Op 20 november jl. is de herziene richtlijn consumentenkrediet in werking getreden (de “Richtlijn”). In deze Insight bespreken wij de achtergrond van de Richtlijn. Daarnaast bespreken wij een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de bestaande richtlijn.
Achtergrond
De Richtlijn strekt tot intrekking van Richtlijn 2008/48/EG. Deze richtlijn werd in 2011 in Nederland geïmplementeerd door middel van het inwerking treden van wijzigingen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten. Door harmonisering van de regels voor kredietovereenkomsten voor consumenten beoogde Richtlijn 2008/48/EG, onder andere, de totstandkoming van een goed functionerende interne markt voor krediet te bevorderen en een hoge standaard voor consumentenbescherming te realiseren.
Naar aanleiding van een evaluatie werd in 2020 geconstateerd dat die doelstellingen nog steeds relevant waren maar dat Richtlijn 2008/48/EG slechts gedeeltelijk effectief was. Reden genoeg voor de Europese Commissie om in juni 2021 met een voorstel te komen tot herziening van Richtlijn 2008/48/EG die, na onderhandelingen, zoals gezegd, op 20 november jl. in werking trad. Rode draad van de Richtlijn is een hoge(re) mate van consumentenbescherming.
Definities
In de Richtlijn zijn een aantal definities opgenomen. Voor een beter begrip van deze Insight is kennisname van een aantal van deze definities praktisch.
Een “consument” is een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn of haar bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen. Onder “kredietgever” wordt een natuurlijke persoon of rechtspersoon verstaan, die in het kader van de uitoefening van zijn of haar bedrijfs- of beroepsactiviteiten krediet verleent of toezegt. De term “kredietovereenkomst” wordt in de Richtlijn gedefinieerd als een overeenkomst waarbij een kredietgever aan een consument krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke betalingsfaciliteit, met uitzondering van overeenkomsten voor doorlopende dienstverlening en doorlopende levering van dezelfde goederen, waarbij de consument, zolang de diensten of goederen worden geleverd, de kosten daarvan in termijnen betaalt.
Wijzigingen ten opzichte van Richtlijn 2008/48/EG
Toepassingsbereik – Buy now, pay later
‘Buy now, pay later’-diensten hebben de afgelopen jaren enorm aan terrein gewonnen. Hierbij maakt de consument gebruik van de mogelijkheid om de betaling van een (online) gekocht goed geheel of gedeeltelijk uit te stellen tot na de levering van het goed, (vaak) zonder rente of andere kosten te hoeven betalen. Hoewel dit onder Richtlijn 2008/48/EG niet het geval was, vallen ‘buy now, pay later’-diensten wel onder het toepassingsbereik van de Richtlijn. Na implementatie van de Richtlijn zal wetgeving (bijv. vergunningplicht en onder toezicht van de AFM) voor consumptief krediet ook gelden voor aanbieders van buy now, pay later’-diensten.
Toepassingsbereik – 100.000 EUR
Kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan 200 EUR of meer dan 75.000 EUR vielen buiten het toepassingsbereik van Richtlijn 2008/48/EG. Onder het toepassingsbereik van de Richtlijn vallen kredietovereenkomsten van 0 tot 100.000 EUR.
Opgemerkt zij wel dat artikel 1 lid 8 van de Richtlijn bepaalt dat de lidstaten kunnen bepalen dat een aantal bepalingen uit de Richtlijn (die betrekking hebben op in reclame op te nemen standaardinformatie, precontractuele informatie en informatie in kredietovereenkomsten) niet van toepassing zijn op, onder meer, een kredietovereenkomst voor een totaalkredietbedrag van minder dan 200 EUR.
Reclame – standaardinformatie
De Richtlijn kent regels voor in reclame voor kredietovereenkomsten op te nemen informatie. Zoals, bijvoorbeeld, informatie over de debetrentevoet, het totale kredietbedrag en het jaarlijkse kostenpercentage. Deze standaardinformatie moet op een duidelijke, beknopte en opvallende manier (kosteloos) worden verstrekt. Dit is allemaal niet nieuw. Wel nieuw is dat de standaardinformatie goed leesbaar, of naar gelang het geval duidelijk hoorbaar, moet zijn en aangepast aan de technische beperkingen van de voor de reclame gebruikte drager. Met andere woorden, alle belangrijke informatie moet in een oogopslag te zien zijn, ook wanneer de consument dit bekijkt op zijn mobiele telefoon.
