HERO / 2021 B-009, Fouad el Houzi, Lex Gasseling, e-ISSN 2667-3568, M.A.D.Lex: HERO | Herstructurering en recovery online (online-hero.nl)
Het kabinet kondigde op 21 januari 2021 aan € 200 miljoen vrij te maken voor een kredietfaciliteit die beschikbaar is voor ondernemingen die door middel van een WHOA-traject willen herstructureren. Een deel van de (mkb-)ondernemingen die gebruik willen maken van de WHOA kan dit echter alleen doen wanneer aanvullend krediet wordt verschaft. TOA-kredieten zullen de broodnodige liquiditeit verschaffen om een WHOA-traject voor dergelijke ondernemingen mogelijk te maken, maar de precieze invulling en ingangsdatum van de regeling is vooralsnog onbekend.
Achtergrond
De WHOA trad op 1 januari 2021 in werking. De WHOA is voornamelijk bedoeld om het reorganiserend vermogen te versterken van ondernemingen die vanwege een te zware schuldenlast insolvent dreigen te raken, maar beschikken over levensvatbare bedrijfsactiviteiten. De eerste WHOA-trajecten zijn inmiddels opgestart, maar het lijken momenteel vooral de kleinere ondernemingen die van de mogelijkheden gebruikmaken. Het kabinet verwacht een toename in het tweede kwartaal van 2021.
Voor een succesvol WHOA-traject – gericht op een herstructureringsakkoord – dient voldoende werkkapitaal in de onderneming aanwezig te zijn. Een WHOA-traject is immers niet gratis. Er zullen diverse (juridische en financiële) adviseurs moeten worden betaald, evenals het salaris van een herstructureringsdeskundige. Daarnaast moet de onderneming tijdens de voorbereidingsperiode draaiend blijven. Belangrijke leveranciers zullen in dit kader doorbetaald moeten worden om de continuïteit van de bedrijfsvoering gedurende de herstructurering te verzekeren. De WHOA voorziet weliswaar in een afkoelingsperiode van ten hoogste vier maanden, maar leveranciers kunnen niet zomaar gedwongen worden te blijven leveren.
TOA-krediet
Het kabinet is sinds de uitbraak van het coronavirus met diverse steun- en herstelpakketten gekomen. Recentelijk werden deze pakketten met € 7,6 miljard uitgebreid. Onderdeel van deze uitbreiding is een kredietfaciliteit voor ondernemers die gebruik willen maken van de WHOA. De kredietfaciliteit is onderdeel van een breder pakket aan ondersteuning voor ondernemingen in zwaar weer onder het Time Out Arrangement (‘TOA’). De TOA is bedoeld om ondernemers in staat te stellen hun bedrijf tijdelijk in ‘winterslaap’ te brengen en faillissementen te voorkomen. Door middel van het ‘Zwaar weer’-programma wordt onder meer op de WHOA toegespitste ondersteuning geboden, terwijl ondernemingen ook bij de KvK kunnen aankloppen voor informatie, doorverwijzing en advies. Het kabinet heeft € 200 miljoen vrijgemaakt voor TOA-kredieten.
De precieze regeling voor TOA-kredieten moet nog worden vormgegeven door het kabinet. Uit de Kamerbrief uitbreiding economische steun- en herstelpakket valt in ieder geval af te leiden dat TOA-kredieten gelden als achtergesteld vermogen met een middellange looptijd tot ongeveer tien jaar. Het zal gaan om leningen van gemiddeld tussen de € 75.000 en € 100.000 met een lagere rente dan marktconform.
TOA-kredieten lijken enkel beschikbaar te worden voor mkb-ondernemingen. Deze kredietfaciliteit is daarom (waarschijnlijk) slechts beschikbaar voor ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet in het voorgaande boekjaar € 50 miljoen en/of het balanstotaal aan het eind van het voorgaande boekjaar € 43 miljoen niet overschreed. Het kabinet is voornemens de regeling zo vorm te geven dat alleen bedrijven die met een WHOA-akkoord financieel gezond worden en voldoende levensvatbare bedrijfsactiviteiten ontplooien in aanmerking komen. Hoe dit getoetst gaat worden is vooralsnog onduidelijk.
Kredietaanvragen zullen worden beoordeeld door een onafhankelijke kredietverstrekker. De uitvoering van het TOA-krediet wordt bij Qredits belegd.
