Het is algemeen bekend dat zieke werknemers een grote mate van bescherming genieten tegen ontslag. Wordt een werknemer ziek, dan geldt gedurende de eerste twee jaar van de ziekte een opzegverbod.
Daar waar er voor de invoering van de Wwz nog mogelijkheden waren om (via de kantonrechter) het dienstverband van een zieke werknemer te beëindigen wegens bedrijfseconomische omstandigheden, is dit onder de Wwz in beginsel niet meer mogelijk. Voor een bedrijfseconomisch ontslag moet een werkgever zich namelijk tot het UWV wenden en het UWV zal deze toestemming in beginsel weigeren in verband met het bestaan van een opzegverbod. N.B.: een ontbinding door de kantonrechter op grond van bijvoorbeeld verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer is nog altijd mogelijk tijdens ziekte.
Mogelijkheden?
De mogelijkheden om tot een (bedrijfseconomisch) ontslag over te gaan van een zieke werknemer zijn uiterst beperkt. Alleen in het geval van een algehele bedrijfsbeëindiging of met wederzijds goedvinden is een beëindiging van het dienstverband mogelijk. Met name laatstgenoemde situatie, de beëindiging met wederzijds goedvinden, zal zich niet snel voordoen. Als uitgangspunt geldt namelijk dat zieke werknemers die instemmen met een beëindiging van hun dienstverband, een benadelinghandeling plegen en als gevolg daarvan geen (of verminderd) recht hebben op een ziektewetuitkering.
Twee jaar afwachten
Gezien de uiterst beperkte mogelijkheden gedurende de eerste twee ziektejaren, rest er vrijwel niets anders dan te wachten tot het moment dat het opzegverbod niet meer geldt. Is gedurende de twee jaar voldoende gedaan aan re-integratie, maar wordt er desondanks vastgesteld dat er bij de werkgever geen mogelijkheden meer zijn, dan kan er in beginsel tot beëindiging van het dienstverband (wegens langdurige arbeidsongeschiktheid) worden overgegaan. Met de invoering van de Wwz zijn hier echter financiële consequenties aan verbonden. De werkgever is namelijk verplicht tot betaling van een transitievergoeding, ook bij opzegging na twee jaar ziekte.
Slapend dienstverband
In een poging te ontkomen aan de verplichting om een transitievergoeding te betalen na twee jaar ziekte, kan een werkgever ervoor kiezen de langdurig zieke werknemer na afloop van het opzegverbod in dienst te houden, een zogenoemd 'slapend dienstverband'. Aangezien de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever is geëindigd na deze twee jaar, hoeft de werkgever immers geen loon meer te betalen en hoeft de werkgever geen 'kosten' meer te maken.
Het in stand laten en dus 'slapend maken' van een dienstverband om geen transitievergoeding te betalen is onlangs aan de orde geweest bij de Rechtbank Midden-Nederland. In deze zaak verzocht de werknemer ontbinding van de arbeidsovereenkomst, onder toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Van belang is dat, nu de werknemer ontbinding had verzocht, toekenning van beide vergoedingen slechts mogelijk was als de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld. De werknemer stelde derhalve dat de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld door (onder andere) haar in dienst te laten. De kantonrechter ging hier niet in mee en oordeelde: "indien veronderstellenderwijs moet worden aangenomen dat de werkgever het dienstverband enkel in stand heeft gehouden vanwege het niet willen betalen van de transitievergoeding dit weliswaar als onfatsoenlijk kan worden aangemerkt, maar dat betekent nog niet dat dit ook is te kwalificeren als ernstig verwijtbaar handelen." De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van enige vergoeding.
Hoewel een zwaluw nog geen zomer maakt, lijkt het erop dat 'slapende dienstverbanden' worden toegestaan zonder dat een werkgever het risico loopt daarmee ernstig verwijtbaar te handelen. Wel dient een werkgever zich ervan bewust te zijn dat een slapend dienstverband niet geheel risicoloos is. Het risico bestaat namelijk dat de werknemer herstelt. In dat geval zal de werkgever in beginsel weer verplicht zijn tot doorbetaling van het loon. Bovendien geldt dat de werknemer met een 'slapend dienstverband' gewoon anciënniteit opbouwt, wat onder meer van invloed is op de hoogte van een transitievergoeding.
Recente ontwikkelingen
Tijdens een debat over de Wwz van op woensdag 9 maart 2016 heeft Lodewijk Asscher (Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) aangegeven dat hij bereid is de transitievergoeding voor werknemers na twee jaar ziekte te schrappen als de werkgever aantoonbaar haar best heeft gedaan om de langdurig zieke werknemer te laten re-integreren. Het betalen van een transitievergoeding zou in die gevallen namelijk onbillijk zijn. De minister zal in gesprek gaan met werkgeversorganisaties en vakbonden om dit punt te bespreken. Of de Minister deze wijziging ook daadwerkelijk gaat doorvoeren is afwachten. Wij houden u uiteraard op de hoogte.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Mariëlle van Winden - Spaans.
