Geen onderdak, maar toch geen recht op maatschappelijke opvang

 12 juni 2019 | Blog

Gemeenten zijn kort gezegd op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verantwoordelijk om maatschappelijke ondersteuning te bieden aan diegenen die dat nodig hebben. Maatschappelijke ondersteuning bestaat onder meer uit het bieden van opvang. Opvang is het aanbieden van onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten. Iemand komt bijvoorbeeld in aanmerking voor opvang indien diegene de thuissituatie moet ontvluchten of indien iemand dak- en thuisloos is. Het komt voor dat iemand om opvang verzoekt bij een andere gemeente dan waar diegene vroeger woonde. Deze (nieuwe) gemeente is enkel verplicht om opvang te bieden indien de verzoeker niet in staat is zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. De gemeente is dus verplicht om te achterhalen waarom iemand een verzoek om opvang heeft gedaan.

Dit is in de praktijk moeilijk om vast te stellen. Deze problematiek blijkt onder meer uit een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam. Uit deze uitspraak volgt dat de gemeente, in sommige omstandigheden, kan voldoen aan haar onderzoeksplicht door het voorleggen van een vragenlijst. Indien de verzoeker vervolgens weigert om mee te werken aan de vragenlijst en onvoldoende kan aantonen dat diegene zijn thuissituatie heeft moeten ontvluchten, mag de gemeente het verzoek om opvang afwijzen.

In deze blog bespreken wij twee kernvragen bij een verzoek om maatschappelijke opvang, namelijk wanneer iemand in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang en op welke wijze de gemeente kan voldoen aan haar onderzoeksplicht.

Uitspraak van de rechtbank Rotterdam
De uitspraak van de rechtbank Rotterdam betrof een vrouw die tot 2013 woonde in Zwijndrecht. Daarna is zij met haar minderjarige dochter verhuisd naar Birmingham (Engeland). Daar beschikte zij over werk en een woning in de buurt van haar familie. Nadat zij haar baan in Engeland verloren had, is ze met haar minderjarige dochter teruggekeerd naar Nederland. Zij heeft zich vervolgens meerdere keren gemeld bij de gemeente Rotterdam met een verzoek om opvang/huisvesting. De voorliggende vraag was de gemeente Rotterdam verplicht was om haar opvang te bieden.

De reden voor de maatschappelijke opvang
De rechtbank staat eerst stil bij de vraag wanneer iemand recht heeft op maatschappelijke opvang. Hiervan is sprake iemand vanwege ernstige relationele problemen of risico's voor zijn veiligheid de thuissituatie met grote spoed heeft moeten verlaten en niet vaststaat dat diegene veilig kan terugkeren dan wel veilig elders kan worden gehuisvest. Ook wanneer iemand door andere dan relationele problemen de thuissituatie heeft verlaten en niet in staat blijkt voor zichzelf vervangend onderdak te organiseren, komt diegene in aanmerking voor maatschappelijke opvang. Wanneer het echter gaat om personen die de thuissituatie hebben verlaten om op vakantie of op avontuur te gaan of op zoek zijn naar werk, zijn gemeenten niet verplicht om opvang aan te bieden. Van deze personen mag worden verwacht dat zij zelf zorg dragen voor onderdak.

Het onderzoek met een vragenlijst
De gemeente Rotterdam heeft geprobeerd om nader onderzoek te doen naar de reden van het vertrek van de vrouw uit Engeland. Hiertoe heeft de gemeente de betreffende vrouw verzocht om een vragenlijst in te vullen. Zij heeft niet aan dit verzoek meegewerkt. De rechtbank stelt vast dat de gemeente, met het voorleggen van de vragenlijst, heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht. De betreffende vrouw heeft vervolgens niet kunnen aantonen dat zij zich niet op eigen kracht zou kunnen handhaven in Engeland. Zij heeft tegenstrijdig verklaard over haar woning in Engeland en de reden van vertrek. Tevens heeft zij niet onderbouwd met stukken dat ze haar thuissituatie heeft moeten ontvluchten. De gemeente mocht zodoende haar verzoek om opvang weigeren.

Conclusie
Uit de uitspraak blijkt het belang om de achterliggende reden voor het verzoek om opvang vast te stellen. Opvang is niet bedoeld voor diegenen die op zoek zijn naar werk, avontuur of op vakantie zijn. Opvang is bedoeld voor diegenen die hun thuissituatie hebben moeten ontvluchten. Indien de gemeente de verzoeker een vragenlijst voorlegt, kan dit leiden tot de conclusie dat de gemeente aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Dit is naar onze inschatting afhankelijk van diegene die om opvang verzoekt. Indien de verzoeker analfabeet of laaggeletterd is, lijkt het ons niet redelijk om van diegene te verwachten dat hij of zij een vragenlijst invult. Ook kunnen wij ons voorstellen dat verzoekers in sommige gevallen een te grote drempel ervaren om een vragenlijst in te vullen. Het lijkt ons bijvoorbeeld ontzettend lastig voor iemand om op papier te zetten dat diegene haar/zijn thuissituatie heeft moeten ontvluchten vanwege agressief gedrag van haar/zijn partner. Wij betwijfelen of gemeenten ook in die situaties kunnen volstaan met het voorleggen van een vragenlijst. Een gesprek tussen de verzoeker en de gemeente zal in die gevallen veel minder belastend zijn voor de burger en geschikter om de reden voor het verzoek om opvang te achterhalen. 

