Met ingang van 1 juli 2022 gelden er nieuwe regels voor de zorgspecifieke concentratietoets bij de Nederlandse Zorgautoriteit (‘NZa’) (zie hier). Tot 1 september 2022 kunnen zorgaanbieders ervoor kiezen om een aanvraag voor de zorgspecifieke concentratietoets op basis van het oude aanvraagformulier in te dienen. Vanaf 1 september 2022 gelden de nieuwe regels en een nieuw aanvraagformulier voor alle aanvragen die worden ingediend bij de NZa. Op drie onderdelen wordt het beleid van de NZa inzake de zorgspecifieke concentratietoets aangepast. In deze blog bespreek ik eerst kort het wettelijk kader ten aanzien van de meldplicht bij de NZa en ga ik in op de wijzigingen ten opzichte van het huidige beleid.
NZa-melding zorgspecifieke concentratietoets
Op grond van art. 49a lid 1 Wet marktordening Gezondheidszorg (‘Wmg’) is het een ‘zorgaanbieder’ verboden een concentratie als bedoeld in de Mededingingswet (‘Mw’) tot stand te brengen zonder voorafgaande goedkeuring van de NZa. Een ‘zorgaanbieder’ is de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent. Hieronder vallen ook onderaannemers. Het verbod uit de Wmg is niet van toepassing op een zorgaanbieder die in de regel door minder dan vijftig personen zorg doet verlenen (art. 49a lid 3 Wmg). Daarbij moet worden gekeken of er binnen het concern een zorgaanbieder is betrokken die door ten minste vijftig personen zorg doet verlenen.
Ten behoeve van de melding moet de zorgaanbieder een aanvraagformulier invullen dat vergezeld gaat van een rapport over de verwachte effecten van de beoogde concentratie (art. 49b Wmg en het aanvraagformulier). Het rapport over de verwachte effecten is opgenomen in het aanvraagformulier. Een en ander moet inzicht bieden in de doelstelling en redenen van de concentratie, de structuur van de beoogde organisatie, de financiële gevolgen van de concentratie, de risico’s voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd. Ook moet het rapport inzicht geven in “het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen over het voornemen tot concentratie en de wijze waarop zij dit kenbaar hebben kunnen maken, alsmede een onderbouwing voor de wijze waarop het oordeel of de aanbevelingen zijn meegewogen bij het voornemen tot concentratie.” (art. 49a lid 2 Wmg)
Juridisch gezien is de toets op de effectrapportage door de NZa voornamelijk procedureel van aard. De NZa toetst – kort gezegd – of (i) de effectrapportage voldoende inzicht biedt in de hiervoor genoemde punten en of (ii) de stakeholders door partijen zorgvuldig zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. De NZa is niet bevoegd om een inhoudelijk oordeel te vellen over de door de zorgaanbieders in de effectrapportage te beschrijven onderdelen, behalve ten aanzien van de situatie waarin als gevolg van de concentratie de cruciale zorg in het geding komt.
Wijzigingen zorgspecifieke concentratietoets NZa op een rij
De recent in werking getreden beleidswijzigingen hebben betrekking op drie onderdelen van de zorgspecifieke concentratietoets: (i) de reikwijdte van de toets, (ii) het aanleveren van de financiële gegevens en (iii) het informeren van cliënten en personeel. De toelichting op het aanvraagformulier licht een en ander nader toe (zie hier).
In de eerste plaats wijzigt de reikwijdte van de zorgspecifieke concentratietoets bij de NZa. Op basis van het oude aanvraagformulier moeten alle concentraties die plaatsvinden binnen een concern dat in totaal door ten minste vijftig personen zorg doet verlenen worden gemeld bij de NZa. Dit betekent bijv. dat een fusie van twee entiteiten die uitsluitend ondersteunende diensten aanbieden (bijv. ICT-diensten) en waarvan de aandelen van ten minste één van die entiteiten in handen zijn van een ‘zorgaanbieder’, moet worden gemeld bij de NZa.
