Handhavingsverzoek ten onrechte afgewezen nu niet bij de woning van appellante geluid wordt gemeten

9 december 2019 | Blog

In artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (“het Activiteitenbesluit”) zijn geluidsnormen voor inrichtingen opgenomen. Ook een supermarkt dient zich te houden aan deze geluidsnormen. Wanneer de geluidsnormen worden overschreden dan kan door het college handhavend worden opgetreden. In een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3389,  heeft het college van Amsterdam het verzoek om handhavend op te treden vanwege geluidsoverlast van een  supermarkt afgewezen. Aan dit besluit heeft het college een geluidsrapport ten grondslag gelegd. In dit blog wordt stilgestaan bij de deugdelijkheid van zo’n rapport en de rechtsgevolgen daarvan. 

Geluidsoverlast door het laden en lossen

De appellante ondervindt geluidsoverlast van de supermarkt door het laden en lossen. Uit het geluidsrapport dat in opdracht van het college is opgesteld, blijkt dat de supermarkt precies aan de geluidsnormen van artikel 2.17 Activiteitenbesluit voldoet. Nu was de supermarkt van tevoren op de hoogte van de controle, was de meetapparatuur goed zichtbaar en is er gemeten boven het rolluik van de supermarkt in plaats van bij de woning van appellante, terwijl juist dáár de vrachtwagens stoppen. De appellante onderbouwde deze kritiek op haar beurt met een tegenrapport. De Afdeling ziet daarin aanleiding om aan de deugdelijkheid van het rapport te twijfelen. Volgens de Afdeling had het college het besluit tot afwijzing van handhaving niet op het rapport mogen baseren.  

Maatwerkvoorschriften voldoende

Het college zou in principe een nieuw besluit moeten nemen. Ondertussen zijn echter aan de supermarkt verschillende maatwerkvoorschriften opgelegd en zijn afspraken gemaakt om de geluidsoverlast te beperken. Appellante heeft op de zitting aangegeven dat de voorschriften en afspraken ervoor hebben gezorgd dat er geen overtreding meer plaatsvindt van artikel 2.17 Activiteitenbesluit. Bij nieuw onderzoek door het college zullen beide partijen tot de conclusie komen dat er niet (meer) handhavend hoeft te worden opgetreden. Materieel zou het nieuwe besluit dus op hetzelfde uitkomen als het vernietigde besluit. Het nemen van een nieuw besluit zou alleen maar tijd en geld kosten en daarom laat de Afdeling de rechtsgevolgen van het besluit in stand.  

Conclusie

Kortom, het eerste geluidsrapport dat in opdracht van het college is opgesteld was niet op een deugdelijke manier tot stand gekomen. De supermarkt was op de hoogte van de controle en de meetapparatuur was goed zichtbaar. De Afdeling vindt het niet onaannemelijk dat het laden en lossen daardoor rustiger heeft plaatsgevonden dan normaal. Bovendien is gemeten boven het rolluik van de supermarkt in plaats van bij de woning van appellante, terwijl de vrachtwagens recht voor die woning stoppen en dus dáár laden en lossen. Deze kritiek werd door appellante ondersteund door een tegenrapport, waarbij de metingen niet van tevoren waren aangekondigd. Uit deze uitspraak volgt dus dat voor een deugdelijk geluidsrapport altijd de juiste aansluiting moet worden gezocht bij de feitelijke situatie, anders mag deze niet ten grondslag liggen aan een besluit.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven