Voor de realisatie van winkelpanden zijn vaak meerdere (omgevings)vergunningen nodig. Zo moet bijvoorbeeld een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld en moet daarnaast een omgevingsvergunning voor bouwen en een uitritvergunning worden verkregen. Het kan dan interessant zijn om gebruik te maken van de coördinatieregeling, zodat de noodzakelijke vergunningprocedures parallel aan elkaar lopen. Mocht het bestemmingsplan echter worden vernietigd, dan moet ook de omgevingsvergunning – die immers op dat plan is gebaseerd – worden vernietigd. Niettemin kan de Afdeling aanleiding zien om de rechtsgevolgen van het besluit tot vergunningverlening in stand te laten, wat betekent dat onverminderd gebruik gemaakt kan worden van de omgevingsvergunning.
De Afdeling heeft in haar uitspraak van 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1380, overwogen onder welke omstandigheden aanleiding bestaat tot het in stand laten van de rechtsgevolgen.
Coördinatieregeling: efficiëntieslag indien meerdere vergunningen en toestemmingen vereist zijn
In de gemeente Den Helder zijn voor de realisatie van een nieuwe supermarkt meerdere vergunningen verleend. Die vergunningen zijn voorbereid met de zogenaamde gecoördineerde voorbereiding. Dit betekent dat de ontwerpen van de verschillende vergunningen en het bestemmingsplan gelijktijdig ter inzage worden gelegd en bekend worden gemaakt. Vervolgens kan ik één keer rechtsreeks beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Bij toepassing van de coördinatieregeling vormt het nieuwe (nog niet onherroepelijke) bestemmingsplan het toetsingskader voor bijvoorbeeld de omgevingsvergunning voor bouwen. Dit heeft tot gevolg dat, op het moment dat het bouwplan wordt uitgewerkt, getoetst aan het nieuwe bestemmingsplan en vergund, er nog geen zekerheid bestaat dat het bestemmingsplan daadwerkelijk overeind zal blijven. Indien de Afdeling het bestemmingsplan vernietigd betekent dit in beginsel ook dat de omgevingsvergunning voor bouwen vernietigd moet worden, omdat het planologisch kader (het bestemmingsplan) dat de ontwikkeling ter plaatse mogelijk maakte is komen te vervallen.
Bestemmingsplan en omgevingsvergunning worden vernietigd; rechtsgevolgen omgevingsvergunning blijven geheel in stand
In Den Helder is een bestemmingsplan vastgesteld en een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een supermarkt. Aan dit bestemmingsplan kleefde enkele gebreken die – na een tussenuitspraak – in een nieuw plan zijn hersteld. De Afdeling vernietigt het (eerdere) bestemmingsplan en de op basis van dat plan verleende omgevingsvergunning. Desondanks ziet de Afdeling aanleiding om de rechtsgevolgen van het besluit geheel in stand te laten.
Kortgezegd betekent dit eindoordeel van de Afdeling dat gebruik gemaakt kan worden van de omgevingsvergunning en de winkel gerealiseerd kan worden. Voor de praktijk is relevant op basis van welke criteria de Afdeling tot dit eindoordeel komt:
- geen andere beroepsgronden tegen omgevingsvergunning dan tegen bestemmingsplan
aan het beroep tegen de omgevingsvergunning zijn geen andere gronden ten grondslag gelegd dan die tegen het bestemmingsplan;
- gebrek(en) in bestemmingsplan hersteld
het gebrek dat kleefde aan het bestemmingsplan – dat tevens het toetsingskader vormde voor de omgevingsvergunning – is met het herstelbesluit hersteld, en;
- (omgevings)vergunning kan op basis van herstelbesluit worden verleend
de omgevingsvergunning kan op basis van het herstelbesluit worden verleend.
Tot slot
Hoewel de Afdeling – als gevolg van de vernietiging van het bestemmingsplan – niet anders kan dan ook de op basis van dat plan verleende omgevingsvergunning te vernietigen, laat zij de rechtsgevolgen van die omgevingsvergunning in stand. Daarbij overweegt zij dat de gebreken met het herstelbesluit zijn hersteld, er aan de omgevingsvergunning geen andere gebreken kleven en de omgevingsvergunning voor bouwen op basis van het herstelbesluit kan worden verleend.
Deze uitspraak vormt een duidelijk voorbeeld van maatwerk, waarbij de Afdeling zich inzet voor efficiënte en definitieve geschillenbeslechting. Indien zij immers niet tot het in stand laten van de rechtsgevolgen had besloten, dan had de initiatiefnemer opnieuw een aanvraag om omgevingsvergunning in moeten dienen en had die vergunning alsnog moeten worden verleend. Voor de praktijk is relevant dat, als van de coördinatieregeling gebruik wordt gemaakt en het bestemmingsplan wordt vernietigd, onder omstandigheden toch met de bouw kan worden gestart.
