Over de hoogte van facturen en de verschuldigdheid daarvan bestaat geregeld discussie. Want wat als je nou geen afspraken hebt gemaakt over de hoogte van enige vergoeding. Wat is de opdrachtgever dan verschuldigd? En kan de opdrachtgever nog een discussie over de hoogte van een uurtarief en het verschuldigd zijn van een factuur nog voeren als die al veertien eerdere facturen voor soortgelijke werkzaamheden van de opdrachtnemer wel heeft voldaan?
De wet
De wet bepaalt dat de opdrachtgever loon dient te betalen aan de opdrachtnemer die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Indien loon verschuldigd is, maar de hoogte van het loon niet is bepaald, dan is de opdrachtgever het op de gebruikelijke wijze te berekenen loon verschuldigd, of bij gebreke daarvan, een redelijk loon. Wat in concreto redelijk is, hangt onder meer af van de omvang van de te verrichten werkzaamheden en het gebruik in de branche.
De procedure
Voornoemd wetsartikel kwam ook aan bod in een recent gevoerde procedure. Twee ondernemingen waren mondeling een overeenkomst van opdracht met elkaar aangegaan. Uit hoofde van die overeenkomst zou de opdrachtnemer bepaalde advieswerkzaamheden verrichten. Partijen hadden geen afspraken gemaakt over de hoeveelheid van de werkzaamheden en het te hanteren uurtarief.
De opdrachtgever stelde in eerste instantie dat hij helemaal geen opdracht had verstrekt. Ook betwiste hij de gehanteerde uurtarieven. De opdrachtgever werd echter geconfronteerd (i) met diverse gespreksaantekeningen en (ii) het feit dat hij veertien eerder facturen van de opdrachtnemer in dit project, zonder enig protest en zonder enig voorbehoud, wel had voldaan. Daarna veranderde hij zijn verweer. De opdrachtgever stelde dat hij was voorgespiegeld dat de werkzaamheden van de opdrachtnemer ertoe zouden leiden dat hij een subsidie zou verkrijgen. Uit die subsidie zouden de kosten van de opdrachtnemer worden voldaan. Hij had enkel de eerste facturen betaald, omdat de opdrachtnemer stelde dat dat nodig was voor het verkrijgen van de subsidie. De rechter oordeelde echter dat het 'subsidie'-verweer niet geloofwaardig overkwam. Iedere onderbouwing daarvoor ontbrak. Daarnaast erkende de opdrachtgever met het subsidie-verweer dat er wel degelijk een opdracht was verstrekt aan de opdrachtnemer.
De rechter oordeelde dat de overeenkomst was voortgezet. De opdrachtnemer mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de opdracht onder dezelfde voorwaarden zou worden voortgezet. De opdrachtgever had immers niet medegedeeld dat zulks niet het geval was.
De gehanteerde uurtarieven, alsook het soort werkzaamheden, waren hetzelfde als in de facturen die door de opdrachtgever zonder protest waren betaald. Daarnaast had de gemachtigde van de opdrachtgever na ontvangst van de onbetaalde facturen gereageerd. Hij verzocht enkel om de facturen te richten aan een andere vennootschap. De opdracht aan de opdrachtnemer, alsook de hoogte van de facturen, werden echter niet betwist. Ook het argwaan dat er geen werkzaamheden zouden zijn verricht, omdat de opdrachtgever nog geen stukken had gezien, werd niet benoemd. De opdrachtgever had bovendien in de procedure geen beroep op enig opschortingsrecht gedaan. Reden waarom de opdrachtgever werd veroordeeld in betaling van de facturen.
Conclusie
De uitspraak toont aan dat zelfs als men geen concrete afspraken heeft gemaakt over de verschuldigdheid of de hoogte van het loon, de opdrachtgever een redelijk loon is verschuldigd aan een professionele opdrachtnemer. Om verassingen te voorkomen, is het raadzaam om concrete afspraken over de hoogte van de vergoeding en de daadwerkelijke opdracht te maken en om deze uiteraard goed schriftelijk vast te leggen. De uitspraak toont echter ook aan dat het raadzaam is om tijdig juridische bijstand te vragen. Als de opdrachtgever deugdelijk had geprotesteerd, bewijs had geleverd en zich op opschorting had beroepen, was de uitkomst wellicht anders geweest.