het opschalen van de geothermiemarkt. Het ontbreken van een veiligheidscultuur (en de dientengevolge bestaande aansprakelijkheidsrisico's) is een belangrijk knelpunt in de bestaande praktijk. Eerder heeft de toezichthouder, het Staatstoezicht op de mijnen (het "SodM"), het verbeteren van de veiligheidscultuur hoog op de agenda gezet (zie onder meer het rapport van het SodM 'Staat van de Sector Geothermie').

Initiële periode van vijf jaar

EZK zal de financiële deelname van EBN in nieuwe geothermieprojecten in eerste instantie toestaan voor een periode van vijf jaar. Na afloop van deze eerste vijf jaar vindt er een evaluatie plaats en zal EZK beoordelen of de financiële deelname van EBN nog steeds nodig is of geothermieprojecten volledig aan de private markt wordt overgelaten. De randvoorwaarde voor de projecten zal zijn dat deze economisch rendabel zal zijn.

EBN heeft aangegeven dat EBN in beginsel alleen zal deelnemen in nieuwe geothermieprojecten. Dit laat onverlet dat EBN ook openstaat voor verzoeken vanuit bestaande aardwarmteprojecten om alsnog deel te gaan nemen in deze projecten (zie Q&A kamerbrief EZK deelname EBN in aardwarmteprojecten).

Tot (tenminste) 2020 vrijwillige deelname door EBN

EBN krijgt door middel van de aangekondigde wijziging van de Mijnbouwwet (die naar verwachting niet eerder dan eind 2020 in werking treedt) een wettelijke taak op het gebied van geothermie. In de tussentijd kan EBN, na het verkrijgen van toestemming van de minister op de voet van artikel 82, derde lid van de Mijnbouwwet, vrijwillig deelnemen in geothermieprojecten. Het is aan de onderneming om het initiatief te nemen.

Conclusie
De deelname van EBN (zowel qua kennis als kapitaal) lijkt een noodzakelijke stap voor het sneller volwassen worden van de geothermiesector. Naar verwachting zorgt de deelname van EBN, in combinatie met de subsidieregelingen (SDE+(+) en RNES), voor de juiste impuls in de geothermiemarkt.

In dit kader merken wij op dat het relevant is dat er vanuit EZK ook aandacht bestaat voor het reguleren van de vraag naar warmte. De business case van een geothermieproject in de gebouwde omgeving staat of valt bijvoorbeeld bij de realisatie van een warmtenet met voldoende afnemers (die worden afgesloten van de bestaande gasinfrastructuur). Met de deelname van EBN in de geothermieprojecten wordt het risico van onvoldoende afnemers op zichzelf nog niet weggenomen.