Kabinet presenteert maatregelen stikstof en PFAS

13 november 2019 | Blog

Vanmorgen vond de persconferentie plaats waarin het kabinet een pakket maatregelen heeft gepresenteerd om vergunningverlening voor de woningbouw- en infrasector op korte termijn vlot te trekken en de situatie rondom PFAS aan te pakken. De maatregelen worden toegelicht in de Kamerbrief van heden. Hoewel met deze brief meer duidelijk is geworden over de richting waarin het kabinet oplossingen zoekt voor de stikstofproblematiek, kunnen hieruit nog geen conclusies worden getrokken over de mogelijkheid van vergunningverlening in concrete gevallen. Veel hangt af van de effecten van de maatregelen op gebiedsniveau en de precieze inhoud van het wetsvoorstel.

De hoofdpunten uit de Kamerbrief zijn de volgende.

Vergunningverlening is alweer op gang
Het kabinet geeft aan dat, ondanks regionale verschillen, al veel projecten door kunnen en dat AERIUS Calculator, waarmee initiatiefnemers sinds 16 september jl. kunnen berekenen welke depositie een project veroorzaakt en op welke natuurgebieden die depositie neerslaat, in de praktijk goed werkt. Het kabinet doelt hiermee waarschijnlijk op ontwikkelingen waarvan met AERIUS Calculator wordt berekend dat de bijdrage maximaal 0,00 mol N/ha/jr bedraagt. Dergelijke projecten kunnen doorgaan, uitgangspunt is dat hiervoor geen natuurvergunning nodig is.

Spoedwet Aanpak Stikstof
Het kabinet neemt drie maatregelen waarvan uit berekeningen van het RIVM blijkt dat deze op zeer korte termijn in te voeren zijn én op korte termijn leiden tot een daling van de stikstofdepositie:

  1. snelheidsverlaging overdag (van 6:00 – 19:00 uur) op alle autosnelwegen naar 100 km per uur
  2. inzet op ammoniakreductie via voermaatregelen
  3. reductie van stikstofdepositie door de bestaande warme saneringsregeling voor de varkenshouderij

Een concrete datum voor invoering van de maatregelen is er nog niet. Er wordt onder meer nog gewerkt aan een plan van aanpak met betrekking tot de snelheidsverlaging en wetgeving is in procedure.

Het uitgangspunt van het kabinet is, nu en bij volgende stappen, dat ten minste 30% van de verminderde depositieruimte ten goede komt aan de natuur. De overige 70% kan gebiedsgericht gebruikt worden om ontwikkelingen weer mogelijk te maken. Hiertoe zet het kabinet een register op. Het maatregelenpakket treedt in werking zodra de hiervoor opgestelde spoedwet Aanpak Stikstof door beide Kamers is aangenomen. Daarnaast wordt in dit wetsvoorstel geregeld dat voor activiteiten die geen significante gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden, geen Natura 2000-vergunning meer aangevraagd hoeft te worden. Dit impliceert een wijziging van de reikwijdte van de huidige natuurvergunningplicht. Op dit moment geldt namelijk al een vergunningplicht in geval van een mogelijke verslechtering (hoeft niet mogelijk significant te zijn). Zie bijvoorbeeld ABRvS 9 november 2016. De implementatie van de beschermingsverplichting voortvloeiend uit artikel 6, tweede lid Habitatrichtlijn via de vergunningplicht lijkt hiermee te vervallen. Hieruit mag overigens niet worden afgeleid dat activiteiten die maar een kleine toename van de stikstofdepositie tot gevolg hebben voortaan vergunningvrij zijn. Uit de jurisprudentie volgt namelijk dat plannen en projecten die leiden tot een toename van stikstofdepositie op overbelaste stikstofgevoelige natuurwaarden in een Natura 2000-gebied, significante gevolgen kunnen hebben (vb. ABRvS 29 mei 2019 en ABRvS 17 mei 2017).

De woningbouwsector en een aantal infrastructurele projecten krijgen als eerste de vrijgekomen ruimte toebedeeld. Een belangrijke opmerking in de Kamerbrief is dat gebiedsgericht invulling gegeven moet worden aan de mogelijkheden voor het toedelen van ruimte. De stikstofdepositie wordt van tevoren getoetst en lokaal wordt gekeken hoeveel ruimte er voor stikstof in een Natura 2000-gebied is gezien de genomen maatregelen. Afhankelijk van de staat van de natuur in een betrokken Natura 2000-gebied zal de te creëren ruimte in het ene gebied nodig zijn voor behoud of voorkomen van verslechtering, in welk geval de maatregel niet mag worden gebruikt om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken, maar in een ander gebied mogelijk wel ruimte geven.