Vanaf 1 juli 2022 is de huidige regel aangescherpt. Naast dat er bij de concentratie een zorgaanbieder betrokken moet zijn die door ten minste vijftig personen zorg doet verlenen, moet er “direct een zorgaanbieder bij de betrokken transactie” zijn. Met “een direct bij de transactie betrokken zorgaanbieder” wordt bedoeld dat de entiteit die voornemens is de transactie aan te gaan (i) zelf ‘zorg’ in de zin van de Wmg doet verlenen of (ii) (indirect) zeggenschap kan uitoefenen over een entiteit die ‘zorg’ in de zin van de Wmg doet verlenen. Dit betekent dat het aangehaalde voorbeeld in de vorige alinea op basis van het nieuwe beleid niet gemeld hoeft te worden bij de NZa. De twee entiteiten die uitsluitend ICT-diensten verlenen, doen geen ‘zorg’ verlenen en kunnen niet (indirect) zeggenschap uitoefenen over een entiteit die ‘zorg’ verleent.
In de tweede plaats worden met de nieuwe regels de eisen ten aanzien van het aanleveren van financiële gegevens aangescherpt. De betrokken zorgaanbieder moet een “reëel beeld van de financiële gevolgen van de voorgenomen concentratie op de middellange termijn” schetsen. De NZa maakt voor de aan te leveren informatie onderscheid tussen drie categorieën: (i) de betrokken organisaties hebben een positief exploitatieresultaat, (ii) een van de betrokken organisaties heeft een negatief exploitatieresultaat en (iii) de voorgenomen transactie is onderworpen aan de goedkeuring van een andere toezichthouder, bijv. de ACM of Europese Commissie. De situatie bepaalt welke financiële onderbouwing van de voorgenomen concentratie precies moet worden aangeleverd (zie p. 23-24, Toelichting aanvraagformulier). Er dient bijv. extra financiële informatie te worden verstrekt als er naast de goedkeuring van de NZa ook goedkeuring van een andere externe toezichthouder vereist is.
In de derde plaats moeten cliënten en personeel altijd worden gehoord over een voorgenomen concentratie, ook als er geen cliëntenraad en/of ondernemingsraad aanwezig is bij de betrokken organisaties. De betrokken organisaties zijn bij het ontbreken van een cliëntenraad en/of ondernemingsraad vrij in de wijze waarop zij hieraan invulling geven. De betrokken organisaties moeten aantonen dat cliënten en personeel tijdig en op begrijpelijke wijze schriftelijk zijn geïnformeerd over de voorgenomen concentratie, in de gelegenheid zijn gesteld om hun oordelen en aanbevelingen daarover kenbaar te maken en deze oordelen en aanbevelingen zorgvuldig en gemotiveerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie. De NZa geeft in de toelichting op het nieuwe aanvraagformulier aan dat de zorgaanbieder de cliënten en het personeel moet uitnodigen om een reactie op de concentratieplannen te geven en zij in beginsel twee weken de tijd moeten krijgen om daarop te reageren (zie p. 26-27, Toelichting aanvraagformulier). Het nieuwe beleid van de NZa bevat een uitzondering op het horen van cliënten en personeel indien de betrokken organisaties gemotiveerd kunnen aantonen en onderbouwen dat de voorgenomen concentratie “in geen enkel opzicht invloed heeft op” een gedeelte van hun cliënten en/of personeel. De praktijk zal moeten uitwijzen hoe de NZa hiermee zal omgaan.
Conclusie
De nieuwe regels van de NZa gelden met ingang van 1 juli 2022. Tot 1 september 2022 mogen zorgaanbieders er echter ook voor kiezen om nog het oude aanvraagformulier te gebruiken. Dat kan in sommige gevallen de voorkeur hebben. Onder het oude aanvraagformulier hoeven de betrokken organisaties mogelijk minder financiële gegevens aan te leveren en ook de verplichtingen met betrekking tot het horen van cliënten en personeel zijn mogelijk beperkter. Per 1 september 2022 moet het nieuwe aanvraagformulier worden gebruikt en toetst de NZa de aanvraag conform de nieuwe regels.
Met ingang van 1 juli 2022 gelden er nieuwe regels voor de zorgspecifieke concentratietoets bij de Nederlandse Zorgautoriteit (‘NZa’) (zie hier). Tot 1 september 2022 kunnen zorgaanbieders ervoor kiezen om een aanvraag voor de zorgspecifieke concentratietoets op basis van het oude aanvraagformulier in te dienen. Vanaf 1 september 2022 gelden de nieuwe regels en een nieuw aanvraagformulier voor alle aanvragen die worden ingediend bij de NZa. Op drie onderdelen wordt het beleid van de NZa inzake de zorgspecifieke concentratietoets aangepast. In deze blog bespreek ik eerst kort het wettelijk kader ten aanzien van de meldplicht bij de NZa en ga ik in op de wijzigingen ten opzichte van het huidige beleid.
NZa-melding zorgspecifieke concentratietoets
Op grond van art. 49a lid 1 Wet marktordening Gezondheidszorg (‘Wmg’) is het een ‘zorgaanbieder’ verboden een concentratie als bedoeld in de Mededingingswet (‘Mw’) tot stand te brengen zonder voorafgaande goedkeuring van de NZa. Een ‘zorgaanbieder’ is de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent. Hieronder vallen ook onderaannemers. Het verbod uit de Wmg is niet van toepassing op een zorgaanbieder die in de regel door minder dan vijftig personen zorg doet verlenen (art. 49a lid 3 Wmg). Daarbij moet worden gekeken of er binnen het concern een zorgaanbieder is betrokken die door ten minste vijftig personen zorg doet verlenen.
Ten behoeve van de melding moet de zorgaanbieder een aanvraagformulier invullen dat vergezeld gaat van een rapport over de verwachte effecten van de beoogde concentratie (art. 49b Wmg en het aanvraagformulier). Het rapport over de verwachte effecten is opgenomen in het aanvraagformulier. Een en ander moet inzicht bieden in de doelstelling en redenen van de concentratie, de structuur van de beoogde organisatie, de financiële gevolgen van de concentratie, de risico’s voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd. Ook moet het rapport inzicht geven in “het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen over het voornemen tot concentratie en de wijze waarop zij dit kenbaar hebben kunnen maken, alsmede een onderbouwing voor de wijze waarop het oordeel of de aanbevelingen zijn meegewogen bij het voornemen tot concentratie.” (art. 49a lid 2 Wmg)
Juridisch gezien is de toets op de effectrapportage door de NZa voornamelijk procedureel van aard. De NZa toetst – kort gezegd – of (i) de effectrapportage voldoende inzicht biedt in de hiervoor genoemde punten en of (ii) de stakeholders door partijen zorgvuldig zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. De NZa is niet bevoegd om een inhoudelijk oordeel te vellen over de door de zorgaanbieders in de effectrapportage te beschrijven onderdelen, behalve ten aanzien van de situatie waarin als gevolg van de concentratie de cruciale zorg in het geding komt.
Wijzigingen zorgspecifieke concentratietoets NZa op een rij
De recent in werking getreden beleidswijzigingen hebben betrekking op drie onderdelen van de zorgspecifieke concentratietoets: (i) de reikwijdte van de toets, (ii) het aanleveren van de financiële gegevens en (iii) het informeren van cliënten en personeel. De toelichting op het aanvraagformulier licht een en ander nader toe (zie hier).
In de eerste plaats wijzigt de reikwijdte van de zorgspecifieke concentratietoets bij de NZa. Op basis van het oude aanvraagformulier moeten alle concentraties die plaatsvinden binnen een concern dat in totaal door ten minste vijftig personen zorg doet verlenen worden gemeld bij de NZa. Dit betekent bijv. dat een fusie van twee entiteiten die uitsluitend ondersteunende diensten aanbieden (bijv. ICT-diensten) en waarvan de aandelen van ten minste één van die entiteiten in handen zijn van een ‘zorgaanbieder’, moet worden gemeld bij de NZa.
Vanaf 1 juli 2022 is de huidige regel aangescherpt. Naast dat er bij de concentratie een zorgaanbieder betrokken moet zijn die door ten minste vijftig personen zorg doet verlenen, moet er “direct een zorgaanbieder bij de betrokken transactie” zijn. Met “een direct bij de transactie betrokken zorgaanbieder” wordt bedoeld dat de entiteit die voornemens is de transactie aan te gaan (i) zelf ‘zorg’ in de zin van de Wmg doet verlenen of (ii) (indirect) zeggenschap kan uitoefenen over een entiteit die ‘zorg’ in de zin van de Wmg doet verlenen. Dit betekent dat het aangehaalde voorbeeld in de vorige alinea op basis van het nieuwe beleid niet gemeld hoeft te worden bij de NZa. De twee entiteiten die uitsluitend ICT-diensten verlenen, doen geen ‘zorg’ verlenen en kunnen niet (indirect) zeggenschap uitoefenen over een entiteit die ‘zorg’ verleent.
In de tweede plaats worden met de nieuwe regels de eisen ten aanzien van het aanleveren van financiële gegevens aangescherpt. De betrokken zorgaanbieder moet een “reëel beeld van de financiële gevolgen van de voorgenomen concentratie op de middellange termijn” schetsen. De NZa maakt voor de aan te leveren informatie onderscheid tussen drie categorieën: (i) de betrokken organisaties hebben een positief exploitatieresultaat, (ii) een van de betrokken organisaties heeft een negatief exploitatieresultaat en (iii) de voorgenomen transactie is onderworpen aan de goedkeuring van een andere toezichthouder, bijv. de ACM of Europese Commissie. De situatie bepaalt welke financiële onderbouwing van de voorgenomen concentratie precies moet worden aangeleverd (zie p. 23-24, Toelichting aanvraagformulier). Er dient bijv. extra financiële informatie te worden verstrekt als er naast de goedkeuring van de NZa ook goedkeuring van een andere externe toezichthouder vereist is.
In de derde plaats moeten cliënten en personeel altijd worden gehoord over een voorgenomen concentratie, ook als er geen cliëntenraad en/of ondernemingsraad aanwezig is bij de betrokken organisaties. De betrokken organisaties zijn bij het ontbreken van een cliëntenraad en/of ondernemingsraad vrij in de wijze waarop zij hieraan invulling geven. De betrokken organisaties moeten aantonen dat cliënten en personeel tijdig en op begrijpelijke wijze schriftelijk zijn geïnformeerd over de voorgenomen concentratie, in de gelegenheid zijn gesteld om hun oordelen en aanbevelingen daarover kenbaar te maken en deze oordelen en aanbevelingen zorgvuldig en gemotiveerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie. De NZa geeft in de toelichting op het nieuwe aanvraagformulier aan dat de zorgaanbieder de cliënten en het personeel moet uitnodigen om een reactie op de concentratieplannen te geven en zij in beginsel twee weken de tijd moeten krijgen om daarop te reageren (zie p. 26-27, Toelichting aanvraagformulier). Het nieuwe beleid van de NZa bevat een uitzondering op het horen van cliënten en personeel indien de betrokken organisaties gemotiveerd kunnen aantonen en onderbouwen dat de voorgenomen concentratie “in geen enkel opzicht invloed heeft op” een gedeelte van hun cliënten en/of personeel. De praktijk zal moeten uitwijzen hoe de NZa hiermee zal omgaan.
Conclusie
De nieuwe regels van de NZa gelden met ingang van 1 juli 2022. Tot 1 september 2022 mogen zorgaanbieders er echter ook voor kiezen om nog het oude aanvraagformulier te gebruiken. Dat kan in sommige gevallen de voorkeur hebben. Onder het oude aanvraagformulier hoeven de betrokken organisaties mogelijk minder financiële gegevens aan te leveren en ook de verplichtingen met betrekking tot het horen van cliënten en personeel zijn mogelijk beperkter. Per 1 september 2022 moet het nieuwe aanvraagformulier worden gebruikt en toetst de NZa de aanvraag conform de nieuwe regels.