Het is algemeen bekend dat zieke werknemers een grote mate van bescherming genieten tegen ontslag. Wordt een werknemer ziek, dan geldt gedurende de eerste twee jaar van de ziekte een opzegverbod.
Daar waar er voor de invoering van de Wwz nog mogelijkheden waren om (via de kantonrechter) het dienstverband van een zieke werknemer te beëindigen wegens bedrijfseconomische omstandigheden, is dit onder de Wwz in beginsel niet meer mogelijk. Voor een bedrijfseconomisch ontslag moet een werkgever zich namelijk tot het UWV wenden en het UWV zal deze toestemming in beginsel weigeren in verband met het bestaan van een opzegverbod. N.B.: een ontbinding door de kantonrechter op grond van bijvoorbeeld verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer is nog altijd mogelijk tijdens ziekte.
Mogelijkheden?
De mogelijkheden om tot een (bedrijfseconomisch) ontslag over te gaan van een zieke werknemer zijn uiterst beperkt. Alleen in het geval van een algehele bedrijfsbeëindiging of met wederzijds goedvinden is een beëindiging van het dienstverband mogelijk. Met name laatstgenoemde situatie, de beëindiging met wederzijds goedvinden, zal zich niet snel voordoen. Als uitgangspunt geldt namelijk dat zieke werknemers die instemmen met een beëindiging van hun dienstverband, een benadelinghandeling plegen en als gevolg daarvan geen (of verminderd) recht hebben op een ziektewetuitkering.
Twee jaar afwachten
Gezien de uiterst beperkte mogelijkheden gedurende de eerste twee ziektejaren, rest er vrijwel niets anders dan te wachten tot het moment dat het opzegverbod niet meer geldt. Is gedurende de twee jaar voldoende gedaan aan re-integratie, maar wordt er desondanks vastgesteld dat er bij de werkgever geen mogelijkheden meer zijn, dan kan er in beginsel tot beëindiging van het dienstverband (wegens langdurige arbeidsongeschiktheid) worden overgegaan. Met de invoering van de Wwz zijn hier echter financiële consequenties aan verbonden. De werkgever is namelijk verplicht tot betaling van een transitievergoeding, ook bij opzegging na twee jaar ziekte.
Slapend dienstverband
In een poging te ontkomen aan de verplichting om een transitievergoeding te betalen na twee jaar ziekte, kan een werkgever ervoor kiezen de langdurig zieke werknemer na afloop van het opzegverbod in dienst te houden, een zogenoemd 'slapend dienstverband'. Aangezien de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever is geëindigd na deze twee jaar, hoeft de werkgever immers geen loon meer te betalen en hoeft de werkgever geen 'kosten' meer te maken.
Het in stand laten en dus 'slapend maken' van een dienstverband om geen transitievergoeding te betalen is onlangs aan de orde geweest bij de Rechtbank Midden-Nederland. In deze zaak verzocht de werknemer ontbinding van de arbeidsovereenkomst, onder toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Van belang is dat, nu de werknemer ontbinding had verzocht, toekenning van beide vergoedingen slechts mogelijk was als de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld. De werknemer stelde derhalve dat de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld door (onder andere) haar in dienst te laten. De kantonrechter ging hier niet in mee en oordeelde: "indien veronderstellenderwijs moet worden aangenomen dat de werkgever het dienstverband enkel in stand heeft gehouden vanwege het niet willen betalen van de transitievergoeding dit weliswaar als onfatsoenlijk kan worden aangemerkt, maar dat betekent nog niet dat dit ook is te kwalificeren als ernstig verwijtbaar handelen." De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van enige vergoeding.
Hoewel een zwaluw nog geen zomer maakt, lijkt het erop dat 'slapende dienstverbanden' worden toegestaan zonder dat een werkgever het risico loopt daarmee ernstig verwijtbaar te handelen. Wel dient een werkgever zich ervan bewust te zijn dat een slapend dienstverband niet geheel risicoloos is. Het risico bestaat namelijk dat de werknemer herstelt. In dat geval zal de werkgever in beginsel weer verplicht zijn tot doorbetaling van het loon. Bovendien geldt dat de werknemer met een 'slapend dienstverband' gewoon anciënniteit opbouwt, wat onder meer van invloed is op de hoogte van een transitievergoeding.
Recente ontwikkelingen
Tijdens een debat over de Wwz van op woensdag 9 maart 2016 heeft Lodewijk Asscher (Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) aangegeven dat hij bereid is de transitievergoeding voor werknemers na twee jaar ziekte te schrappen als de werkgever aantoonbaar haar best heeft gedaan om de langdurig zieke werknemer te laten re-integreren. Het betalen van een transitievergoeding zou in die gevallen namelijk onbillijk zijn. De minister zal in gesprek gaan met werkgeversorganisaties en vakbonden om dit punt te bespreken. Of de Minister deze wijziging ook daadwerkelijk gaat doorvoeren is afwachten. Wij houden u uiteraard op de hoogte.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Mariëlle van Winden - Spaans.