Gevolgen TOA-krediet
De achterliggende gedachte van TOA-kredieten lijkt helder: verschaf mkb-ondernemingen voldoende kapitaal om van de WHOA gebruik te maken. Het verstrekken van voordelige leningen aan ondernemingen met een kans op herstel lijkt ons wenselijk, maar er zijn wel degelijk enkele valkuilen.
Bij de beoordeling van het krediet is het immers wenselijk om na te gaan in hoeverre een WHOA-traject kans van slagen heeft. De vraag is wat de minimale toets voor verstrekking van een TOA-krediet zal zijn. Een integrale beoordeling van de kans van slagen voor een WHOA-traject lijkt ons te zwaar, omdat de uitvoerder (Qredits) dan dezelfde beoordeling als een eventuele rechter zal moeten maken. Dat is in de praktijk – gelet op de spoedeisendheid, tijdsdruk en de complexiteit van een dergelijke beoordeling – niet werkbaar. Aan de andere kant is kredietverstrekking bij een WHOA-traject met een kleine kans van slagen eveneens onwenselijk. Het risico op misbruik ligt dan op de loer.
Wij zijn daarnaast benieuwd naar het moment van verstrekking van het krediet. Het lijkt ongewenst om ondernemingen krediet te verschaffen indien ze slechts nog voornemens zijn een WHOA-traject te starten. Het ligt dan ook voor de hand om het krediet na het deponeren van een startverklaring dan wel de benoeming van een herstructureringsdeskundige te verstrekken. Problematisch is echter dat het niet (tijdig) deponeren van een startverklaring niet uitdrukkelijk gesanctioneerd wordt. Een startverklaring is weliswaar een vereiste voor onder meer de bescherming tegen paulianarisico’s (artikel 42a Fw) en het gelasten van een afkoelingsperiode (artikel 376 Fw), maar lijkt geen vereiste voor een WHOA-akkoord.
Tot slot is van belang of enkel ondernemingen met het centrum van voornaamste belangen (‘COMI’) of een vestiging in Nederland gebruik kunnen maken van TOA-kredieten. De WHOA heeft de deur voor buitenlandse ondernemingen zonder COMI in Nederland te herstructureren opengezet, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat het kabinet ook TOA-kredieten aan buitenlandse ondernemingen beoogd te verstrekken.
HERO / 2021 B-009, Fouad el Houzi, Lex Gasseling, e-ISSN 2667-3568, M.A.D.Lex: HERO | Herstructurering en recovery online (online-hero.nl)
Het kabinet kondigde op 21 januari 2021 aan € 200 miljoen vrij te maken voor een kredietfaciliteit die beschikbaar is voor ondernemingen die door middel van een WHOA-traject willen herstructureren. Een deel van de (mkb-)ondernemingen die gebruik willen maken van de WHOA kan dit echter alleen doen wanneer aanvullend krediet wordt verschaft. TOA-kredieten zullen de broodnodige liquiditeit verschaffen om een WHOA-traject voor dergelijke ondernemingen mogelijk te maken, maar de precieze invulling en ingangsdatum van de regeling is vooralsnog onbekend.
Achtergrond
De WHOA trad op 1 januari 2021 in werking. De WHOA is voornamelijk bedoeld om het reorganiserend vermogen te versterken van ondernemingen die vanwege een te zware schuldenlast insolvent dreigen te raken, maar beschikken over levensvatbare bedrijfsactiviteiten. De eerste WHOA-trajecten zijn inmiddels opgestart, maar het lijken momenteel vooral de kleinere ondernemingen die van de mogelijkheden gebruikmaken. Het kabinet verwacht een toename in het tweede kwartaal van 2021.
Voor een succesvol WHOA-traject – gericht op een herstructureringsakkoord – dient voldoende werkkapitaal in de onderneming aanwezig te zijn. Een WHOA-traject is immers niet gratis. Er zullen diverse (juridische en financiële) adviseurs moeten worden betaald, evenals het salaris van een herstructureringsdeskundige. Daarnaast moet de onderneming tijdens de voorbereidingsperiode draaiend blijven. Belangrijke leveranciers zullen in dit kader doorbetaald moeten worden om de continuïteit van de bedrijfsvoering gedurende de herstructurering te verzekeren. De WHOA voorziet weliswaar in een afkoelingsperiode van ten hoogste vier maanden, maar leveranciers kunnen niet zomaar gedwongen worden te blijven leveren.
