Inspanningsverplichting bij gebieds- en projectontwikkeling; een serieus te nemen maar onzeker bezit!

 3 oktober 2018 | Blog

Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde bij arrest van 4 september 2018 dat een eigenaar die met de gemeente was overeengekomen dat in het bestemmingsplan een uitbreiding van bebouwingsmogelijkheden zou worden opgenomen, daar geen resultaat van mocht verwachten. Waarom niet? Omdat de gemeente louter een inspanningsverplichting op zich had genomen en daaraan had voldaan.

Wat was er aan de hand?

Een eigenaar was geconfronteerd met een bestemmingsplan waarin diens uitbreidingsmogelijkheden waren wegbestemd. De eigenaar wendde zich tot de gemeente en dit wegbestemmen bleek een vergissing te zijn. De gemeente stelde de eigenaar voor de keus; óf de gemeente zou kosteloos de oude bestemming laten herleven óf tegen betaling van een exploitatiebijdrage in een nieuw plan ruimere uitbreidingsmogelijkheden opnemen. Als dat laatste plan de eindstreep zou halen, zou de eigenaar geen planschadeclaim indienen. De eigenaar koos voor het laatste en dat werd vastgelegd in een anterieure overeenkomst. Na het sluiten daarvan ging het dagelijks bestuur (college) van de gemeente aan de slag met het bestemmingsplan en legde een ontwerp daarvan ter visie. Tijdens deze termijn bleek van maatschappelijke weerstand. Verder bleek dat de eigenaar de mogelijkheid wilde hebben om uit te breiden in de toekomst.  Er bleken geen concrete plannen te zijn, althans die stonden 'on hold'. Deze feiten, alsook inmiddels gewijzigd kantorenbeleid op gemeentelijk en provinciaal niveau, waren voor het algemeen bestuur (de gemeenteraad) aanleiding om het plan niet vast te stellen. De eigenaar stelde dat de gemeente hierdoor tekortschoot in de nakoming omdat de eigenaar bij het sluiten van de overeenkomst niet had behoeven te verwachten dat de bestemming alleen gewijzigd zou worden als hij concrete bouwplannen had. De rechtbank ging mee in dit argument. Het Hof echter niet.

Wat oordeelde het Hof?
Het hof oordeelde dat de gemeente een plan in procedure had gebracht met het oog op een concreet bouwplan. Nu dat plan 'on hold' was gezet, en er bovendien sprake was van gewijzigd beleid en bezwaren uit de buurt, was volgens het Hof geen sprake van een tekortkoming in de nakoming. Het Hof kwam tot deze conclusie omdat in de overeenkomst het navolgende was opgenomen:

'Deze overeenkomst laat onverlet de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de Gemeente. Een positieve eindbeslissing over het initiatief kan niet worden gegarandeerd. Anders dan [eigenaar] stelt (,..) heeft de gemeente niet de verplichting [eigenaar] 's kosten te vergoeden als de gemeente op goede gronden afziet van verdere planologische medewerking. [Eigenaar] legt (...) de overeenkomst naar het oordeel van het hof onjuist uit, waar zij betoogt dat de gemeente, ook als haar publieke taak haar keuze rechtvaardigde, niettemin wanprestatie tegen [eigenaar] heeft gepleegd door die kosten niet voor haar rekening te nemen (..). Met (..) de overeenkomst heeft de gemeente zich de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden voorbehouden. Onder de hiervoor (..) omschreven omstandigheden rechtvaardigde deze bepaling een afweging door de gemeente als door haar is gemaakt inclusief de daarop volgende besluitvorming. Van enige wanprestatie van de gemeente is dus geen sprake, ook niet in de door [eigenaar] verdedigde zin.'

Les voor de praktijk
Alhoewel inspanningsverplichtingen serieus te nemen verplichtingen zijn, mag daarvan geen resultaat verwacht worden. Men mag verwachten dat de overheid zich inspant en niet te gemakkelijk en snel terugkomt op eerdere standpunten (zie hiervoor bijvoorbeeld deze uitspraak), maar een resultaat is echt teveel gevraagd.