Reclame – waarschuwingen en verboden
Ter bescherming van de consument bevat de Richtlijn strengere reclameregels dan Richtlijn 2008/48/EU. Zo schrijft de Richtlijn voor dat kredietovereenkomsten een duidelijke en opvallende waarschuwing dienen te bevatten om consumenten er bewust van te maken dat lenen geld kost. De Richtlijn noemt als voorbeeld “Opgelet! Geld lenen kost geld”. In Nederland bestaat deze verplichting al op grond van nationale wetgeving.
Daarnaast dient reclame voor kredietproducten verboden te worden waarin:
- consumenten worden aangemoedigd tot het vragen om krediet door te suggereren dat krediet hun financiële situatie zal verbeteren;
- wordt vermeld dat lopende kredietovereenkomsten of in databanken geregistreerde kredieten weinig of geen invloed hebben op de beoordeling van een kredietaanvraag; en
- ten onrechte wordt gesuggereerd dat krediet leidt tot een toename van de financiële middelen, een vervangmiddel is voor spaargeld of de levensstandaard van de consument kan verhogen.
Verder kunnen de lidstaten onder meer reclame verbieden voor kredietproducten waarin:
- de snelheid of het gemak waarmee krediet kan worden verkregen, wordt benadrukt;
- wordt vermeld dat een korting maar geldig is indien er een krediet wordt opgenomen; en
- voor de aflossing van krediettermijnen “respijtperiodes” van meer dan drie maanden worden aangeboden.
Kredietwaardigheidstoets – beoordeling
Onder Richtlijn 2008/48/EU zijn kredietgevers verplicht voor het sluiten van de kredietovereenkomst de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. Dat is niet anders onder de Richtlijn. Nieuw is echter dat bepaald is dat het moet gaan om een ‘grondige’ beoordeling. Daarnaast is in de Richtlijn opgenomen dat de beoordeling wordt uitgevoerd in het belang van de consument, om onverantwoordelijke leningspraktijken en overmatige schuldenlast te voorkomen. Tot slot moet bij de beoordeling rekening worden gehouden met factoren die relevant zijn om na te gaan of de consument de uit de kredietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen kan nakomen.
Kredietwaardigheidstoets – informatie
De informatie op grond waarvan de kredietwaardigheidstoets plaatsvindt wordt verkregen uit relevante interne of externe bronnen, waaronder de consument zelf. Nieuw is dat in de Richtlijn expliciet is bepaald dat sociale netwerken voor de toepassing van de Richtlijn niet als een externe bron mogen worden beschouwd.
Gedragsregels
In tegenstelling tot Richtlijn 2008/48/EG bevat de Richtlijn een hoofdstuk waarin de lidstaten wordt opgedragen gedragsregels voor de kredietgever en de kredietbemiddelaar voor te schrijven.
In dat kader merken wij op dat op 30 oktober 2023 de ‘Gedragscode achteraf betalen’ (de “Code”) in werking is getreden. De Code is door zelfregulering tot stand gekomen. Gespecialiseerde aanbieders van ‘buy now, pay later’-diensten hebben besloten om de Code in aanloop naar de implementatie van de Richtlijn op stellen. Billink, In3, Klarna en Riverty hebben zich al gecommitteerd tot naleving van de Code. De Code zal jaarlijks worden geëvalueerd en waar nodig aangepast als dit in de aanloop naar de implementatie van de Richtlijn gewenst is. De AFM heeft positief gereageerd op de Code maar tegelijkertijd aangegeven dat zij het nog steeds noodzakelijk vindt dat voor deze vorm van consumptief krediet Europese regelgeving in werking treedt.
Omzetting
De AFM zal nog even geduld moeten hebben. De Richtlijn moet uiterlijk op 20 november 2025 worden geïmplementeerd. Vervolgens dienen deze nationale, wettelijke bepalingen toepast te worden vanaf 20 november 2026.
Wij houden u graag op de hoogte van de ontwikkelingen tijdens het implementatietraject.
