Hoeveel rek zit er in het mededingingsrecht in tijden van (corona) crisis – de mogelijkheden in samenwerkingsvormen

30 maart 2020 | Blog

In een eerder blog hebben wij de toepassing van het mededingingsrecht in tijden van (corona-)crisis al aangestipt. In opvolgende blogs werken wij de mogelijkheden die het mededingingsrecht biedt aan ondernemingen om samen te werken, verder uit.

Inleiding

Ondernemingen zullen tijdens en in de nasleep van de coronacrisis alle zeilen moeten bijzetten om te herstellen. Zij zullen daarbij alle instrumenten nodig hebben die beschikbaar zijn. Ook (bepaalde) samenwerkingsvormen met andere ondernemingen kunnen aan het herstel bijdragen, bijvoorbeeld door gezamenlijk productiekosten te besparen.

De vraag is dan hoe het mededingingsrecht zich verhoudt tot voorgenomen samenwerkingsvormen tussen bedrijven: vormt het in veel gevallen een sta-in-de-weg, of is er toch meer mogelijk? Uit onze blogreeks zal voor veel gevallen het tweede naar voren komen.

De mogelijkheden tot samenwerking tussen ondernemingen

De ACM heeft zich net als mededingingsautoriteiten van andere EU-lidstaten en als het Europese netwerk van samenwerkende autoriteiten (ECN) uitgelaten over de toepassing van het mededingingsrecht in deze crisistijd, maar blijft daarin vooralsnog voorzichtig. De ACM richt zich bij monde van haar voorzitter blijkens een artikel in het FD in het bijzonder op de categorie van bedrijven die handelen in levensmiddelen en in producten die in de huidige specifieke omstandigheden schaars zijn (denk aan medische producten).

Maar hoe zit het met die talloze andere bedrijven die nu al in grote moeilijkheden verkeren zonder uitzicht dat de (gevolgen van de) crisis op korte termijn tot een halt komt/komen? De ACM gaat bepaald niet zo ver dat zij de zogenaamde crisiskartels (= tijdelijke afspraken tussen ondernemingen gericht op bijvoorbeeld het verminderen van overcapaciteit) weer zou gaan toestaan.

Vooralsnog moeten bedrijven het dus doen met het reeds bestaande mededingingskader in Nederland. En laat dat bestaande kader nu net volop mogelijkheden bieden aan ondernemingen om samen te werken. Het gaat dan doorgaans om speciale uitzonderingen op het kartelverbod: de samenwerking is op zich wel mededingingsbeperkend, maar zij ontvangt een vrijstelling omdat de economische voordelen van de coöperatie groter worden geacht dan de nadelen voor het concurrentieproces.

Mijn indruk is dat veel bedrijven nog onvoldoende zicht hebben op bovengenoemde mogelijkheden.  Zoals de ACM zelf in haar ‘corona’-persbericht al heeft aangegeven: “Concurrentieregels bieden veel  ruimte om in tijden als deze samen te werken om te voorkomen dat mensen en bedrijven de dupe worden.

Indien ondernemingen samenwerken, is het anderzijds wel belangrijk dat zij zich aan bepaalde voorwaarden houden in hun coöperatie. Zo is het cruciaal dat bepaalde (gezamenlijke) marktaandeelmaxima in acht worden gehouden. Simpelweg samenwerken met de gehéle sector zal veelal niet voor een uitzondering op het kartelverbod in aanmerking komen.

Nadere informatie voor bedrijven over bepaalde samenwerkingsvormen

Om ondernemingen zo goed mogelijk te informeren, lichten wij in een korte reeks van blogs de mogelijkheden voor samenwerking nader toe op het vlak van:

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven