Ongewenst geportretteerd? Het portretrecht beschermt

 13 oktober 2017 | Blog

Recent heeft de rechtbank Amsterdam vonnis gewezen in een zaak waarin een persoon herkenbaar als Max Verstappen wordt weergegeven in een reclame zonder toestemming van de "echte" Max (Rb. Amsterdam 6 september 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:6395).

Aanleiding voor dit vonnis is het inspelen op de reclame van supermarktketen Jumbo door de online-supermarkt Picnic. In de reclame van Jumbo bezorgt Max Verstappen razendsnel boodschappen bij mensen aan huis. Picnic zet vervolgens een reclame neer met een look-a-like van Max die juist tergend langzaam boodschappen langs huis brengt onder het mom van: "als je op tijd bent hoef je niet te racen". 

Wat is het portretrecht?
Het portretrecht biedt bescherming aan mensen waarvan zonder toestemming een portret van hen openbaar wordt gemaakt. Een wijdverbreid misverstand is dat een portret enkel ziet op het gelaat. Sterker nog, er kan sprake zijn van een portret ondanks dat het gelaat onherkenbaar is gemaakt. Er kan namelijk al sprake zijn van een portret indien de geportretteerde, bijvoorbeeld door een herkenbare lichaamshouding, kan worden herkend door personen die de geportretteerde kennen (HR 2 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3416 (Niessen & IPA/Storms Factory; Breekijzer). Dit betekent dat iemand met enkel een zwart balkje voor de ogen nog altijd herkenbaar kan zijn en daardoor nog altijd sprake is van een portret.

Het portretrecht is terug te vinden in de Auteurswet. Het is een derde niet toegestaan om een auteursrechtelijk beschermd werk openbaar te maken of te verveelvoudigen tenzij de auteursrechthebbende hiervoor toestemming heeft gegeven.

Hoewel het portretrecht is opgenomen in de Auteurswet ziet het portretrecht niet toe op de vraag of een werk auteursrechtelijk beschermd is. Het portretrecht is in feite een beperking op het uitsluitende recht dat aan de maker van het portret toekomt. De Auteurswet maakt een onderscheid tussen een portret gemaakt in opdracht van de geportretteerde en een portret gemaakt niet in opdracht van de geportretteerde. 

  • Indien een portret in opdracht is gemaakt, is het de auteursrechthebbende (veelal de maker) van het portret niet toegestaan om zonder toestemming van de geportretteerde (of van diens nabestaanden) het portret openbaar te maken. Er is sprake van een "in opdracht" gemaakt portret indien het portret ten behoeve van de geportretteerde is gemaakt, en het portret niet zou zijn gemaakt zonder die opdracht. Dit betekent voor een derde dat hij zowel aan de auteursrechthebbende alsook aan de geportretteerde toestemming moet vragen voor openbaarmaking van een portret.
  • Indien een portret niet in opdracht is gemaakt, dan is openbaarmaking door de auteursrechthebbende (of een derde) niet geoorloofd indien een redelijk belang van de geportretteerde zich daartegen verzet. Dit betekent dat het openbaar maken van een niet in opdracht gemaakt portret in beginsel is toegestaan tenzij de geportretteerde een redelijk belang tegen de openbaarmaking heeft (HR 14 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion). Het staat de geportretteerde overigens vrij om zelf in beperkte mate dit portret openbaar te maken mits de maker van het portret wordt vermeld.

Redelijk belang?
Per geval dient te worden bekeken of sprake is van een redelijk belang. Bij de beoordeling of sprake is van een redelijk belang zal worden gekeken of de openbaarmaking onrechtmatig is jegens de geportretteerde. Een redelijk belang kan bestaan uit een schending van de persoonlijke levenssfeer of lichamelijke integriteit van de geportretteerde.

Bij het bepalen of een belang een redelijk belang is zal er een afweging gemaakt moeten worden tussen het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (art. 8 EVRM) en het recht op de vrijheid van meningsuiting en informatievrijheid (art. 10 EVRM). De afweging strekt ertoe om na te gaan welk belang in het specifieke geval zwaarder weegt (zie ook HR 21 januari 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1240 (Ferdi E.).

Bij deze afweging kan de persoon van de geportretteerde van belang zijn, de plaats en de wijze van totstandkoming van de afbeelding, de aard en mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld, het karakter van de afbeelding, de context van de publicatie, de juistheid van de overige in de publicatie verstrekte informatie, alsmede het maatschappelijk belang, de nieuwswaarde of informatieve waarde van de openbaarmaking hiervan (HR 14 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion).

Uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer vloeit voort dat indien door de openbaarmaking van een portret op dit recht inbreuk wordt gemaakt, er in beginsel sprake is van een redelijk belang van de geportretteerde (zie ook HR 1 juli 1988 ECLI:NL:HR:1988:AB7688 (Vondelpark) en HR 2 mei 1997, LJN ZC2364, NJ 1997/661 (Discodanser).

Verzilverbare populariteit
Het redelijk belang van bekende personen kan ook bestaan in een financieel of commercieel belang. Hiervan is sprake indien zij dusdanig populair zijn dat de populariteit "verzilverbaar" is. Dit wordt veelal aangeduid als een "verzilverbaar portretrecht". Dit betekent dat bijvoorbeeld een bekende Nederlander die geld kan verdienen met zijn of haar portret, niet hoeft toe te laten dat de verworven populariteit commercieel wordt geëxploiteerd door openbaarmaking van zijn portret zonder dat hij daarvoor een vergoeding ontvangt (zie HR 19 januari 1979 ECLI:NL:HR:1979:AC6461 ('t Schaep met de Vijf Pooten) en HR 4 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion). Om dit te illustreren gaan we terug naar het vonnis van de rechtbank Amsterdam over Max en de look-a-like van Max.

De rechtbank overweegt dat de "echte" Max niet in de reclame wordt gebruikt. Maar door het overnemen van alle karakteristieke kenmerken van het portret van Max is er sprake van een look-a-like van de "echte" Max. Als overgenomen karakteristieke kenmerken benoemt de rechtbank: dezelfde pet, dezelfde raceoutfit, dezelfde haarkleur, hetzelfde silhouet en hetzelfde postuur. Het was hierbij de bedoeling van Picnic om het beeld van Max op te roepen. De rechtbank Amsterdam bevestigt hiermee dat van iemand een portret kan worden gemaakt zonder dat beeldmateriaal van de geportretteerde zelf wordt gebruikt. Zoals ook in het vonnis naar voren komt kan hierbij gedacht worden aan het inschakelen van een look-a-like en/of aan het gebruik van herkenbare elementen waardoor het beeld van de geportretteerde wordt opgeroepen. De rechtbank concludeert dan ook dat er sprake is van een portret van Max Verstappen.

Vooruitlopend op het verkrijgen van een schadevergoeding is eerder bij dezelfde rechtbank een verzoek tot het leggen van beslag ingediend. Zowel de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam alsook het gerechtshof Amsterdam was bij dit verzoek van mening dat de reclame van Picnic zou vallen onder de parodie uitzondering in het auteursrecht (Vzr. Rb. Amsterdam 13 oktober 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:9747, Hof Amsterdam 2 mei 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1722). De rechtbank Amsterdam komt hier in haar vonnis van 6 september op terug en wijst erop dat de parodie-exceptie niet ziet op het portretrecht.

Aangezien Max een bekend persoon is die geld kan verdienen met zijn portret, overweegt de rechtbank vervolgens dat Max een commercieel belang heeft om zich tegen de reclame van Picnic te verzetten. Door zonder zijn toestemming het portret van Max te gebruiken maakt Picnic inbreuk op het portretrecht van Max. Dit leidt ertoe dat Max recht heeft op een schadevergoeding.

Uit vaste rechtspraak volgt dat de hoogte van de schade recht zal moeten doen aan de mate van populariteit of bekendheid van de geportretteerde. De hoogte van de schade dient tevens in overeenstemming te zijn met de waarde van het exploitatiebelang van de geportretteerde in het economische verkeer. Hierbij dient aansluiting te worden gezocht bij het bedrag die de geportretteerde gewoonlijk voor eenzelfde reclame-uiting zou hebben gevraagd (HR 14 juni 29013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion), HR 19 januari 1979 ECLI:NL:HR:1979:AC6461 ('t Schaep met de Vijf Pooten). De vaststelling van de exacte hoogte van het schadebedrag van Max Verstappen moet nog worden vastgesteld.

Juridisch advies of meer informatie?

Heeft u vragen  naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Dick Poerink. 

Recent heeft de rechtbank Amsterdam vonnis gewezen in een zaak waarin een persoon herkenbaar als Max Verstappen wordt weergegeven in een reclame zonder toestemming van de "echte" Max (Rb. Amsterdam 6 september 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:6395).

Aanleiding voor dit vonnis is het inspelen op de reclame van supermarktketen Jumbo door de online-supermarkt Picnic. In de reclame van Jumbo bezorgt Max Verstappen razendsnel boodschappen bij mensen aan huis. Picnic zet vervolgens een reclame neer met een look-a-like van Max die juist tergend langzaam boodschappen langs huis brengt onder het mom van: "als je op tijd bent hoef je niet te racen". 

Wat is het portretrecht?
Het portretrecht biedt bescherming aan mensen waarvan zonder toestemming een portret van hen openbaar wordt gemaakt. Een wijdverbreid misverstand is dat een portret enkel ziet op het gelaat. Sterker nog, er kan sprake zijn van een portret ondanks dat het gelaat onherkenbaar is gemaakt. Er kan namelijk al sprake zijn van een portret indien de geportretteerde, bijvoorbeeld door een herkenbare lichaamshouding, kan worden herkend door personen die de geportretteerde kennen (HR 2 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3416 (Niessen & IPA/Storms Factory; Breekijzer). Dit betekent dat iemand met enkel een zwart balkje voor de ogen nog altijd herkenbaar kan zijn en daardoor nog altijd sprake is van een portret.

Het portretrecht is terug te vinden in de Auteurswet. Het is een derde niet toegestaan om een auteursrechtelijk beschermd werk openbaar te maken of te verveelvoudigen tenzij de auteursrechthebbende hiervoor toestemming heeft gegeven.

Hoewel het portretrecht is opgenomen in de Auteurswet ziet het portretrecht niet toe op de vraag of een werk auteursrechtelijk beschermd is. Het portretrecht is in feite een beperking op het uitsluitende recht dat aan de maker van het portret toekomt. De Auteurswet maakt een onderscheid tussen een portret gemaakt in opdracht van de geportretteerde en een portret gemaakt niet in opdracht van de geportretteerde. 

  • Indien een portret in opdracht is gemaakt, is het de auteursrechthebbende (veelal de maker) van het portret niet toegestaan om zonder toestemming van de geportretteerde (of van diens nabestaanden) het portret openbaar te maken. Er is sprake van een "in opdracht" gemaakt portret indien het portret ten behoeve van de geportretteerde is gemaakt, en het portret niet zou zijn gemaakt zonder die opdracht. Dit betekent voor een derde dat hij zowel aan de auteursrechthebbende alsook aan de geportretteerde toestemming moet vragen voor openbaarmaking van een portret.
  • Indien een portret niet in opdracht is gemaakt, dan is openbaarmaking door de auteursrechthebbende (of een derde) niet geoorloofd indien een redelijk belang van de geportretteerde zich daartegen verzet. Dit betekent dat het openbaar maken van een niet in opdracht gemaakt portret in beginsel is toegestaan tenzij de geportretteerde een redelijk belang tegen de openbaarmaking heeft (HR 14 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion). Het staat de geportretteerde overigens vrij om zelf in beperkte mate dit portret openbaar te maken mits de maker van het portret wordt vermeld.

Redelijk belang?
Per geval dient te worden bekeken of sprake is van een redelijk belang. Bij de beoordeling of sprake is van een redelijk belang zal worden gekeken of de openbaarmaking onrechtmatig is jegens de geportretteerde. Een redelijk belang kan bestaan uit een schending van de persoonlijke levenssfeer of lichamelijke integriteit van de geportretteerde.

Bij het bepalen of een belang een redelijk belang is zal er een afweging gemaakt moeten worden tussen het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (art. 8 EVRM) en het recht op de vrijheid van meningsuiting en informatievrijheid (art. 10 EVRM). De afweging strekt ertoe om na te gaan welk belang in het specifieke geval zwaarder weegt (zie ook HR 21 januari 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1240 (Ferdi E.).

Bij deze afweging kan de persoon van de geportretteerde van belang zijn, de plaats en de wijze van totstandkoming van de afbeelding, de aard en mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld, het karakter van de afbeelding, de context van de publicatie, de juistheid van de overige in de publicatie verstrekte informatie, alsmede het maatschappelijk belang, de nieuwswaarde of informatieve waarde van de openbaarmaking hiervan (HR 14 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion).

Uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer vloeit voort dat indien door de openbaarmaking van een portret op dit recht inbreuk wordt gemaakt, er in beginsel sprake is van een redelijk belang van de geportretteerde (zie ook HR 1 juli 1988 ECLI:NL:HR:1988:AB7688 (Vondelpark) en HR 2 mei 1997, LJN ZC2364, NJ 1997/661 (Discodanser).

Verzilverbare populariteit
Het redelijk belang van bekende personen kan ook bestaan in een financieel of commercieel belang. Hiervan is sprake indien zij dusdanig populair zijn dat de populariteit "verzilverbaar" is. Dit wordt veelal aangeduid als een "verzilverbaar portretrecht". Dit betekent dat bijvoorbeeld een bekende Nederlander die geld kan verdienen met zijn of haar portret, niet hoeft toe te laten dat de verworven populariteit commercieel wordt geëxploiteerd door openbaarmaking van zijn portret zonder dat hij daarvoor een vergoeding ontvangt (zie HR 19 januari 1979 ECLI:NL:HR:1979:AC6461 ('t Schaep met de Vijf Pooten) en HR 4 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion). Om dit te illustreren gaan we terug naar het vonnis van de rechtbank Amsterdam over Max en de look-a-like van Max.

De rechtbank overweegt dat de "echte" Max niet in de reclame wordt gebruikt. Maar door het overnemen van alle karakteristieke kenmerken van het portret van Max is er sprake van een look-a-like van de "echte" Max. Als overgenomen karakteristieke kenmerken benoemt de rechtbank: dezelfde pet, dezelfde raceoutfit, dezelfde haarkleur, hetzelfde silhouet en hetzelfde postuur. Het was hierbij de bedoeling van Picnic om het beeld van Max op te roepen. De rechtbank Amsterdam bevestigt hiermee dat van iemand een portret kan worden gemaakt zonder dat beeldmateriaal van de geportretteerde zelf wordt gebruikt. Zoals ook in het vonnis naar voren komt kan hierbij gedacht worden aan het inschakelen van een look-a-like en/of aan het gebruik van herkenbare elementen waardoor het beeld van de geportretteerde wordt opgeroepen. De rechtbank concludeert dan ook dat er sprake is van een portret van Max Verstappen.

Vooruitlopend op het verkrijgen van een schadevergoeding is eerder bij dezelfde rechtbank een verzoek tot het leggen van beslag ingediend. Zowel de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam alsook het gerechtshof Amsterdam was bij dit verzoek van mening dat de reclame van Picnic zou vallen onder de parodie uitzondering in het auteursrecht (Vzr. Rb. Amsterdam 13 oktober 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:9747, Hof Amsterdam 2 mei 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1722). De rechtbank Amsterdam komt hier in haar vonnis van 6 september op terug en wijst erop dat de parodie-exceptie niet ziet op het portretrecht.

Aangezien Max een bekend persoon is die geld kan verdienen met zijn portret, overweegt de rechtbank vervolgens dat Max een commercieel belang heeft om zich tegen de reclame van Picnic te verzetten. Door zonder zijn toestemming het portret van Max te gebruiken maakt Picnic inbreuk op het portretrecht van Max. Dit leidt ertoe dat Max recht heeft op een schadevergoeding.

Uit vaste rechtspraak volgt dat de hoogte van de schade recht zal moeten doen aan de mate van populariteit of bekendheid van de geportretteerde. De hoogte van de schade dient tevens in overeenstemming te zijn met de waarde van het exploitatiebelang van de geportretteerde in het economische verkeer. Hierbij dient aansluiting te worden gezocht bij het bedrag die de geportretteerde gewoonlijk voor eenzelfde reclame-uiting zou hebben gevraagd (HR 14 juni 29013 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion), HR 19 januari 1979 ECLI:NL:HR:1979:AC6461 ('t Schaep met de Vijf Pooten). De vaststelling van de exacte hoogte van het schadebedrag van Max Verstappen moet nog worden vastgesteld.

Juridisch advies of meer informatie?

Heeft u vragen  naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Dick Poerink.