TOA-krediet
Het kabinet is sinds de uitbraak van het coronavirus met diverse steun- en herstelpakketten gekomen. Recentelijk werden deze pakketten met € 7,6 miljard uitgebreid. Onderdeel van deze uitbreiding is een kredietfaciliteit voor ondernemers die gebruik willen maken van de WHOA. De kredietfaciliteit is onderdeel van een breder pakket aan ondersteuning voor ondernemingen in zwaar weer onder het Time Out Arrangement (‘TOA’). De TOA is bedoeld om ondernemers in staat te stellen hun bedrijf tijdelijk in ‘winterslaap’ te brengen en faillissementen te voorkomen. Door middel van het ‘Zwaar weer’-programma wordt onder meer op de WHOA toegespitste ondersteuning geboden, terwijl ondernemingen ook bij de KvK kunnen aankloppen voor informatie, doorverwijzing en advies. Het kabinet heeft € 200 miljoen vrijgemaakt voor TOA-kredieten.
De precieze regeling voor TOA-kredieten moet nog worden vormgegeven door het kabinet. Uit de Kamerbrief uitbreiding economische steun- en herstelpakket valt in ieder geval af te leiden dat TOA-kredieten gelden als achtergesteld vermogen met een middellange looptijd tot ongeveer tien jaar. Het zal gaan om leningen van gemiddeld tussen de € 75.000 en € 100.000 met een lagere rente dan marktconform.
TOA-kredieten lijken enkel beschikbaar te worden voor mkb-ondernemingen. Deze kredietfaciliteit is daarom (waarschijnlijk) slechts beschikbaar voor ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet in het voorgaande boekjaar € 50 miljoen en/of het balanstotaal aan het eind van het voorgaande boekjaar € 43 miljoen niet overschreed. Het kabinet is voornemens de regeling zo vorm te geven dat alleen bedrijven die met een WHOA-akkoord financieel gezond worden en voldoende levensvatbare bedrijfsactiviteiten ontplooien in aanmerking komen. Hoe dit getoetst gaat worden is vooralsnog onduidelijk.
Kredietaanvragen zullen worden beoordeeld door een onafhankelijke kredietverstrekker. De uitvoering van het TOA-krediet wordt bij Qredits belegd.
Gevolgen TOA-krediet
De achterliggende gedachte van TOA-kredieten lijkt helder: verschaf mkb-ondernemingen voldoende kapitaal om van de WHOA gebruik te maken. Het verstrekken van voordelige leningen aan ondernemingen met een kans op herstel lijkt ons wenselijk, maar er zijn wel degelijk enkele valkuilen.
Bij de beoordeling van het krediet is het immers wenselijk om na te gaan in hoeverre een WHOA-traject kans van slagen heeft. De vraag is wat de minimale toets voor verstrekking van een TOA-krediet zal zijn. Een integrale beoordeling van de kans van slagen voor een WHOA-traject lijkt ons te zwaar, omdat de uitvoerder (Qredits) dan dezelfde beoordeling als een eventuele rechter zal moeten maken. Dat is in de praktijk – gelet op de spoedeisendheid, tijdsdruk en de complexiteit van een dergelijke beoordeling – niet werkbaar. Aan de andere kant is kredietverstrekking bij een WHOA-traject met een kleine kans van slagen eveneens onwenselijk. Het risico op misbruik ligt dan op de loer.
Wij zijn daarnaast benieuwd naar het moment van verstrekking van het krediet. Het lijkt ongewenst om ondernemingen krediet te verschaffen indien ze slechts nog voornemens zijn een WHOA-traject te starten. Het ligt dan ook voor de hand om het krediet na het deponeren van een startverklaring dan wel de benoeming van een herstructureringsdeskundige te verstrekken. Problematisch is echter dat het niet (tijdig) deponeren van een startverklaring niet uitdrukkelijk gesanctioneerd wordt. Een startverklaring is weliswaar een vereiste voor onder meer de bescherming tegen paulianarisico’s (artikel 42a Fw) en het gelasten van een afkoelingsperiode (artikel 376 Fw), maar lijkt geen vereiste voor een WHOA-akkoord.
Tot slot is van belang of enkel ondernemingen met het centrum van voornaamste belangen (‘COMI’) of een vestiging in Nederland gebruik kunnen maken van TOA-kredieten. De WHOA heeft de deur voor buitenlandse ondernemingen zonder COMI in Nederland te herstructureren opengezet, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat het kabinet ook TOA-kredieten aan buitenlandse ondernemingen beoogd te verstrekken.