De beschermingsomvang van een Beschermde Oorsprongsbenaming (‘BOB’) binnen de EU is regelmatig onderwerp van juridische discussies. Uit zowel nationale als internationale rechtspraak blijkt dat deze bescherming in beginsel zeer ruim moet worden opgevat. Zodra een product eenmaal de status BOB heeft verkregen, kan die BOB niet enkel worden beschermd tegen gebruik van dezelfde of een soortgelijke naam voor andere producten, maar ook voor diensten. Daarbij hoeft het niet eens te gaan om vergelijkbare producten of diensten, met een BOB kan ook worden opgetreden tegen niet-soortgelijke producten of diensten.
Toepassing van de BOB ‘Champagne’
Eén van de bekendste geografische aanduidingen, die overigens ook regelmatig centraal staat in een juridische procedure, is misschien wel de BOB ‘Champagne’. Zo kon op grond van de BOB ‘Champagne’ eerder succesvol worden opgetreden tegen “Champagne shampoo” die door Andrélon op de markt was gebracht ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van het merk en tegen de benaming “Champagner Sorbet” die niet door Aldi gebruikt mocht worden voor sorbetijs (ondanks dat het product wel 12% champagne bevatte). Ook het optreden tegen de EU-merkaanvraag “Champagnola” die was ingediend door een in Praag gevestigd bakkerijconcern voor bakkerijproducten en diensten van bakkerijen slaagde. De rechtbank Den Haag heeft zich recent ook gebogen over een zaak waarbij bescherming werd ingeroepen van de BOB ‘Champagne’, maar dit keer werd er toch een halt toegeroepen aan de beschermingsomvang van die BOB.
Recente uitspraak van de rechtbank Den Haag
Achtergrond
Het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne (‘CIVC’) houdt zich bezig met de behartiging van de economische en juridische belangen van Champagneboeren, -producenten en -huizen. In dat kader treedt zij op wanneer misbruik wordt gemaakt van de aanduiding en BOB ‘Champagne’. Het CIVC werd in mei 2024 ingelicht door de Nederlandse douane dat er een zending was tegengehouden met jurken van het Amerikaanse merk Cult Gaia. De jurken waren geadresseerd aan haar dochteronderneming Ferminadaza, die deze jurken importeert en verhandelt in de EU. Op de verpakkingen en labels die aan de jurken waren bevestigd, zaten verschillende stickers met daarop het woord ‘champagne’ als kleuraanduiding voor de kledingstukken.
Het CIVC start bij de rechtbank Den Haag een kortgedingprocedure tegen Ferminadaza en stelt in die procedure dat de BOB ‘Champagne’ bescherming biedt tegen het gebruik van de aanduiding ‘champagne’ door Ferminadaza voor in de EU geïmporteerde kledingstukken. Volgens het CIVC is bij dat gebruik door Ferminadaza sprake van uitbuiting, althans afzwakking, verwatering dan wel het schaden van de reputatie van de beschermde naam ‘Champagne’. Ferminadaza profiteert zonder geldige reden van die reputatie en daarom handelt zij onrechtmatig.
Het CIVC baseert haar vordering op artikel 26 lid 1 sub a van de Europese Verordening 2024/1143 betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten. Daarin staat dat een geografische aanduiding die is ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen wordt beschermd tegen elk direct of indirect commercieel gebruik van de geografische aanduiding voor producten die niet onder de registratie vallen, indien die producten vergelijkbaar zijn met de onder die naam geregistreerde producten of wanneer het gebruik van die geografische aanduiding voor een product of dienst de reputatie van een beschermde naam uitbuit, afzwakt, verwatert of schaadt.
Het oordeel van de rechter
De rechtbank Den Haag oordeelt dat het gebruik van de term ‘champagne’ door Ferminadaza op de stickers en labels van de kleding geen direct of indirect gebruik inhoudt van de BOB ‘Champagne’ dat neerkomt op het uitbuiten van de reputatie van die BOB. Daarbij wordt vooropgesteld dat het bij de verkoop van kleding verplicht en gebruikelijk is om op het label en/of een sticker de kleur van het betreffende kledingstuk aan te duiden. De kleur is immers een essentiële eigenschap van kleding. Daarnaast is de term ‘champagne’ feitelijk ook als kleuraanduiding gangbaar geworden voor een kleur die zich in het ‘crème-/beigekleurige’ spectrum bevindt. Dat blijkt niet alleen uit het assortiment van kleding van andere marktpartijen, maar ook uit één van de definities van ‘champagne’ die is opgenomen in de laatste druk van het Van Dale woordenboek: ‘de kleur van champagne hebbend’.
De consument zal het woord ‘champagne’ op een label of de verpakking van een kledingstuk dan ook opvatten als een kleuraanduiding van dat kledingstuk, maar zal dit niet aanmerken als, of associëren met, de BOB ‘Champagne’ of het wijnproduct waarvan de benaming door de BOB is beschermd. De bescherming van een BOB beoogt met name dat het met een BOB aangeduide product zal worden opgevat als een product dat voldoet aan een bepaalde kwaliteitsgarantie. Omdat kleding op geen enkele wijze verband houdt met de mousserende wijnen waarvan de benaming door de BOB ‘Champagne’ wordt beschermd, zal de consument het woord ‘champagne’ op een kledinglabel slechts opvatten als kleuraanduiding, maar hier niet een dergelijke kwaliteitsgarantie aan ontlenen.
Champagne heeft een reputatie die volledig los staat van kleding. De rechter is daarom van oordeel dat het gebruik van het woord ‘champagne’ op verpakkingen en/of labels van kledingstukken als kleuraanduiding door Ferminadaza niet leidt tot het uitbuiten van de reputatie van de BOB ‘Champagne’ en daarom niet onrechtmatig is. De vorderingen van het CIVC worden afgewezen.
Conclusie
Ditmaal dus geen klinkende overwinning voor het CIVC, maar een teleurstellende uitkomst van deze kortgedingprocedure. Hoewel de beschermingsomvang van een BOB nog steeds heel ver reikt, wordt hier toch een duidelijke grens gesteld door de rechtbank. Dit lijkt overigens niet meer dan terecht, nu het niet aannemelijk is dat het gebruik van het woord ‘champagne’ als kleuraanduiding voor niet-vergelijkbare producten zoals kledingstukken daadwerkelijk de indruk zou wekken van een zekere kwaliteitsgarantie bij het publiek. Hiermee kan dus geen sprake zijn van het uitbuiten of schaden van de reputatie van de beschermde naam ‘Champagne’.
Het is echter maar de vraag of het CIVC het hierbij laat zitten. Dat het CIVC haar BOB actief handhaaft blijkt immers wel uit de grote hoeveelheid rechtspraak waarin zij (met succes) optrad tegen partijen die ‘Champagne’ of een soortgelijke benaming gebruikten voor producten of diensten. Er bestaat dus een kans dat het CIVC in hoger beroep zal gaan tegen deze uitspraak of een bodemprocedure zal starten. En dan is het opnieuw de vraag wie van beide partijen water bij de wijn zal moeten doen…
Meer weten over het recht met betrekking tot geografische aanduidingen en beschermde oorsprongsbenamingen? Neem dan contact op met een van onze specialisten.
De beschermingsomvang van een Beschermde Oorsprongsbenaming (‘BOB’) binnen de EU is regelmatig onderwerp van juridische discussies. Uit zowel nationale als internationale rechtspraak blijkt dat deze bescherming in beginsel zeer ruim moet worden opgevat. Zodra een product eenmaal de status BOB heeft verkregen, kan die BOB niet enkel worden beschermd tegen gebruik van dezelfde of een soortgelijke naam voor andere producten, maar ook voor diensten. Daarbij hoeft het niet eens te gaan om vergelijkbare producten of diensten, met een BOB kan ook worden opgetreden tegen niet-soortgelijke producten of diensten.
Toepassing van de BOB ‘Champagne’
Eén van de bekendste geografische aanduidingen, die overigens ook regelmatig centraal staat in een juridische procedure, is misschien wel de BOB ‘Champagne’. Zo kon op grond van de BOB ‘Champagne’ eerder succesvol worden opgetreden tegen “Champagne shampoo” die door Andrélon op de markt was gebracht ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van het merk en tegen de benaming “Champagner Sorbet” die niet door Aldi gebruikt mocht worden voor sorbetijs (ondanks dat het product wel 12% champagne bevatte). Ook het optreden tegen de EU-merkaanvraag “Champagnola” die was ingediend door een in Praag gevestigd bakkerijconcern voor bakkerijproducten en diensten van bakkerijen slaagde. De rechtbank Den Haag heeft zich recent ook gebogen over een zaak waarbij bescherming werd ingeroepen van de BOB ‘Champagne’, maar dit keer werd er toch een halt toegeroepen aan de beschermingsomvang van die BOB.
Recente uitspraak van de rechtbank Den Haag
Achtergrond
Het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne (‘CIVC’) houdt zich bezig met de behartiging van de economische en juridische belangen van Champagneboeren, -producenten en -huizen. In dat kader treedt zij op wanneer misbruik wordt gemaakt van de aanduiding en BOB ‘Champagne’. Het CIVC werd in mei 2024 ingelicht door de Nederlandse douane dat er een zending was tegengehouden met jurken van het Amerikaanse merk Cult Gaia. De jurken waren geadresseerd aan haar dochteronderneming Ferminadaza, die deze jurken importeert en verhandelt in de EU. Op de verpakkingen en labels die aan de jurken waren bevestigd, zaten verschillende stickers met daarop het woord ‘champagne’ als kleuraanduiding voor de kledingstukken.