Voor de realisatie van winkelpanden zijn vaak meerdere (omgevings)vergunningen nodig. Zo moet bijvoorbeeld een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld en moet daarnaast een omgevingsvergunning voor bouwen en een uitritvergunning worden verkregen. Het kan dan interessant zijn om gebruik te maken van de coördinatieregeling, zodat de noodzakelijke vergunningprocedures parallel aan elkaar lopen. Mocht het bestemmingsplan echter worden vernietigd, dan moet ook de omgevingsvergunning – die immers op dat plan is gebaseerd – worden vernietigd. Niettemin kan de Afdeling aanleiding zien om de rechtsgevolgen van het besluit tot vergunningverlening in stand te laten, wat betekent dat onverminderd gebruik gemaakt kan worden van de omgevingsvergunning.
De Afdeling heeft in haar uitspraak van 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1380, overwogen onder welke omstandigheden aanleiding bestaat tot het in stand laten van de rechtsgevolgen.
Coördinatieregeling: efficiëntieslag indien meerdere vergunningen en toestemmingen vereist zijn
In de gemeente Den Helder zijn voor de realisatie van een nieuwe supermarkt meerdere vergunningen verleend. Die vergunningen zijn voorbereid met de zogenaamde gecoördineerde voorbereiding. Dit betekent dat de ontwerpen van de verschillende vergunningen en het bestemmingsplan gelijktijdig ter inzage worden gelegd en bekend worden gemaakt. Vervolgens kan ik één keer rechtsreeks beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Bij toepassing van de coördinatieregeling vormt het nieuwe (nog niet onherroepelijke) bestemmingsplan het toetsingskader voor bijvoorbeeld de omgevingsvergunning voor bouwen. Dit heeft tot gevolg dat, op het moment dat het bouwplan wordt uitgewerkt, getoetst aan het nieuwe bestemmingsplan en vergund, er nog geen zekerheid bestaat dat het bestemmingsplan daadwerkelijk overeind zal blijven. Indien de Afdeling het bestemmingsplan vernietigd betekent dit in beginsel ook dat de omgevingsvergunning voor bouwen vernietigd moet worden, omdat het planologisch kader (het bestemmingsplan) dat de ontwikkeling ter plaatse mogelijk maakte is komen te vervallen.
Bestemmingsplan en omgevingsvergunning worden vernietigd; rechtsgevolgen omgevingsvergunning blijven geheel in stand
In Den Helder is een bestemmingsplan vastgesteld en een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een supermarkt. Aan dit bestemmingsplan kleefde enkele gebreken die – na een tussenuitspraak – in een nieuw plan zijn hersteld. De Afdeling vernietigt het (eerdere) bestemmingsplan en de op basis van dat plan verleende omgevingsvergunning. Desondanks ziet de Afdeling aanleiding om de rechtsgevolgen van het besluit geheel in stand te laten.
Kortgezegd betekent dit eindoordeel van de Afdeling dat gebruik gemaakt kan worden van de omgevingsvergunning en de winkel gerealiseerd kan worden. Voor de praktijk is relevant op basis van welke criteria de Afdeling tot dit eindoordeel komt:
- geen andere beroepsgronden tegen omgevingsvergunning dan tegen bestemmingsplan
aan het beroep tegen de omgevingsvergunning zijn geen andere gronden ten grondslag gelegd dan die tegen het bestemmingsplan;
- gebrek(en) in bestemmingsplan hersteld
het gebrek dat kleefde aan het bestemmingsplan – dat tevens het toetsingskader vormde voor de omgevingsvergunning – is met het herstelbesluit hersteld, en;
- (omgevings)vergunning kan op basis van herstelbesluit worden verleend
de omgevingsvergunning kan op basis van het herstelbesluit worden verleend.
Tot slot
Hoewel de Afdeling – als gevolg van de vernietiging van het bestemmingsplan – niet anders kan dan ook de op basis van dat plan verleende omgevingsvergunning te vernietigen, laat zij de rechtsgevolgen van die omgevingsvergunning in stand. Daarbij overweegt zij dat de gebreken met het herstelbesluit zijn hersteld, er aan de omgevingsvergunning geen andere gebreken kleven en de omgevingsvergunning voor bouwen op basis van het herstelbesluit kan worden verleend.
Deze uitspraak vormt een duidelijk voorbeeld van maatwerk, waarbij de Afdeling zich inzet voor efficiënte en definitieve geschillenbeslechting. Indien zij immers niet tot het in stand laten van de rechtsgevolgen had besloten, dan had de initiatiefnemer opnieuw een aanvraag om omgevingsvergunning in moeten dienen en had die vergunning alsnog moeten worden verleend. Voor de praktijk is relevant dat, als van de coördinatieregeling gebruik wordt gemaakt en het bestemmingsplan wordt vernietigd, onder omstandigheden toch met de bouw kan worden gestart.