Europese consumententoezichthouders roepen luchtvaartmaatschappijen op te stoppen met (potentiële) greenwashing

 5 juni 2024 | Blog

Recent werd bekend gemaakt dat  de Europese Commissie, samen met de consumentenautoriteiten van de EU (het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, “CPC”),  twintig luchtvaartmaatschappijen hebben gewezen op mogelijk misleidende duurzaamheidsclaims. Dit naar aanleiding van een klacht van het Europees Bureau van Consumentenverenigingen (BEUC). De luchtvaartmaatschappijen kregen 30 dagen de tijd om hun praktijken in lijn te brengen met het Europees consumentenrecht.

Wat is er aan de hand?

De CPC richtte zich in haar onderzoek op claims van luchtvaartmaatschappijen dat de CO2-emissies van een vlucht gecompenseerd kunnen worden door klimaatprojecten of door het gebruik van duurzame brandstoffen. Consumenten zouden hieraan kunnen bijdragen door extra vergoedingen te betalen. De CPC maakt zich zorgen dat de praktijken kunnen worden beschouwd als misleidende handelingen/omissie in de zin van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken, waarbij het gaat om artikel 5, 6 en 7 van deze richtlijn. In Nederland is de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken geïmplementeerd in de Wet oneerlijke handelspraktijken (artikel 6:193a e.v. BW).

Kernpunten actie Europese Commissie en CPC

De door de Europese Commissie en CPC potentieel vastgestelde misleidende praktijken bij de betreffende luchtvaartmaatschappijen zijn onder meer:

  • Het wekken van de onjuiste indruk dat het betalen van een extra vergoeding voor de financiering van klimaatprojecten of om het gebruik van alternatieve brandstoffen de CO2-uitstoot kan doen verminderen of volledig kan compenseren;
  • Het gebruik van de term “sustainable aviaton fuels” (“SAF”, duurzame luchtvaartbrandstoffen) zonder dat duidelijk aangetoond wordt wat het gunstige effect is van deze luchtvaartbrandstoffen;
  • De termen “groen”, “duurzaam” of “verantwoord” op een absolute wijze gebruiken of het gebruik van andere impliciete groene claims;
  • Claimen dat de luchtvaartmaatschappij toe beweegt naar broeikasneutraliteit of andere toekomstige prestaties op milieugebied, zonder duidelijke en verifieerbare verbintenissen, doelen en een onafhankelijk monitoringssysteem;
  • Het aanbieden van een “calculator” waarmee consumenten de CO2-emissies van een specifieke vlucht kunnen berekenen, zonder dat voldoende wetenschappelijk bewijs wordt verstrekt over de betrouwbaarheid van zo’n berekening en zonder informatie over de gebruikte elementen bij de berekening;
  • een vergelijking tussen de CO2-emissies van vluchten voor te stellen, zonder dat voldoende een nauwkeurige informatie wordt verstrekt over de elementen die zijn meegenomen bij zo’n vergelijking.
Vervolgstappen?

De Europese Commissie en de CPC hebben verzocht om binnen dertig dagen te reageren, met daarbij de voorgestelde maatregelen om de bezorgdheid over de misleidende milieuclaims weg te nemen. De luchtvaartmaatschappijen hebben ook de mogelijkheid gekregen om te verduidelijken of de door hen gevoerde duurzaamheidsclaims kunnen worden onderbouwd met degelijk wetenschappelijk bewijs. Na reactie van de betreffende luchtvaartmaatschappijen zal de Europese Commissie gaan vergaderen met de CPC en de luchtvaarmaatschappijen in kwestie om de voorgestelde maatregelen te bespreken.

Vervolgens zal de Europese Commissie ook toezien op de uitvoering van de overeengekomen aanpassingen. Wanneer de bettreffende luchtvaartmaatschappijen niet voldoende stappen nemen om de door de Europese en CPC aangekaarte problemen op te lossen, kan de CPC verdere handhandhavingsmaatregelen nemen, zoals sancties.

Achtergrond

In 2019 is de Europese Green Deal door de Europese Commissie gelanceerd. De Europese Green Deal is een pakket beleidsinitiatieven dat de Europese Unie moet helpen met de groene transitie, met klimaatneutraliteit in 2050 als einddoel. Met dit strategisch actieplan wordt het gebruik van duurzame hulpbronnen gestimuleerd door over te stappen op een circulaire economie, om hiermee biodiversiteit te herstellen en vervuiling terug te dringen. Ook wordt met de Nieuwe consumentenagenda van de Europese Commissie onder andere prioriteit gegeven om consumenten te voorzien van duidelijke en betrouwbare informatie over de milieueffecten van een dienst. De Nieuwe consumentenagenda schrijft ook dat consumenten beter moeten worden beschermd tegen greenwashing.

Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving

Dat duurzaamheid hoog op de agenda staat van de Europese Commissie zien we duidelijk terug in een aantal recente richtlijnen.

Richtlijn (EU) 2024/825 inzake het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en door middel van bescherming tegen oneerlijke praktijken
Zo is op 26 maart 2024 Richtlijn (EU) 2024/825 (‘Empowering Consumers Directive’) in werking getreden. De Empowering Consumers Directive bevat concrete maatregelen om consumenten beter te beschermen tegen misleidende claims en de positie van consumenten te versterken. Verder bevat de Empowering Consumers Directive verplichtingen voor handelaren die claims maken over duurzaamheidskenmerken van een product. De Empowering Consumers Directive wijzigt de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken (2005/29/EG) en de Richtlijn consumentenrechten (2011/83/EU). De EU-lidstaten hebben tot 27 maart 2026 de tijd om de richtlijn te implementeren in nationale wetgeving.

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de staving en het communiceren van uitdrukkelijke milieuclaims
Verder heeft het Europees Parlement op 12 maart 2024 ingestemd met een eerste lezing van het voorstel voor de Richtlijn betreffende de staving en het communiceren van uitdrukkelijke milieuclaims (‘Green Claims Directive’). De Green Claims Directive bevat specifieke regels en vormt een aanvulling op de Empowering Consumers Directive. In de Green Claims Directive is onder meer opgenomen dat handelaren een beoordeling moeten uitvoeren om uitdrukkelijke milieuclaims te onderbouwen. De Green Claims Directive bevat specifieke vereisten voor het staven van uitdrukkelijke milieuclaims, bijvoorbeeld ten aanzien van de levenscyclus van een product, het gebruik van wetenschappelijk onderbouwd bewijs en de voorafgaande verificatie van een milieuclaim door derden. 

Naast bovenstaande ontwikkelingen op EU-niveau, is op nationaal niveau op 1 februari 2023 de Code voor Duurzaamheidsreclame in werking getreden, als onderdeel van de Nederlandse Reclame Code. De Code voor Duurzaamheidsreclame heeft de Milieu Reclame Code vervangen. Waar de Milieu Reclame Code alleen betrekking had op milieuclaims, geldt de Code voor Duurzaamheidsreclame voor alle duurzaamheidsclaims.

Vragen over het gebruik van duurzaamheidsclaims? Neem dan contact op met Jurriaan Dane.

Recent werd bekend gemaakt dat  de Europese Commissie, samen met de consumentenautoriteiten van de EU (het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, “CPC”),  twintig luchtvaartmaatschappijen hebben gewezen op mogelijk misleidende duurzaamheidsclaims. Dit naar aanleiding van een klacht van het Europees Bureau van Consumentenverenigingen (BEUC). De luchtvaartmaatschappijen kregen 30 dagen de tijd om hun praktijken in lijn te brengen met het Europees consumentenrecht.

Wat is er aan de hand?

De CPC richtte zich in haar onderzoek op claims van luchtvaartmaatschappijen dat de CO2-emissies van een vlucht gecompenseerd kunnen worden door klimaatprojecten of door het gebruik van duurzame brandstoffen. Consumenten zouden hieraan kunnen bijdragen door extra vergoedingen te betalen. De CPC maakt zich zorgen dat de praktijken kunnen worden beschouwd als misleidende handelingen/omissie in de zin van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken, waarbij het gaat om artikel 5, 6 en 7 van deze richtlijn. In Nederland is de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken geïmplementeerd in de Wet oneerlijke handelspraktijken (artikel 6:193a e.v. BW).

Kernpunten actie Europese Commissie en CPC

De door de Europese Commissie en CPC potentieel vastgestelde misleidende praktijken bij de betreffende luchtvaartmaatschappijen zijn onder meer:

  • Het wekken van de onjuiste indruk dat het betalen van een extra vergoeding voor de financiering van klimaatprojecten of om het gebruik van alternatieve brandstoffen de CO2-uitstoot kan doen verminderen of volledig kan compenseren;
  • Het gebruik van de term “sustainable aviaton fuels” (“SAF”, duurzame luchtvaartbrandstoffen) zonder dat duidelijk aangetoond wordt wat het gunstige effect is van deze luchtvaartbrandstoffen;
  • De termen “groen”, “duurzaam” of “verantwoord” op een absolute wijze gebruiken of het gebruik van andere impliciete groene claims;
  • Claimen dat de luchtvaartmaatschappij toe beweegt naar broeikasneutraliteit of andere toekomstige prestaties op milieugebied, zonder duidelijke en verifieerbare verbintenissen, doelen en een onafhankelijk monitoringssysteem;
  • Het aanbieden van een “calculator” waarmee consumenten de CO2-emissies van een specifieke vlucht kunnen berekenen, zonder dat voldoende wetenschappelijk bewijs wordt verstrekt over de betrouwbaarheid van zo’n berekening en zonder informatie over de gebruikte elementen bij de berekening;
  • een vergelijking tussen de CO2-emissies van vluchten voor te stellen, zonder dat voldoende een nauwkeurige informatie wordt verstrekt over de elementen die zijn meegenomen bij zo’n vergelijking.
Vervolgstappen?