Indien u meer wilt weten over inspanningsverplichtingen, bekijk dan ook de onderstaande artikelen:

Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde bij arrest van 4 september 2018 dat een eigenaar die met de gemeente was overeengekomen dat in het bestemmingsplan een uitbreiding van bebouwingsmogelijkheden zou worden opgenomen, daar geen resultaat van mocht verwachten. Waarom niet? Omdat de gemeente louter een inspanningsverplichting op zich had genomen en daaraan had voldaan.

Wat was er aan de hand?

Een eigenaar was geconfronteerd met een bestemmingsplan waarin diens uitbreidingsmogelijkheden waren wegbestemd. De eigenaar wendde zich tot de gemeente en dit wegbestemmen bleek een vergissing te zijn. De gemeente stelde de eigenaar voor de keus; óf de gemeente zou kosteloos de oude bestemming laten herleven óf tegen betaling van een exploitatiebijdrage in een nieuw plan ruimere uitbreidingsmogelijkheden opnemen. Als dat laatste plan de eindstreep zou halen, zou de eigenaar geen planschadeclaim indienen. De eigenaar koos voor het laatste en dat werd vastgelegd in een anterieure overeenkomst. Na het sluiten daarvan ging het dagelijks bestuur (college) van de gemeente aan de slag met het bestemmingsplan en legde een ontwerp daarvan ter visie. Tijdens deze termijn bleek van maatschappelijke weerstand. Verder bleek dat de eigenaar de mogelijkheid wilde hebben om uit te breiden in de toekomst.  Er bleken geen concrete plannen te zijn, althans die stonden 'on hold'. Deze feiten, alsook inmiddels gewijzigd kantorenbeleid op gemeentelijk en provinciaal niveau, waren voor het algemeen bestuur (de gemeenteraad) aanleiding om het plan niet vast te stellen. De eigenaar stelde dat de gemeente hierdoor tekortschoot in de nakoming omdat de eigenaar bij het sluiten van de overeenkomst niet had behoeven te verwachten dat de bestemming alleen gewijzigd zou worden als hij concrete bouwplannen had. De rechtbank ging mee in dit argument. Het Hof echter niet.

Wat oordeelde het Hof?
Het hof oordeelde dat de gemeente een plan in procedure had gebracht met het oog op een concreet bouwplan. Nu dat plan 'on hold' was gezet, en er bovendien sprake was van gewijzigd beleid en bezwaren uit de buurt, was volgens het Hof geen sprake van een tekortkoming in de nakoming. Het Hof kwam tot deze conclusie omdat in de overeenkomst het navolgende was opgenomen:

'Deze overeenkomst laat onverlet de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door de Gemeente. Een positieve eindbeslissing over het initiatief kan niet worden gegarandeerd. Anders dan [eigenaar] stelt (,..) heeft de gemeente niet de verplichting [eigenaar] 's kosten te vergoeden als de gemeente op goede gronden afziet van verdere planologische medewerking. [Eigenaar] legt (...) de overeenkomst naar het oordeel van het hof onjuist uit, waar zij betoogt dat de gemeente, ook als haar publieke taak haar keuze rechtvaardigde, niettemin wanprestatie tegen [eigenaar] heeft gepleegd door die kosten niet voor haar rekening te nemen (..). Met (..) de overeenkomst heeft de gemeente zich de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden voorbehouden. Onder de hiervoor (..) omschreven omstandigheden rechtvaardigde deze bepaling een afweging door de gemeente als door haar is gemaakt inclusief de daarop volgende besluitvorming. Van enige wanprestatie van de gemeente is dus geen sprake, ook niet in de door [eigenaar] verdedigde zin.'

Les voor de praktijk
Alhoewel inspanningsverplichtingen serieus te nemen verplichtingen zijn, mag daarvan geen resultaat verwacht worden. Men mag verwachten dat de overheid zich inspant en niet te gemakkelijk en snel terugkomt op eerdere standpunten (zie hiervoor bijvoorbeeld deze uitspraak), maar een resultaat is echt teveel gevraagd.

Indien u meer wilt weten over inspanningsverplichtingen, bekijk dan ook de onderstaande artikelen: