Leidt het nieuwe Omgevingsbesluit tot beperking van de mogelijkheid om een financiële bijdrage te vragen bij gebiedsontwikkeling?

 23 december 2020 | Blog

Kostenverhaal bij overeenkomst

Het nieuwe artikel 8.20 Omgevingsbesluit van 22 december 2020 bevat de activiteiten waarover in een overeenkomst bepalingen kunnen worden opgenomen over financiële bijdragen aan de ontwikkeling van een gebied. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een bijdrage voor voorzieningen (zoals een park, groenvoorzieningen, water, recreatieve voorzieningen) die geen directe maar een indirecte al dan niet in hoofdzaak beleidsmatige relatie hebben met de activiteit. 

Activiteiten waarbij kostenverhaal verplicht is

Het gaat in de eerste plaats om de activiteiten waarvoor het bestuursorgaan verplicht is kosten te verhalen. Het gaat dan om de volgende activiteiten:

  1. de bouw van een of meer gebouwen met een woonfunctie;
  2. de bouw van een of meer hoofdgebouwen anders dan gebouwen met een woonfunctie;
  3. de uitbreiding van een gebouw met ten minste 1.000 m2 bruto-vloeroppervlakte of met een of meer gebouwen met een woonfunctie;
  4. de bouw van een gebouw dat geen hoofdgebouw als bedoeld onder b is, met ten minste 1.000 m2 bruto-vloeroppervlakte;
  5. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen met andere gebruiksfuncties dan een woonfunctie tot gebouwen met een woonfunctie, mits het ten minste tien woonfuncties betreft; of
  6. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen met andere gebruiksfuncties dan een kantoorfunctie, een winkelfunctie of een bijeenkomstfunctie voor het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse tot gebouwen met een of meer van deze gebruiksfuncties, mits de cumulatieve bruto-vloeroppervlakte van de nieuwe gebruiksfuncties ten minste 1.500 m2 bedraagt.

Aanvullende activiteiten

In de tweede plaats maakt artikel 8.20 Omgevingsbesluit het mogelijk om op grond van een omgevingsvisie of programma financiële bijdragen overeen te komen naar aanleiding van het toelaten van bepaalde nieuwe bouw- of gebruiksactiviteiten, die niet kostenverhaalplichtig zijn. Het gaat dan om het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor:

  1. land- of tuinbouw,
  2. energieopwekking- of transport,
  3. (vaar- of spoor)weginfrastructuur,
  4. telecommunicatie-infrastructuur,
  5. handelsreclame of
  6. recreatie.

Is er verder nog ruimte? Ja die is er, maar beperkt!

De ruimte naast de omschreven activiteiten is zeer beperkt. Het verhalen van kosten via de regeling in de Omgevingswet heeft voorrang op andere vormen van kostenverhaal (zoals baatbelasting). In de praktijk komen er echter buiten het verhalen van de kosten op grond van de Omgevingswet, ook nog een aantal vormen van kostenverhaal voor, waarvoor geen specifieke wettelijke grondslag is gegeven. Daaraan worden in de rechtspraak strenge eisen gesteld. Gedoeld wordt op het verhalen van kosten naar aanleiding van een vergunning of ontheffing, gerelateerd aan een verordening of bestemmingsplan. Voorbeelden daarvan zijn de kosten van een rioolaansluiting of het maken van een inrit, of de betaling van een bedrag aan de gemeente als niet kan worden voldaan aan een herplantplicht van bomen of het realiseren van voldoende parkeerruimte op eigen terrein. Als de daarmee gemoeide kosten niet worden veroorzaakt door een kostenverhaalsplichtige activiteit, blijft deze vorm van kostenverhaal mogelijk naast de toepassing van het instrumentarium van de Omgevingswet binnen de strenge door rechtspraak ontwikkelde eisen. De eisen zijn (samengevat):

  1. door de voldoening aan de (betalings)voorwaarde wordt een rechtstreekse bijdrage geleverd aan de doelstelling van de wettelijke bepaling waarop de toestemming berust. Voorts dient de verlening van de vergunning of vrijstelling in het algemeen belang tot het heffen van een geldbedrag te nopen;
  2. de hoogte van de compensatie is rechtstreeks gerelateerd aan de mate van aantasting van het door de wettelijke regeling beschermde belang;
  3. zowel het heffen van als de hoogte van de compensatie berusten op vast beleid;
  4. aangetoond moet worden dat niet een andere, uit hoofde van rechtsbescherming meer aanvaardbare mogelijkheid aanwezig is om een tegemoetkoming of compensatie te verlangen;
  5. als de toestemming zonder meer moet worden verleend (gebonden beschikking), kan geen financiële compensatie worden verlangd. 

Tot slot

Als er sprake is van een niet in de Omgevingswet genoemde activiteit en de overheid moet (directe) kosten maken om die activiteit mogelijk te maken - denk aan het aanleggen van een rotonde of afslag - dan is het thans naar ik meen - mogelijk daarvoor een bijdrage te vragen en overeen te komen. Immers alternatief zou zijn dat de activiteit geen doorgang vindt omdat er geen geld is bij de overheid voor de rotonde of de afslag, althans de overheid daarvoor geen middelen wil vrijmaken. In een dergelijk geval zal naar ik meen niet altijd aan alle voornoemde strikte voorwaarden (denk aan vast beleid) voldaan kunnen en behoeven te worden. Het volstaat dan naar ik meen dat de kosten daadwerkelijk gemaakt moeten worden om de activiteit mogelijk te maken. Veiligheidshalve is het wel aan te raden om indien mogelijk de overeenkomst een uitwerking te laten zijn van een besluitvoorwaarde om aldus te borgen dat de burger aanspraak heeft op afdoende rechtsbescherming tegen zogenaamde betaalplanologie.

Lees er hier meer over.

Kostenverhaal bij overeenkomst

Het nieuwe artikel 8.20 Omgevingsbesluit van 22 december 2020 bevat de activiteiten waarover in een overeenkomst bepalingen kunnen worden opgenomen over financiële bijdragen aan de ontwikkeling van een gebied. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een bijdrage voor voorzieningen (zoals een park, groenvoorzieningen, water, recreatieve voorzieningen) die geen directe maar een indirecte al dan niet in hoofdzaak beleidsmatige relatie hebben met de activiteit. 

Activiteiten waarbij kostenverhaal verplicht is

Het gaat in de eerste plaats om de activiteiten waarvoor het bestuursorgaan verplicht is kosten te verhalen. Het gaat dan om de volgende activiteiten:

  1. de bouw van een of meer gebouwen met een woonfunctie;
  2. de bouw van een of meer hoofdgebouwen anders dan gebouwen met een woonfunctie;
  3. de uitbreiding van een gebouw met ten minste 1.000 m2 bruto-vloeroppervlakte of met een of meer gebouwen met een woonfunctie;
  4. de bouw van een gebouw dat geen hoofdgebouw als bedoeld onder b is, met ten minste 1.000 m2 bruto-vloeroppervlakte;
  5. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen met andere gebruiksfuncties dan een woonfunctie tot gebouwen met een woonfunctie, mits het ten minste tien woonfuncties betreft; of
  6. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen met andere gebruiksfuncties dan een kantoorfunctie, een winkelfunctie of een bijeenkomstfunctie voor het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse tot gebouwen met een of meer van deze gebruiksfuncties, mits de cumulatieve bruto-vloeroppervlakte van de nieuwe gebruiksfuncties ten minste 1.500 m2 bedraagt.

Aanvullende activiteiten

In de tweede plaats maakt artikel 8.20 Omgevingsbesluit het mogelijk om op grond van een omgevingsvisie of programma financiële bijdragen overeen te komen naar aanleiding van het toelaten van bepaalde nieuwe bouw- of gebruiksactiviteiten, die niet kostenverhaalplichtig zijn. Het gaat dan om het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor:

  1. land- of tuinbouw,
  2. energieopwekking- of transport,
  3. (vaar- of spoor)weginfrastructuur,
  4. telecommunicatie-infrastructuur,
  5. handelsreclame of
  6. recreatie.

Is er verder nog ruimte? Ja die is er, maar beperkt!

De ruimte naast de omschreven activiteiten is zeer beperkt. Het verhalen van kosten via de regeling in de Omgevingswet heeft voorrang op andere vormen van kostenverhaal (zoals baatbelasting). In de praktijk komen er echter buiten het verhalen van de kosten op grond van de Omgevingswet, ook nog een aantal vormen van kostenverhaal voor, waarvoor geen specifieke wettelijke grondslag is gegeven. Daaraan worden in de rechtspraak strenge eisen gesteld. Gedoeld wordt op het verhalen van kosten naar aanleiding van een vergunning of ontheffing, gerelateerd aan een verordening of bestemmingsplan. Voorbeelden daarvan zijn de kosten van een rioolaansluiting of het maken van een inrit, of de betaling van een bedrag aan de gemeente als niet kan worden voldaan aan een herplantplicht van bomen of het realiseren van voldoende parkeerruimte op eigen terrein. Als de daarmee gemoeide kosten niet worden veroorzaakt door een kostenverhaalsplichtige activiteit, blijft deze vorm van kostenverhaal mogelijk naast de toepassing van het instrumentarium van de Omgevingswet binnen de strenge door rechtspraak ontwikkelde eisen. De eisen zijn (samengevat):

  1. door de voldoening aan de (betalings)voorwaarde wordt een rechtstreekse bijdrage geleverd aan de doelstelling van de wettelijke bepaling waarop de toestemming berust. Voorts dient de verlening van de vergunning of vrijstelling in het algemeen belang tot het heffen van een geldbedrag te nopen;
  2. de hoogte van de compensatie is rechtstreeks gerelateerd aan de mate van aantasting van het door de wettelijke regeling beschermde belang;
  3. zowel het heffen van als de hoogte van de compensatie berusten op vast beleid;
  4. aangetoond moet worden dat niet een andere, uit hoofde van rechtsbescherming meer aanvaardbare mogelijkheid aanwezig is om een tegemoetkoming of compensatie te verlangen;
  5. als de toestemming zonder meer moet worden verleend (gebonden beschikking), kan geen financiële compensatie worden verlangd. 

Tot slot

Als er sprake is van een niet in de Omgevingswet genoemde activiteit en de overheid moet (directe) kosten maken om die activiteit mogelijk te maken - denk aan het aanleggen van een rotonde of afslag - dan is het thans naar ik meen - mogelijk daarvoor een bijdrage te vragen en overeen te komen. Immers alternatief zou zijn dat de activiteit geen doorgang vindt omdat er geen geld is bij de overheid voor de rotonde of de afslag, althans de overheid daarvoor geen middelen wil vrijmaken. In een dergelijk geval zal naar ik meen niet altijd aan alle voornoemde strikte voorwaarden (denk aan vast beleid) voldaan kunnen en behoeven te worden. Het volstaat dan naar ik meen dat de kosten daadwerkelijk gemaakt moeten worden om de activiteit mogelijk te maken. Veiligheidshalve is het wel aan te raden om indien mogelijk de overeenkomst een uitwerking te laten zijn van een besluitvoorwaarde om aldus te borgen dat de burger aanspraak heeft op afdoende rechtsbescherming tegen zogenaamde betaalplanologie.

Lees er hier meer over.