Gemeenten zijn kort gezegd op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verantwoordelijk om maatschappelijke ondersteuning te bieden aan diegenen die dat nodig hebben. Maatschappelijke ondersteuning bestaat onder meer uit het bieden van opvang. Opvang is het aanbieden van onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten. Iemand komt bijvoorbeeld in aanmerking voor opvang indien diegene de thuissituatie moet ontvluchten of indien iemand dak- en thuisloos is. Het komt voor dat iemand om opvang verzoekt bij een andere gemeente dan waar diegene vroeger woonde. Deze (nieuwe) gemeente is enkel verplicht om opvang te bieden indien de verzoeker niet in staat is zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. De gemeente is dus verplicht om te achterhalen waarom iemand een verzoek om opvang heeft gedaan.

Dit is in de praktijk moeilijk om vast te stellen. Deze problematiek blijkt onder meer uit een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam. Uit deze uitspraak volgt dat de gemeente, in sommige omstandigheden, kan voldoen aan haar onderzoeksplicht door het voorleggen van een vragenlijst. Indien de verzoeker vervolgens weigert om mee te werken aan de vragenlijst en onvoldoende kan aantonen dat diegene zijn thuissituatie heeft moeten ontvluchten, mag de gemeente het verzoek om opvang afwijzen.

In deze blog bespreken wij twee kernvragen bij een verzoek om maatschappelijke opvang, namelijk wanneer iemand in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang en op welke wijze de gemeente kan voldoen aan haar onderzoeksplicht.

Uitspraak van de rechtbank Rotterdam
De uitspraak van de rechtbank Rotterdam betrof een vrouw die tot 2013 woonde in Zwijndrecht. Daarna is zij met haar minderjarige dochter verhuisd naar Birmingham (Engeland). Daar beschikte zij over werk en een woning in de buurt van haar familie. Nadat zij haar baan in Engeland verloren had, is ze met haar minderjarige dochter teruggekeerd naar Nederland. Zij heeft zich vervolgens meerdere keren gemeld bij de gemeente Rotterdam met een verzoek om opvang/huisvesting. De voorliggende vraag was de gemeente Rotterdam verplicht was om haar opvang te bieden.

De reden voor de maatschappelijke opvang
De rechtbank staat eerst stil bij de vraag wanneer iemand recht heeft op maatschappelijke opvang. Hiervan is sprake iemand vanwege ernstige relationele problemen of risico's voor zijn veiligheid de thuissituatie met grote spoed heeft moeten verlaten en niet vaststaat dat diegene veilig kan terugkeren dan wel veilig elders kan worden gehuisvest. Ook wanneer iemand door andere dan relationele problemen de thuissituatie heeft verlaten en niet in staat blijkt voor zichzelf vervangend onderdak te organiseren, komt diegene in aanmerking voor maatschappelijke opvang. Wanneer het echter gaat om personen die de thuissituatie hebben verlaten om op vakantie of op avontuur te gaan of op zoek zijn naar werk, zijn gemeenten niet verplicht om opvang aan te bieden. Van deze personen mag worden verwacht dat zij zelf zorg dragen voor onderdak.

Het onderzoek met een vragenlijst
De gemeente Rotterdam heeft geprobeerd om nader onderzoek te doen naar de reden van het vertrek van de vrouw uit Engeland. Hiertoe heeft de gemeente de betreffende vrouw verzocht om een vragenlijst in te vullen. Zij heeft niet aan dit verzoek meegewerkt. De rechtbank stelt vast dat de gemeente, met het voorleggen van de vragenlijst, heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht. De betreffende vrouw heeft vervolgens niet kunnen aantonen dat zij zich niet op eigen kracht zou kunnen handhaven in Engeland. Zij heeft tegenstrijdig verklaard over haar woning in Engeland en de reden van vertrek. Tevens heeft zij niet onderbouwd met stukken dat ze haar thuissituatie heeft moeten ontvluchten. De gemeente mocht zodoende haar verzoek om opvang weigeren.

Conclusie
Uit de uitspraak blijkt het belang om de achterliggende reden voor het verzoek om opvang vast te stellen. Opvang is niet bedoeld voor diegenen die op zoek zijn naar werk, avontuur of op vakantie zijn. Opvang is bedoeld voor diegenen die hun thuissituatie hebben moeten ontvluchten. Indien de gemeente de verzoeker een vragenlijst voorlegt, kan dit leiden tot de conclusie dat de gemeente aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Dit is naar onze inschatting afhankelijk van diegene die om opvang verzoekt. Indien de verzoeker analfabeet of laaggeletterd is, lijkt het ons niet redelijk om van diegene te verwachten dat hij of zij een vragenlijst invult. Ook kunnen wij ons voorstellen dat verzoekers in sommige gevallen een te grote drempel ervaren om een vragenlijst in te vullen. Het lijkt ons bijvoorbeeld ontzettend lastig voor iemand om op papier te zetten dat diegene haar/zijn thuissituatie heeft moeten ontvluchten vanwege agressief gedrag van haar/zijn partner. Wij betwijfelen of gemeenten ook in die situaties kunnen volstaan met het voorleggen van een vragenlijst. Een gesprek tussen de verzoeker en de gemeente zal in die gevallen veel minder belastend zijn voor de burger en geschikter om de reden voor het verzoek om opvang te achterhalen.