De Europese Commissie en de CPC hebben verzocht om binnen dertig dagen te reageren, met daarbij de voorgestelde maatregelen om de bezorgdheid over de misleidende milieuclaims weg te nemen. De luchtvaartmaatschappijen hebben ook de mogelijkheid gekregen om te verduidelijken of de door hen gevoerde duurzaamheidsclaims kunnen worden onderbouwd met degelijk wetenschappelijk bewijs. Na reactie van de betreffende luchtvaartmaatschappijen zal de Europese Commissie gaan vergaderen met de CPC en de luchtvaarmaatschappijen in kwestie om de voorgestelde maatregelen te bespreken.

Vervolgens zal de Europese Commissie ook toezien op de uitvoering van de overeengekomen aanpassingen. Wanneer de bettreffende luchtvaartmaatschappijen niet voldoende stappen nemen om de door de Europese en CPC aangekaarte problemen op te lossen, kan de CPC verdere handhandhavingsmaatregelen nemen, zoals sancties.

Achtergrond

In 2019 is de Europese Green Deal door de Europese Commissie gelanceerd. De Europese Green Deal is een pakket beleidsinitiatieven dat de Europese Unie moet helpen met de groene transitie, met klimaatneutraliteit in 2050 als einddoel. Met dit strategisch actieplan wordt het gebruik van duurzame hulpbronnen gestimuleerd door over te stappen op een circulaire economie, om hiermee biodiversiteit te herstellen en vervuiling terug te dringen. Ook wordt met de Nieuwe consumentenagenda van de Europese Commissie onder andere prioriteit gegeven om consumenten te voorzien van duidelijke en betrouwbare informatie over de milieueffecten van een dienst. De Nieuwe consumentenagenda schrijft ook dat consumenten beter moeten worden beschermd tegen greenwashing.

Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving

Dat duurzaamheid hoog op de agenda staat van de Europese Commissie zien we duidelijk terug in een aantal recente richtlijnen.

Richtlijn (EU) 2024/825 inzake het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en door middel van bescherming tegen oneerlijke praktijken
Zo is op 26 maart 2024 Richtlijn (EU) 2024/825 (‘Empowering Consumers Directive’) in werking getreden. De Empowering Consumers Directive bevat concrete maatregelen om consumenten beter te beschermen tegen misleidende claims en de positie van consumenten te versterken. Verder bevat de Empowering Consumers Directive verplichtingen voor handelaren die claims maken over duurzaamheidskenmerken van een product. De Empowering Consumers Directive wijzigt de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken (2005/29/EG) en de Richtlijn consumentenrechten (2011/83/EU). De EU-lidstaten hebben tot 27 maart 2026 de tijd om de richtlijn te implementeren in nationale wetgeving.

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de staving en het communiceren van uitdrukkelijke milieuclaims
Verder heeft het Europees Parlement op 12 maart 2024 ingestemd met een eerste lezing van het voorstel voor de Richtlijn betreffende de staving en het communiceren van uitdrukkelijke milieuclaims (‘Green Claims Directive’). De Green Claims Directive bevat specifieke regels en vormt een aanvulling op de Empowering Consumers Directive. In de Green Claims Directive is onder meer opgenomen dat handelaren een beoordeling moeten uitvoeren om uitdrukkelijke milieuclaims te onderbouwen. De Green Claims Directive bevat specifieke vereisten voor het staven van uitdrukkelijke milieuclaims, bijvoorbeeld ten aanzien van de levenscyclus van een product, het gebruik van wetenschappelijk onderbouwd bewijs en de voorafgaande verificatie van een milieuclaim door derden. 

Naast bovenstaande ontwikkelingen op EU-niveau, is op nationaal niveau op 1 februari 2023 de Code voor Duurzaamheidsreclame in werking getreden, als onderdeel van de Nederlandse Reclame Code. De Code voor Duurzaamheidsreclame heeft de Milieu Reclame Code vervangen. Waar de Milieu Reclame Code alleen betrekking had op milieuclaims, geldt de Code voor Duurzaamheidsreclame voor alle duurzaamheidsclaims.

Vragen over het gebruik van duurzaamheidsclaims? Neem dan contact op met Jurriaan Dane.