Het CIVC start bij de rechtbank Den Haag een kortgedingprocedure tegen Ferminadaza en stelt in die procedure dat de BOB ‘Champagne’ bescherming biedt tegen het gebruik van de aanduiding ‘champagne’ door Ferminadaza voor in de EU geïmporteerde kledingstukken. Volgens het CIVC is bij dat gebruik door Ferminadaza sprake van uitbuiting, althans afzwakking, verwatering dan wel het schaden van de reputatie van de beschermde naam ‘Champagne’. Ferminadaza profiteert zonder geldige reden van die reputatie en daarom handelt zij onrechtmatig.
Het CIVC baseert haar vordering op artikel 26 lid 1 sub a van de Europese Verordening 2024/1143 betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten. Daarin staat dat een geografische aanduiding die is ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen wordt beschermd tegen elk direct of indirect commercieel gebruik van de geografische aanduiding voor producten die niet onder de registratie vallen, indien die producten vergelijkbaar zijn met de onder die naam geregistreerde producten of wanneer het gebruik van die geografische aanduiding voor een product of dienst de reputatie van een beschermde naam uitbuit, afzwakt, verwatert of schaadt.
Het oordeel van de rechter
De rechtbank Den Haag oordeelt dat het gebruik van de term ‘champagne’ door Ferminadaza op de stickers en labels van de kleding geen direct of indirect gebruik inhoudt van de BOB ‘Champagne’ dat neerkomt op het uitbuiten van de reputatie van die BOB. Daarbij wordt vooropgesteld dat het bij de verkoop van kleding verplicht en gebruikelijk is om op het label en/of een sticker de kleur van het betreffende kledingstuk aan te duiden. De kleur is immers een essentiële eigenschap van kleding. Daarnaast is de term ‘champagne’ feitelijk ook als kleuraanduiding gangbaar geworden voor een kleur die zich in het ‘crème-/beigekleurige’ spectrum bevindt. Dat blijkt niet alleen uit het assortiment van kleding van andere marktpartijen, maar ook uit één van de definities van ‘champagne’ die is opgenomen in de laatste druk van het Van Dale woordenboek: ‘de kleur van champagne hebbend’.
De consument zal het woord ‘champagne’ op een label of de verpakking van een kledingstuk dan ook opvatten als een kleuraanduiding van dat kledingstuk, maar zal dit niet aanmerken als, of associëren met, de BOB ‘Champagne’ of het wijnproduct waarvan de benaming door de BOB is beschermd. De bescherming van een BOB beoogt met name dat het met een BOB aangeduide product zal worden opgevat als een product dat voldoet aan een bepaalde kwaliteitsgarantie. Omdat kleding op geen enkele wijze verband houdt met de mousserende wijnen waarvan de benaming door de BOB ‘Champagne’ wordt beschermd, zal de consument het woord ‘champagne’ op een kledinglabel slechts opvatten als kleuraanduiding, maar hier niet een dergelijke kwaliteitsgarantie aan ontlenen.
Champagne heeft een reputatie die volledig los staat van kleding. De rechter is daarom van oordeel dat het gebruik van het woord ‘champagne’ op verpakkingen en/of labels van kledingstukken als kleuraanduiding door Ferminadaza niet leidt tot het uitbuiten van de reputatie van de BOB ‘Champagne’ en daarom niet onrechtmatig is. De vorderingen van het CIVC worden afgewezen.
Conclusie
Ditmaal dus geen klinkende overwinning voor het CIVC, maar een teleurstellende uitkomst van deze kortgedingprocedure. Hoewel de beschermingsomvang van een BOB nog steeds heel ver reikt, wordt hier toch een duidelijke grens gesteld door de rechtbank. Dit lijkt overigens niet meer dan terecht, nu het niet aannemelijk is dat het gebruik van het woord ‘champagne’ als kleuraanduiding voor niet-vergelijkbare producten zoals kledingstukken daadwerkelijk de indruk zou wekken van een zekere kwaliteitsgarantie bij het publiek. Hiermee kan dus geen sprake zijn van het uitbuiten of schaden van de reputatie van de beschermde naam ‘Champagne’.
Het is echter maar de vraag of het CIVC het hierbij laat zitten. Dat het CIVC haar BOB actief handhaaft blijkt immers wel uit de grote hoeveelheid rechtspraak waarin zij (met succes) optrad tegen partijen die ‘Champagne’ of een soortgelijke benaming gebruikten voor producten of diensten. Er bestaat dus een kans dat het CIVC in hoger beroep zal gaan tegen deze uitspraak of een bodemprocedure zal starten. En dan is het opnieuw de vraag wie van beide partijen water bij de wijn zal moeten doen…
Meer weten over het recht met betrekking tot geografische aanduidingen en beschermde oorsprongsbenamingen? Neem dan contact op met een van onze specialisten.