Het coronavirus in Nederland: een verbod op evenementen 100+

 12 maart 2020 | Blog
corona___medialibrary_original_1061_310

Zojuist heeft onze Minister-President in een persconferentie aangekondigd evenementen en bijeenkomsten waar meer dan 100 mensen aanwezig zijn, verboden zijn tot en met 31 maart. Het verbod zou ook musea, theaters en bioscopen raken, maar dat is niet geheel helder. Het verbod zal ongetwijfeld een grote impact hebben op de Nederlandse samenleving. Vele honderden, zo niet duizenden evenementen en bijeenkomsten zullen worden afgelast. Daarnaast heeft de Minister-President op advies van het RIVM een groot aantal adviezen gegeven met als doel de verspreiding van het coronavirus in te dammen. In dit blog ga ik alleen in op het verbod omdat dit wordt gepresenteerd als een in rechte afdwingbare verplichting.

Landelijk verbod
Het is een landelijk verbod, gericht op evenementen en bijeenkomsten. Er bestaat thans geen wet in formele zin die het mogelijk maakt om evenementen en andere bijeenkomsten, al dan niet vergunning plichtig, landelijk te verbieden. Deze bevoegdheid komt toe aan de bestuursorganen van een gemeente, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Ik ga ervan uit dat er vanmiddag ook is nagedacht over de wettelijke grondslag van het verbod. De enkele omstandigheid dat het verbod in het kader van de bestrijding noodzakelijk wordt geacht, betekent niet dat buiten de wet om kan worden gehandeld.

In mijn eerdere blog ben ik ingegaan op de bevoegdheden die de Wet op de Veiligheidsregio’s biedt om dit soort maatregelen te nemen. Nu de Minister-President dit verbod heeft aangekondigd, ligt het in de rede dat er gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om artikel 53 en 54 van de Wet in werking te laten treden. Hiervoor is een Koninklijk Besluit nodig. Artikel 53 maakt het mogelijk voor de Commissaris van de Koning om de burgemeesters in een provincie in een concreet geval de nodige aanwijzingen te geven inzake rampenbestrijding en de Ministers kunnen de Commissaris hiertoe zelf opdracht geven. Van deze bevoegdheid is geen gebruik gemaakt. Het is een verbod dat rechtstreeks van de regering komt. Dat houdt in dat de Minister van Veiligheid en Justitie de bevoegden van de Commissaris en de burgemeesters geheel of ten dele kan overnemen of een andere autoriteit daarmee kan belasten. Het verbod is vermoedelijk op deze bevoegdheid gebaseerd.

Wat als het verbod niet wordt nageleefd?
Tijdens de persconferentie heeft de Minister-President geen sancties in het voorruitzicht gesteld. Laten we ervan uit gaan dat het verbod goed wordt nageleefd. Maar indien het verbod niet wordt gerespecteerd, wie is er dan bevoegd gezag?

De Wet kent een paragraaf over sancties maar die zien niet op de vorm van handhaving in de vorm van het daadwerkelijk feitelijk afdwingen van een verbod. Zou dat betekenen dat er weliswaar een verbod kan worden opgelegd, maar dat het verbod niet kan worden geëffectueerd? Nee, natuurlijk niet. Het verbod is juridisch een noodbevel dan wel een noodverordening. De Wet op de veiligheidsregio’s gaat immers over de noodbevoegdheden van de burgemeester. Indien een noodbevel of noodverordening wordt genegeerd, kan strafrechtelijk worden opgetreden, waarbij in dit geval de bevoegde minister het gezag heeft over de politie, en zelfs het leger kan inschakelen. De Wet op de veiligheidsregio’s draagt namelijk de bevoegdheid ex artikel 11 van de Politiewet over aan de Voorzitter van de Veiligheidsregio of – in casu – de Minister van Veiligheid en Justitie. Hiermee worden de burgemeesters, die normaal gesproken het gezag hebben over de politie ter handhaving van de openbare orde, buitenspel gezet. Het is overigens niet goed voorstelbaar dat de Minister van deze bevoegdheid gebruik maakt en ligt het in de rede dat de burgemeester dan wel de voorzitter van de Veiligheidsregio het gezag over de politie wordt opgedragen, krachtens artikel 54 van de Wet.

Een nieuwe blog volgt, zodra er meer duidelijkheid bestaat over de juridische grondslag, de reikwijdte en strekking van het verbod.

Dit is het vierde blog uit onze serie over het coronavirus.
Lees hier het eerste, tweede en derde blog uit de serie.

Zojuist heeft onze Minister-President in een persconferentie aangekondigd evenementen en bijeenkomsten waar meer dan 100 mensen aanwezig zijn, verboden zijn tot en met 31 maart. Het verbod zou ook musea, theaters en bioscopen raken, maar dat is niet geheel helder. Het verbod zal ongetwijfeld een grote impact hebben op de Nederlandse samenleving. Vele honderden, zo niet duizenden evenementen en bijeenkomsten zullen worden afgelast. Daarnaast heeft de Minister-President op advies van het RIVM een groot aantal adviezen gegeven met als doel de verspreiding van het coronavirus in te dammen. In dit blog ga ik alleen in op het verbod omdat dit wordt gepresenteerd als een in rechte afdwingbare verplichting.

Landelijk verbod
Het is een landelijk verbod, gericht op evenementen en bijeenkomsten. Er bestaat thans geen wet in formele zin die het mogelijk maakt om evenementen en andere bijeenkomsten, al dan niet vergunning plichtig, landelijk te verbieden. Deze bevoegdheid komt toe aan de bestuursorganen van een gemeente, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Ik ga ervan uit dat er vanmiddag ook is nagedacht over de wettelijke grondslag van het verbod. De enkele omstandigheid dat het verbod in het kader van de bestrijding noodzakelijk wordt geacht, betekent niet dat buiten de wet om kan worden gehandeld.

In mijn eerdere blog ben ik ingegaan op de bevoegdheden die de Wet op de Veiligheidsregio’s biedt om dit soort maatregelen te nemen. Nu de Minister-President dit verbod heeft aangekondigd, ligt het in de rede dat er gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om artikel 53 en 54 van de Wet in werking te laten treden. Hiervoor is een Koninklijk Besluit nodig. Artikel 53 maakt het mogelijk voor de Commissaris van de Koning om de burgemeesters in een provincie in een concreet geval de nodige aanwijzingen te geven inzake rampenbestrijding en de Ministers kunnen de Commissaris hiertoe zelf opdracht geven. Van deze bevoegdheid is geen gebruik gemaakt. Het is een verbod dat rechtstreeks van de regering komt. Dat houdt in dat de Minister van Veiligheid en Justitie de bevoegden van de Commissaris en de burgemeesters geheel of ten dele kan overnemen of een andere autoriteit daarmee kan belasten. Het verbod is vermoedelijk op deze bevoegdheid gebaseerd.

Wat als het verbod niet wordt nageleefd?
Tijdens de persconferentie heeft de Minister-President geen sancties in het voorruitzicht gesteld. Laten we ervan uit gaan dat het verbod goed wordt nageleefd. Maar indien het verbod niet wordt gerespecteerd, wie is er dan bevoegd gezag?

De Wet kent een paragraaf over sancties maar die zien niet op de vorm van handhaving in de vorm van het daadwerkelijk feitelijk afdwingen van een verbod. Zou dat betekenen dat er weliswaar een verbod kan worden opgelegd, maar dat het verbod niet kan worden geëffectueerd? Nee, natuurlijk niet. Het verbod is juridisch een noodbevel dan wel een noodverordening. De Wet op de veiligheidsregio’s gaat immers over de noodbevoegdheden van de burgemeester. Indien een noodbevel of noodverordening wordt genegeerd, kan strafrechtelijk worden opgetreden, waarbij in dit geval de bevoegde minister het gezag heeft over de politie, en zelfs het leger kan inschakelen. De Wet op de veiligheidsregio’s draagt namelijk de bevoegdheid ex artikel 11 van de Politiewet over aan de Voorzitter van de Veiligheidsregio of – in casu – de Minister van Veiligheid en Justitie. Hiermee worden de burgemeesters, die normaal gesproken het gezag hebben over de politie ter handhaving van de openbare orde, buitenspel gezet. Het is overigens niet goed voorstelbaar dat de Minister van deze bevoegdheid gebruik maakt en ligt het in de rede dat de burgemeester dan wel de voorzitter van de Veiligheidsregio het gezag over de politie wordt opgedragen, krachtens artikel 54 van de Wet.

Een nieuwe blog volgt, zodra er meer duidelijkheid bestaat over de juridische grondslag, de reikwijdte en strekking van het verbod.

Dit is het vierde blog uit onze serie over het coronavirus.
Lees hier het eerste, tweede en derde blog uit de serie.