Op 20 november jl. is de herziene richtlijn consumentenkrediet in werking getreden (de “Richtlijn”). In deze Insight bespreken wij de achtergrond van de Richtlijn. Daarnaast bespreken wij een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de bestaande richtlijn.
Achtergrond
De Richtlijn strekt tot intrekking van Richtlijn 2008/48/EG. Deze richtlijn werd in 2011 in Nederland geïmplementeerd door middel van het inwerking treden van wijzigingen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten. Door harmonisering van de regels voor kredietovereenkomsten voor consumenten beoogde Richtlijn 2008/48/EG, onder andere, de totstandkoming van een goed functionerende interne markt voor krediet te bevorderen en een hoge standaard voor consumentenbescherming te realiseren.
Naar aanleiding van een evaluatie werd in 2020 geconstateerd dat die doelstellingen nog steeds relevant waren maar dat Richtlijn 2008/48/EG slechts gedeeltelijk effectief was. Reden genoeg voor de Europese Commissie om in juni 2021 met een voorstel te komen tot herziening van Richtlijn 2008/48/EG die, na onderhandelingen, zoals gezegd, op 20 november jl. in werking trad. Rode draad van de Richtlijn is een hoge(re) mate van consumentenbescherming.
Definities
In de Richtlijn zijn een aantal definities opgenomen. Voor een beter begrip van deze Insight is kennisname van een aantal van deze definities praktisch.
Een “consument” is een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn of haar bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen. Onder “kredietgever” wordt een natuurlijke persoon of rechtspersoon verstaan, die in het kader van de uitoefening van zijn of haar bedrijfs- of beroepsactiviteiten krediet verleent of toezegt. De term “kredietovereenkomst” wordt in de Richtlijn gedefinieerd als een overeenkomst waarbij een kredietgever aan een consument krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke betalingsfaciliteit, met uitzondering van overeenkomsten voor doorlopende dienstverlening en doorlopende levering van dezelfde goederen, waarbij de consument, zolang de diensten of goederen worden geleverd, de kosten daarvan in termijnen betaalt.
Wijzigingen ten opzichte van Richtlijn 2008/48/EG
Toepassingsbereik – Buy now, pay later
‘Buy now, pay later’-diensten hebben de afgelopen jaren enorm aan terrein gewonnen. Hierbij maakt de consument gebruik van de mogelijkheid om de betaling van een (online) gekocht goed geheel of gedeeltelijk uit te stellen tot na de levering van het goed, (vaak) zonder rente of andere kosten te hoeven betalen. Hoewel dit onder Richtlijn 2008/48/EG niet het geval was, vallen ‘buy now, pay later’-diensten wel onder het toepassingsbereik van de Richtlijn. Na implementatie van de Richtlijn zal wetgeving (bijv. vergunningplicht en onder toezicht van de AFM) voor consumptief krediet ook gelden voor aanbieders van buy now, pay later’-diensten.
Toepassingsbereik – 100.000 EUR
Kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan 200 EUR of meer dan 75.000 EUR vielen buiten het toepassingsbereik van Richtlijn 2008/48/EG. Onder het toepassingsbereik van de Richtlijn vallen kredietovereenkomsten van 0 tot 100.000 EUR.
Opgemerkt zij wel dat artikel 1 lid 8 van de Richtlijn bepaalt dat de lidstaten kunnen bepalen dat een aantal bepalingen uit de Richtlijn (die betrekking hebben op in reclame op te nemen standaardinformatie, precontractuele informatie en informatie in kredietovereenkomsten) niet van toepassing zijn op, onder meer, een kredietovereenkomst voor een totaalkredietbedrag van minder dan 200 EUR.
Reclame – standaardinformatie
De Richtlijn kent regels voor in reclame voor kredietovereenkomsten op te nemen informatie. Zoals, bijvoorbeeld, informatie over de debetrentevoet, het totale kredietbedrag en het jaarlijkse kostenpercentage. Deze standaardinformatie moet op een duidelijke, beknopte en opvallende manier (kosteloos) worden verstrekt. Dit is allemaal niet nieuw. Wel nieuw is dat de standaardinformatie goed leesbaar, of naar gelang het geval duidelijk hoorbaar, moet zijn en aangepast aan de technische beperkingen van de voor de reclame gebruikte drager. Met andere woorden, alle belangrijke informatie moet in een oogopslag te zien zijn, ook wanneer de consument dit bekijkt op zijn mobiele telefoon.
Reclame – waarschuwingen en verboden
Ter bescherming van de consument bevat de Richtlijn strengere reclameregels dan Richtlijn 2008/48/EU. Zo schrijft de Richtlijn voor dat kredietovereenkomsten een duidelijke en opvallende waarschuwing dienen te bevatten om consumenten er bewust van te maken dat lenen geld kost. De Richtlijn noemt als voorbeeld “Opgelet! Geld lenen kost geld”. In Nederland bestaat deze verplichting al op grond van nationale wetgeving.
Daarnaast dient reclame voor kredietproducten verboden te worden waarin:
- consumenten worden aangemoedigd tot het vragen om krediet door te suggereren dat krediet hun financiële situatie zal verbeteren;
- wordt vermeld dat lopende kredietovereenkomsten of in databanken geregistreerde kredieten weinig of geen invloed hebben op de beoordeling van een kredietaanvraag; en
- ten onrechte wordt gesuggereerd dat krediet leidt tot een toename van de financiële middelen, een vervangmiddel is voor spaargeld of de levensstandaard van de consument kan verhogen.
Verder kunnen de lidstaten onder meer reclame verbieden voor kredietproducten waarin:
- de snelheid of het gemak waarmee krediet kan worden verkregen, wordt benadrukt;
- wordt vermeld dat een korting maar geldig is indien er een krediet wordt opgenomen; en
- voor de aflossing van krediettermijnen “respijtperiodes” van meer dan drie maanden worden aangeboden.
Kredietwaardigheidstoets – beoordeling
Onder Richtlijn 2008/48/EU zijn kredietgevers verplicht voor het sluiten van de kredietovereenkomst de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. Dat is niet anders onder de Richtlijn. Nieuw is echter dat bepaald is dat het moet gaan om een ‘grondige’ beoordeling. Daarnaast is in de Richtlijn opgenomen dat de beoordeling wordt uitgevoerd in het belang van de consument, om onverantwoordelijke leningspraktijken en overmatige schuldenlast te voorkomen. Tot slot moet bij de beoordeling rekening worden gehouden met factoren die relevant zijn om na te gaan of de consument de uit de kredietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen kan nakomen.
Kredietwaardigheidstoets – informatie
De informatie op grond waarvan de kredietwaardigheidstoets plaatsvindt wordt verkregen uit relevante interne of externe bronnen, waaronder de consument zelf. Nieuw is dat in de Richtlijn expliciet is bepaald dat sociale netwerken voor de toepassing van de Richtlijn niet als een externe bron mogen worden beschouwd.
Gedragsregels
In tegenstelling tot Richtlijn 2008/48/EG bevat de Richtlijn een hoofdstuk waarin de lidstaten wordt opgedragen gedragsregels voor de kredietgever en de kredietbemiddelaar voor te schrijven.
In dat kader merken wij op dat op 30 oktober 2023 de ‘Gedragscode achteraf betalen’ (de “Code”) in werking is getreden. De Code is door zelfregulering tot stand gekomen. Gespecialiseerde aanbieders van ‘buy now, pay later’-diensten hebben besloten om de Code in aanloop naar de implementatie van de Richtlijn op stellen. Billink, In3, Klarna en Riverty hebben zich al gecommitteerd tot naleving van de Code. De Code zal jaarlijks worden geëvalueerd en waar nodig aangepast als dit in de aanloop naar de implementatie van de Richtlijn gewenst is. De AFM heeft positief gereageerd op de Code maar tegelijkertijd aangegeven dat zij het nog steeds noodzakelijk vindt dat voor deze vorm van consumptief krediet Europese regelgeving in werking treedt.
Omzetting
De AFM zal nog even geduld moeten hebben. De Richtlijn moet uiterlijk op 20 november 2025 worden geïmplementeerd. Vervolgens dienen deze nationale, wettelijke bepalingen toepast te worden vanaf 20 november 2026.
Wij houden u graag op de hoogte van de ontwikkelingen tijdens het implementatietraject.