Een blanco bezuiniging

 17 december 2021 | Blog

De meest besproken maatregel in het Coalitieakkoord is geen maatregel, maar een getal: €4.819.000.000. Deze bijna € 5 miljard is de structurele bezuiniging die de vier betrokken partijen hebben opgenomen in de financiële bijlage bij het akkoord. Hoe wil de nieuwe regering dit bedrag bij elkaar sprokkelen?

Minder méér

De bezuiniging betekent niet dat de coalitie de komende jaren minder geld aan de zorg zal uitgeven: het gaat om een verlaging ten opzichte van de prognose, die ieder jaar een flinke toename laat zien. Het wordt dus niet minder, maar minder méér.

Het Coalitieakkoord maakt niet duidelijk waar het bezuinigingsbedrag vandaan moet komen. De ‘budgettaire bijlage’ bij het akkoord geeft meer inzicht. Daarin valt op dat de bijna € 5 miljard is opgebouwd uit besparingen die pas op de lange tot zeer lange termijn (het jaar 2052!) worden bereikt. Wie nog meer inzicht wil krijgen van de financiële impact van allerlei mogelijke maatregelen, kan het rapport Zorgkeuzes in Kaart van het Centraal Plan Bureau (CPB) lezen. 

Passende zorg

De passage in het Coalitieakkoord over het zorgstelsel begint met een tekst over ‘passende zorg’. Daarmee wordt bedoeld dat de coalitie alleen nog bewezen effectieve zorg wil vergoeden; overbehandeling moet worden voorkomen. Het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vinden passende zorg al langer een belangrijk thema. Wat de vrij lange tekst in het Coalitieakkoord niet bevat, is een ‘harde’ toets van behandelingen op kosteneffectiviteit (bijvoorbeeld: een behandeling mag maximaal € 80.000 per gewonnen levensjaar kosten). Ook als dat anders zou zijn, hoeven we van passende zorg op korte termijn geen grote financiële opbrengst te verwachten: het CPB vindt de opbrengsten ervan zo onzeker, dat het er geen enkel bezuinigingsbedrag aan durft te verbinden.

Een ander landschap

Dat is anders voor een ‘herinrichting van het ziekenhuislandschap’. Het CPB denkt dat met het concentreren van hoogcomplexe zorg € 300 miljoen per jaar te besparen is. Door het aantal SEH-afdelingen te beperken komt daar nog eens € 100 miljoen bij. In het Coalitieakkoord staat dat de NZa regiobeelden zal opstellen, op basis waarvan een herschikking zal plaatsvinden. Dat is een interessante wijziging: tot nu toe stellen zorgaanbieders en zorgverzekeraars zelf de regiobeelden op. De vraag is nu of de NZa ook bevoegdheden zal krijgen om haar regiobeelden tot uitvoering te brengen. Dat zou een vergaande wijziging in het zorgstelsel betekenen; daarover lezen we in het Coalitieakkoord niets expliciets.

Wonen en zorg

Het rapport van het CPB laat zien dat vooral het invoeren of verhogen van eigen betalingen leidt tot grote besparingen. In het licht daarvan is de maatregel dat in de ouderenzorg ‘wonen en zorg stapsgewijs gescheiden’ worden heel interessant. Op dit moment hebben mensen met een indicatie voor Wlz-zorg nog recht op zorg, op verblijf in een instelling (bijvoorbeeld een verpleeghuis) en op diensten als eten en drinken en schoonmaak. Als de aanspraak beperkt zou worden tot alleen de zorg, moeten ouderen aan de instelling waar zij wonen huur en servicekosten betalen. Dat leidt volgens de budgettaire bijlage tot een besparing van uiteindelijk € 1,2 miljard. Dit is uiteraard een maatregel van grote gevoeligheid, waarvan moet worden afgewacht of die ongeschonden de politieke eindstreep haalt.

Slot

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft recent laten zien dat de groei van de gezondheidszorg in verschillende opzichten onhoudbaar is. Volgens de WRR zal de overheid scherpe keuzes moeten maken om de zorg in bedrijf te houden. Dat vraagt ook scherpe juridische keuzes. Het Coalitieakkoord laat wel een forse bezuiniging zien, maar nog niet de scherpe keuzes die daarvoor moeten zorgen.

De meest besproken maatregel in het Coalitieakkoord is geen maatregel, maar een getal: €4.819.000.000. Deze bijna € 5 miljard is de structurele bezuiniging die de vier betrokken partijen hebben opgenomen in de financiële bijlage bij het akkoord. Hoe wil de nieuwe regering dit bedrag bij elkaar sprokkelen?

Minder méér

De bezuiniging betekent niet dat de coalitie de komende jaren minder geld aan de zorg zal uitgeven: het gaat om een verlaging ten opzichte van de prognose, die ieder jaar een flinke toename laat zien. Het wordt dus niet minder, maar minder méér.

Het Coalitieakkoord maakt niet duidelijk waar het bezuinigingsbedrag vandaan moet komen. De ‘budgettaire bijlage’ bij het akkoord geeft meer inzicht. Daarin valt op dat de bijna € 5 miljard is opgebouwd uit besparingen die pas op de lange tot zeer lange termijn (het jaar 2052!) worden bereikt. Wie nog meer inzicht wil krijgen van de financiële impact van allerlei mogelijke maatregelen, kan het rapport Zorgkeuzes in Kaart van het Centraal Plan Bureau (CPB) lezen. 

Passende zorg

De passage in het Coalitieakkoord over het zorgstelsel begint met een tekst over ‘passende zorg’. Daarmee wordt bedoeld dat de coalitie alleen nog bewezen effectieve zorg wil vergoeden; overbehandeling moet worden voorkomen. Het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vinden passende zorg al langer een belangrijk thema. Wat de vrij lange tekst in het Coalitieakkoord niet bevat, is een ‘harde’ toets van behandelingen op kosteneffectiviteit (bijvoorbeeld: een behandeling mag maximaal € 80.000 per gewonnen levensjaar kosten). Ook als dat anders zou zijn, hoeven we van passende zorg op korte termijn geen grote financiële opbrengst te verwachten: het CPB vindt de opbrengsten ervan zo onzeker, dat het er geen enkel bezuinigingsbedrag aan durft te verbinden.

Een ander landschap

Dat is anders voor een ‘herinrichting van het ziekenhuislandschap’. Het CPB denkt dat met het concentreren van hoogcomplexe zorg € 300 miljoen per jaar te besparen is. Door het aantal SEH-afdelingen te beperken komt daar nog eens € 100 miljoen bij. In het Coalitieakkoord staat dat de NZa regiobeelden zal opstellen, op basis waarvan een herschikking zal plaatsvinden. Dat is een interessante wijziging: tot nu toe stellen zorgaanbieders en zorgverzekeraars zelf de regiobeelden op. De vraag is nu of de NZa ook bevoegdheden zal krijgen om haar regiobeelden tot uitvoering te brengen. Dat zou een vergaande wijziging in het zorgstelsel betekenen; daarover lezen we in het Coalitieakkoord niets expliciets.

Wonen en zorg

Het rapport van het CPB laat zien dat vooral het invoeren of verhogen van eigen betalingen leidt tot grote besparingen. In het licht daarvan is de maatregel dat in de ouderenzorg ‘wonen en zorg stapsgewijs gescheiden’ worden heel interessant. Op dit moment hebben mensen met een indicatie voor Wlz-zorg nog recht op zorg, op verblijf in een instelling (bijvoorbeeld een verpleeghuis) en op diensten als eten en drinken en schoonmaak. Als de aanspraak beperkt zou worden tot alleen de zorg, moeten ouderen aan de instelling waar zij wonen huur en servicekosten betalen. Dat leidt volgens de budgettaire bijlage tot een besparing van uiteindelijk € 1,2 miljard. Dit is uiteraard een maatregel van grote gevoeligheid, waarvan moet worden afgewacht of die ongeschonden de politieke eindstreep haalt.

Slot

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft recent laten zien dat de groei van de gezondheidszorg in verschillende opzichten onhoudbaar is. Volgens de WRR zal de overheid scherpe keuzes moeten maken om de zorg in bedrijf te houden. Dat vraagt ook scherpe juridische keuzes. Het Coalitieakkoord laat wel een forse bezuiniging zien, maar nog niet de scherpe keuzes die daarvoor moeten zorgen.

Gerelateerde expertises