Geheimhoudingsbepalingen (ook) in nieuwe modelverordening op de vertrouwenscommissie

 6 november 2017 | Blog

Op 1 oktober 2017 is de Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeesters in werking getreden (Stcrt. 2017, 58959). Hierbij is ook een document met voorbeeldbepalingen voor een verordening op de vertrouwenscommissie gevoegd. Artikel A.6 gaat over geheimhouding.

Ten behoeve van de selectie van kandidaten stelt de gemeenteraad uit zijn midden een vertrouwenscommissie in. De gemeenteraad regelt in een verordening op de vertrouwenscommissie de samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie. In de verordening wordt aandacht besteed aan de geheimhoudingsplicht.  

De geheimhoudingsplicht vloeit overigens al rechtstreeks voort uit artikel 61c van de Gemeentewet en blijft ook na ontbinding van de vertrouwenscommissie van kracht. Deze plicht strekt zich uit tot allen die van de informatie kennis dragen, niemand uitgezonderd. De geheimhoudingsplicht strekt zich uit tot de leden van de commissie, alsmede tot degenen die ambtelijke ondersteuning verlenen en, indien van toepassing, de adviseur. Vanwege de gevoeligheid van de informatie, alsmede vanwege de mogelijke strafrechtelijke consequenties van de schending van deze plicht, wordt aan het begin van de vergadering door voorzitter van de vergadering op de geheimhoudingsplicht gewezen, zo volgt uit het modelartikel A.6.

Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar gesteld in artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht. Aangezien de zorg voor de geheimhouding primair bij de gemeenteraad en de vertrouwenscommissie berust, kan vanuit de gemeente in voorkomende gevallen zelf het initiatief worden genomen tot aangifte van schending van de geheimhouding. Ook de commissaris van de Koning kan aangifte doen; hij ziet immers op grond van zijn Ambtsinstructie toe op een ordelijk verloop van de procedure.

Wij wijzen er nog op dat op 28 juni 2016 de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:1330) het arrest van het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2015:533) bevestigde, waarbij een voormalig kandidaat voor het burgemeesterschap van Roermond wegens medeplichtigheid aan schending van de geheimhoudingsplicht door een adviseur van de vertrouwenscommissie. De laatste verstrekte aan de kandidaat informatie over vragen die zullen worden gesteld tijdens het sollicitatiegesprek voor de vacature van burgemeester en antwoorden die de kandidaat daarop zou kunnen geven. De kandidaat werd veroordeeld tot 60 uur taakstraf. De officier van justitie vervolgde de betrokken kandidaat tevens voor passieve ambtelijke corruptie, doch dit laatste verwijt trof geen doel. Niettemin maakt de vervolging voor ook dit laatste verwijt inzichtelijk dat de risico's bij integriteitsschendingen als hier aan de orde zeer aanzienlijk zijn.  

Juridisch advies of meer informatie?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Frits Schneider.  

Dit blog is onderdeel van de Nieuwsbrief Integriteit bij gemeenten. 

Op 1 oktober 2017 is de Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeesters in werking getreden (Stcrt. 2017, 58959). Hierbij is ook een document met voorbeeldbepalingen voor een verordening op de vertrouwenscommissie gevoegd. Artikel A.6 gaat over geheimhouding.

Ten behoeve van de selectie van kandidaten stelt de gemeenteraad uit zijn midden een vertrouwenscommissie in. De gemeenteraad regelt in een verordening op de vertrouwenscommissie de samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie. In de verordening wordt aandacht besteed aan de geheimhoudingsplicht.  

De geheimhoudingsplicht vloeit overigens al rechtstreeks voort uit artikel 61c van de Gemeentewet en blijft ook na ontbinding van de vertrouwenscommissie van kracht. Deze plicht strekt zich uit tot allen die van de informatie kennis dragen, niemand uitgezonderd. De geheimhoudingsplicht strekt zich uit tot de leden van de commissie, alsmede tot degenen die ambtelijke ondersteuning verlenen en, indien van toepassing, de adviseur. Vanwege de gevoeligheid van de informatie, alsmede vanwege de mogelijke strafrechtelijke consequenties van de schending van deze plicht, wordt aan het begin van de vergadering door voorzitter van de vergadering op de geheimhoudingsplicht gewezen, zo volgt uit het modelartikel A.6.

Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar gesteld in artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht. Aangezien de zorg voor de geheimhouding primair bij de gemeenteraad en de vertrouwenscommissie berust, kan vanuit de gemeente in voorkomende gevallen zelf het initiatief worden genomen tot aangifte van schending van de geheimhouding. Ook de commissaris van de Koning kan aangifte doen; hij ziet immers op grond van zijn Ambtsinstructie toe op een ordelijk verloop van de procedure.

Wij wijzen er nog op dat op 28 juni 2016 de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:1330) het arrest van het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2015:533) bevestigde, waarbij een voormalig kandidaat voor het burgemeesterschap van Roermond wegens medeplichtigheid aan schending van de geheimhoudingsplicht door een adviseur van de vertrouwenscommissie. De laatste verstrekte aan de kandidaat informatie over vragen die zullen worden gesteld tijdens het sollicitatiegesprek voor de vacature van burgemeester en antwoorden die de kandidaat daarop zou kunnen geven. De kandidaat werd veroordeeld tot 60 uur taakstraf. De officier van justitie vervolgde de betrokken kandidaat tevens voor passieve ambtelijke corruptie, doch dit laatste verwijt trof geen doel. Niettemin maakt de vervolging voor ook dit laatste verwijt inzichtelijk dat de risico's bij integriteitsschendingen als hier aan de orde zeer aanzienlijk zijn.  

Juridisch advies of meer informatie?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Frits Schneider.  

Dit blog is onderdeel van de Nieuwsbrief Integriteit bij gemeenten.