Ook vergunninghouders van geneesmiddelen merken de impact van het coronavirus. De overheidsmaatregelen ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus, maken dat fysieke nascholingsbijeenkomsten niet doorgaan. Dat heeft tot gevolg dat steeds meer nascholingen in een digitale of online omgeving plaatsvinden. Let wel, ook dan moet er gekeken worden of voldaan wordt aan de regels. Bij sponsoring van dergelijke nascholing zal onder andere rekening moeten worden gehouden met het verbod op gunstbetoon en/of aan de regels van toegestane gastvrijheid wordt voldaan. Het algemene uitgangspunt van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) is dat alleen individualiseerbare kosten als gastvrijheidskosten worden beschouwd. Als bij online nascholing, cursusmateriaal via digitale weg wordt verspreid zijn de kosten hiervoor normaal gesproken niet individualiseerbaar. Als cursusmateriaal fysiek aan deelnemers wordt verstuurd, dan is er wel sprake van individualiseerbare kosten. In dat geval komen de kosten voor de cursusmaterialen in aanmerking als inschrijvingskosten (dus als gastvrijheid). De overige kosten voor de ontwikkeling en het aanbieden van de nascholing worden als algemene organisatiekosten beschouwd.

Vergoeden van kosten bij annulering?

Daarnaast stonden er ook al tal van congressen gepland, die door het coronavirus geannuleerd zijn. Dit heeft geleid tot vragen over annuleringskosten. De CGR (Stichting Code Geneesmiddelenreclame) heeft hierover overleg gehad met de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd). De uitkomst: als een congres wordt geannuleerd met als reden de uitbraak van het coronavirus en als gevolg daarvan de toegezegde gastvrijheid (bijdrage aan reis-, verblijf en/of inschrijvingskosten) niet kan worden geleverd aan de beroepsbeoefenaar maar wel (geheel of gedeeltelijk) dient te worden betaald, is het specifiek voor deze uitzonderlijke situatie in algemene zin reëel dat de vergunninghouder deze gastvrijheidskosten en de eventuele eigen bijdrage van een beroepsbeoefenaar geheel voor zijn rekening neemt. Datzelfde geldt indien de vergunninghouder sponsoring heeft toegezegd voor een congres en de organisator ondanks annulering toch kosten heeft gemaakt en de vergunninghouder vraagt om, naar rato van het sponsorbedrag op de totale begroting, aan deze kosten bij te dragen. Deze bijdragen in kosten worden in dit geval niet als gunstbetoon gezien, noch als financiële relatie die moet worden gemeld aan het Transparantieregister Zorg. Dit dient wel expliciet door de vergunninghouder te worden vastgelegd. De IGJ benadrukt dat zij in individuele gevallen zich het recht voorbehoudt af te wijken van deze algemene beleidslijn wanneer blijkt dat oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van deze uitzonderlijke omstandigheden.