Onduidelijk is nog op welke wijze invulling wordt gegeven aan het vereiste dat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat geen van de plannen of projecten schadelijke gevolgen heeft voor de natuurlijke kenmerken van Natura 2000. Zo wordt bijvoorbeeld nog gewerkt aan een plan van aanpak met betrekking tot de snelheidsverlaging en is onduidelijk hoe en per wanneer zal worden gestuurd op de andere samenstelling van veevoer en op de sanering van varkenshouderijen. Dit is wel van groot belang voor de houdbaarheid van af te geven vergunningen.

Noodwetgeving
Het kabinet zal via noodwetgeving ruimte creëren voor projecten die zorgen voor de veiligheid van (vaar)wegen en de waterveiligheid. De effecten van deze activiteiten zullen met een ecologische toets worden beoordeeld. Er wordt 250 miljoen euro gereserveerd voor natuurherstel en -verbetering.

Perspectief voor andere sectoren
Het kabinet werkt aan een breder pakket aan (bron)maatregelen om ruimte te bieden aan projecten en activiteiten in andere sectoren. Dit pakket volgt in december, waarbij de ambitie is om tot een generieke drempelwaarde te komen. Na de voorlichting van de Raad van State vindt zo spoedig mogelijk besluitvorming over een drempelwaarde plaats.

Natuurgebieden
Ten aanzien van Natura 2000-gebieden die door hun omvang en ligging structureel zwak zijn en blijven, zal worden bekeken of de beschermde status moet worden aangepast. Daarover gaat het kabinet met de Europese Commissie in gesprek. Ook de aanwijzingsbesluiten van Natura 2000-gebieden worden kritisch bezien, waarbij instandhoudingsdoelen die niet voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen waar mogelijk zullen worden geschrapt. Daarnaast wordt ingezet op het samenvoegen of herindelen van natuurgebieden. In afwachting daarvan worden geen nieuwe Natura 2000-gebieden op land aangewezen. Ook het zogenoemde wijzigingsbesluit aanwezige waarden zal niet worden vastgesteld.

Legaliseren oude PAS-meldingen
Er wordt met prioriteit gewerkt aan het via een collectieve regeling legaliseren van bepaalde activiteiten waarvoor destijds in het kader van de PAS een vrijstelling van de Natura 2000-vergunningplicht gold. Het gaat om activiteiten die al (deels) zijn gerealiseerd of waarvoor al aantoonbaar onomkeerbare, significante investeringsverplichtingen zijn aangegaan.

PFAS
Het kabinet geeft aan dat op veel plekken al werkzaamheden plaatsvinden, doordat enerzijds onduidelijkheden worden weggenomen via de informatievoorziening en anderzijds de ruimte binnen het tijdelijke handelingskader op basis van metingen benut wordt. Het kabinet benadrukt dat beschikbare ruimte voor toepassing van grond en bagger niet wordt bepaald door de bepalingsgrens van 0,1 µg/kg droge stof, maar door de feitelijke gemeten achtergrondwaarde (met een maximum van 3,7,3). Daar waar lokaal nog geen achtergrondwaarde bekend is, zal de tijdelijke landelijke achtergrondwaarde die binnenkort wordt vastgesteld perspectief bieden, omdat het hierdoor eenvoudiger wordt om vast te stellen of grond en bagger mag worden toegepast. Op dit moment wordt onderzocht welke waarde daarvoor kan gelden. Het kabinet heeft ook een versnelling van de onderzoeken ingezet om te zorgen dat stagnerende baggerwerkzaamheden worden losgetrokken. Er wordt ook onderzoek gedaan naar indirecte risico’s van doorvergiftiging en verspreiding van PFAS naar het grondwater. Als korte termijn oplossing stelt Rijkswaterstaat de rijksbaggerdepots open voor baggerspecie die dusdanig vervuild is met zowel PFAS als andere verontreinigingen dat het nergens kan worden toegepast.

Andere maatregelen hebben betrekking op het wijzigen van het Besluit bodemkwaliteit om versnelling van lokaal beleid mogelijk te maken, het organiseren van informatiemarkten, de bodemhelpdesk en werkconferenties, het instellen van het expertteam PFAS en de landelijke Taskforce PFAS. Het kabinet wil zich inzetten om in samenwerking met landen als Duitsland, Zweden en Noorwegen in Europees verband alle toepassingen van alle stoffen behorende tot de stofgroep PFAS te verbieden met uitzondering van de essentiële toepassingen (restrictie). Parallel worden stappen uitgevoerd om te komen tot een definitief handelingskader.

Slot
Met voorgaande maatregelen worden stappen gezet om de problematiek rond stikstof vlot te trekken. Verdere maatregelen worden nog uitgewerkt, waaronder ook maatregelen om te komen tot verbetering en versterking van de natuur. De komende weken werkt het kabinet met de betrokken partijen met grote urgentie aan de aanpak van de PFAS-problematiek.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven