Ontwikkeling in bestemmingsplan voorkomen? Voer reële alternatieven aan!

 24 september 2020 | Blog

Wanneer je als planmaker een reële alternatieve locatie voor je plan krijgt aangereikt, dat past binnen het gemeentelijk beleid, dan mag je dit niet zomaar negeren. Wanneer reële alternatieven niet worden afgewogen, leidt dit tot een gebrekkig besluit. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 20 mei 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1264).

Wat was er aan de hand?

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de bouw mogelijk van een Integraal Kind Centrum (hierna: “IKC”) met een groene buitenspeelruimte. In een gebiedsvisie had de raad alternatieven overwogen waarvoor verschillende locaties waren onderzocht. Uiteindelijk is de keuze gevallen op de locatie in kwestie. De appellanten wonen in de directe omgeving van deze locatie en vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat. In hun zienswijzen wezen ze alternatieve locaties aan die in hun ogen beter geschikt zijn voor de vestiging van het IKC. De raad besteedde echter geen aandacht aan deze alternatieven en hield vast aan de gebiedsvisie.

Afdeling: raad heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de afweging met alternatieven heeft plaatsgevonden

Bij de Afdeling kwamen de alternatieve locaties weer ter sprake. De omwonenden hadden enkele alternatieven aangedragen die niet reëel waren omdat ze niet aan de locatievoorwaarden voldeden, aldus de Afdeling. In zoverre had de raad geen nadere afweging van deze alternatieven hoeven maken en kon worden volstaan met een enkele verwijzing naar de gebiedsvisie. De omwonenden hadden echter ook één alternatieve locatie aangedragen die wel voldeed aan de voorwaarden, maar die de raad niet had beschouwd. De Afdeling oordeelde hierover als volgt:

“Ten aanzien van het door omwonenden aangedragen alternatief van de locatie van de St. Jozefschool voor het IKC, in combinatie met een gymzaal in het margrietplantsoen, overweegt de Afdeling dat de raad dit alternatief niet buiten beschouwing had mogen laten’. [..] Omdat in de plantoelichting is uitgegaan van de voorkeurslocatie aan het Margrietplantsoen en geen acht is geslagen op de voor- en nadelen van mogelijke alternatieve locaties, [..] oordeelt de Afdeling dat de raad onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe de afweging ten aanzien van dit door  omwonenden aangedragen alternatief heeft plaatsgevonden.”

In zoverre ziet de Afdeling uiteindelijk aanleiding voor het oordeel dat het plan, in strijd met artikel 3:46 van de Awb, ondeugdelijk is gemotiveerd. De raad dient hier opnieuw naar te kijken.

Wat kunnen we uit deze uitspraak leren?

Reële alternatieven moeten door de gemeenteraad worden onderzocht en afgewogen, anders kan het besluit gebrekkig zijn. Deze alternatieven kunnen niet zomaar genegeerd worden. Dit betekent echter niet dat de raad dan automatisch ook moet kiezen voor dat reële alternatief. De motivering van het besluit zal dan wel op zijn minst moeten inhouden waarom de gekozen locatie de voorkeur heeft boven het reële alternatief. Dat was in dit geval niet gebeurt, waardoor de gemeenteraad is opgedragen dit alsnog te doen.

Wat we uit deze uitspraak kunnen leren is dat je als belanghebbende er baat bij hebt om (reële) alternatieve locaties in je zienswijze naar voren te brengen. Van belang is dat deze alternatieve locaties aansluiten bij het gemeentelijk beleid, zoals in kwestie de gebiedsvisie. Als dat zo is dan kan de raad deze alternatieve locatie niet zomaar negeren.

Wanneer je als planmaker een reële alternatieve locatie voor je plan krijgt aangereikt, dat past binnen het gemeentelijk beleid, dan mag je dit niet zomaar negeren. Wanneer reële alternatieven niet worden afgewogen, leidt dit tot een gebrekkig besluit. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 20 mei 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1264).

Wat was er aan de hand?

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de bouw mogelijk van een Integraal Kind Centrum (hierna: “IKC”) met een groene buitenspeelruimte. In een gebiedsvisie had de raad alternatieven overwogen waarvoor verschillende locaties waren onderzocht. Uiteindelijk is de keuze gevallen op de locatie in kwestie. De appellanten wonen in de directe omgeving van deze locatie en vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat. In hun zienswijzen wezen ze alternatieve locaties aan die in hun ogen beter geschikt zijn voor de vestiging van het IKC. De raad besteedde echter geen aandacht aan deze alternatieven en hield vast aan de gebiedsvisie.

Afdeling: raad heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de afweging met alternatieven heeft plaatsgevonden

Bij de Afdeling kwamen de alternatieve locaties weer ter sprake. De omwonenden hadden enkele alternatieven aangedragen die niet reëel waren omdat ze niet aan de locatievoorwaarden voldeden, aldus de Afdeling. In zoverre had de raad geen nadere afweging van deze alternatieven hoeven maken en kon worden volstaan met een enkele verwijzing naar de gebiedsvisie. De omwonenden hadden echter ook één alternatieve locatie aangedragen die wel voldeed aan de voorwaarden, maar die de raad niet had beschouwd. De Afdeling oordeelde hierover als volgt:

“Ten aanzien van het door omwonenden aangedragen alternatief van de locatie van de St. Jozefschool voor het IKC, in combinatie met een gymzaal in het margrietplantsoen, overweegt de Afdeling dat de raad dit alternatief niet buiten beschouwing had mogen laten’. [..] Omdat in de plantoelichting is uitgegaan van de voorkeurslocatie aan het Margrietplantsoen en geen acht is geslagen op de voor- en nadelen van mogelijke alternatieve locaties, [..] oordeelt de Afdeling dat de raad onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe de afweging ten aanzien van dit door  omwonenden aangedragen alternatief heeft plaatsgevonden.”

In zoverre ziet de Afdeling uiteindelijk aanleiding voor het oordeel dat het plan, in strijd met artikel 3:46 van de Awb, ondeugdelijk is gemotiveerd. De raad dient hier opnieuw naar te kijken.

Wat kunnen we uit deze uitspraak leren?

Reële alternatieven moeten door de gemeenteraad worden onderzocht en afgewogen, anders kan het besluit gebrekkig zijn. Deze alternatieven kunnen niet zomaar genegeerd worden. Dit betekent echter niet dat de raad dan automatisch ook moet kiezen voor dat reële alternatief. De motivering van het besluit zal dan wel op zijn minst moeten inhouden waarom de gekozen locatie de voorkeur heeft boven het reële alternatief. Dat was in dit geval niet gebeurt, waardoor de gemeenteraad is opgedragen dit alsnog te doen.

Wat we uit deze uitspraak kunnen leren is dat je als belanghebbende er baat bij hebt om (reële) alternatieve locaties in je zienswijze naar voren te brengen. Van belang is dat deze alternatieve locaties aansluiten bij het gemeentelijk beleid, zoals in kwestie de gebiedsvisie. Als dat zo is dan kan de raad deze alternatieve locatie niet zomaar negeren.

Gerelateerde expertises