Gerrit van der Veen in het Financieele Dagblad en NRC over het Urgenda-vonnis van de Hoge Raad

 20 december 2019 | Nieuws

De Hoge Raad heeft op 20 december jl. het Urgenda-vonnis bekrachtigd dat de overheid opdraagt meer te doen tegen klimaatverandering. Dat betekent dat de Nederlandse Staat de uitstoot van broeikasgassen voor het einde van 2020 met 25% moet hebben teruggebracht ten opzichte van 1990.

Het beleid van de Staat was er volgens de rechter tot 2011 op gericht om in 2020 een reductie van de uitstoot van 30% te behalen ten opzichte van 1990. Later heeft de Staat dit verlaagd tot 20% reductie in EU-verband. De hoogste rechter vindt dat de Staat niet heeft toegelicht dat en waarom een reductie van slechts 20% in 2020 in EU-verband verantwoord is. Het Financieele Dagblad vroeg Gerrit om een reactie.

Volgens Gerrit van der Veen, bijzonder hoogleraar milieurecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, laat dit punt zien dat de rechters 'zwaar tillen aan een overheid die doet wat ze zegt'. De overheid heeft volgens hem 'een draai om de oren gekregen' van de rechters in deze volgens hem goed opgezette redenering.

Lees hier het volledige commentaar van Gerrit in het Financieele Dagblad.

Ook NRC Handelsblad vroeg onze Milieu- en omgevingsrecht partner om een toelichting.  

Bijzonder hoogleraar Van der Veen, ook advocaat bij kantoor AKD, ziet echter ook dat deze uitspraak nog complex wordt als in 2021 - het zou ongekend zijn - tot een rechtszaak moet komen om de Nederlandse staat aan de Urgenda-uitspraak te houden. “Strikt genomen is de uitspraak van de Hoge Raad een harde beoordeling om één ding te doen: de 25 procent te halen. Als dat niet lukt, dan kan Urgenda in theorie een dwangsom eisen.” En dan zal vervolgens de vraag zijn: heeft de staat al het mogelijke gedaan? “De staat moet met een heel goed verhaal komen, over hoe ze nu gaat ingrijpen. Maar de rechter kan geen dwangsom opleggen om iemand te dwingen het onmogelijke te doen.”

Klik hier om het volledige artikel te lezen, waarin Gerrit ook ingaat op de internationale invloed van deze uitspraak.

 

 

De Hoge Raad heeft op 20 december jl. het Urgenda-vonnis bekrachtigd dat de overheid opdraagt meer te doen tegen klimaatverandering. Dat betekent dat de Nederlandse Staat de uitstoot van broeikasgassen voor het einde van 2020 met 25% moet hebben teruggebracht ten opzichte van 1990.

Het beleid van de Staat was er volgens de rechter tot 2011 op gericht om in 2020 een reductie van de uitstoot van 30% te behalen ten opzichte van 1990. Later heeft de Staat dit verlaagd tot 20% reductie in EU-verband. De hoogste rechter vindt dat de Staat niet heeft toegelicht dat en waarom een reductie van slechts 20% in 2020 in EU-verband verantwoord is. Het Financieele Dagblad vroeg Gerrit om een reactie.

Volgens Gerrit van der Veen, bijzonder hoogleraar milieurecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, laat dit punt zien dat de rechters 'zwaar tillen aan een overheid die doet wat ze zegt'. De overheid heeft volgens hem 'een draai om de oren gekregen' van de rechters in deze volgens hem goed opgezette redenering.

Lees hier het volledige commentaar van Gerrit in het Financieele Dagblad.

Ook NRC Handelsblad vroeg onze Milieu- en omgevingsrecht partner om een toelichting.  

Bijzonder hoogleraar Van der Veen, ook advocaat bij kantoor AKD, ziet echter ook dat deze uitspraak nog complex wordt als in 2021 - het zou ongekend zijn - tot een rechtszaak moet komen om de Nederlandse staat aan de Urgenda-uitspraak te houden. “Strikt genomen is de uitspraak van de Hoge Raad een harde beoordeling om één ding te doen: de 25 procent te halen. Als dat niet lukt, dan kan Urgenda in theorie een dwangsom eisen.” En dan zal vervolgens de vraag zijn: heeft de staat al het mogelijke gedaan? “De staat moet met een heel goed verhaal komen, over hoe ze nu gaat ingrijpen. Maar de rechter kan geen dwangsom opleggen om iemand te dwingen het onmogelijke te doen.”

Klik hier om het volledige artikel te lezen, waarin Gerrit ook ingaat op de internationale invloed van deze uitspraak.