Overgangsrecht bij de transitievergoeding verduidelijkt

18 maart 2019 | Blog

Met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) per 1 januari 2020 zal het recht op een transitievergoeding bij ontslag ook van toepassing worden op (de meeste) ambtenaren. Tot nu toe bestond onduidelijkheid over de vraag of de jaren gedurende welke ambtenaren werkzaam zijn geweest op basis van een ambtelijke aanstelling meetellen bij de bepaling van de aanspraak op en de hoogte van de transitievergoeding. Op 6 maart 2019 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) de Tweede Kamer laten weten dat dit inderdaad het geval is.

Voor ambtenaren gaan eerdere aanstellingen straks dus meetellen alsof het arbeidsovereenkomsten waren, wat zal leiden tot hogere transitievergoedingen. Lees in dit blog meer over dit overgangsrecht en over de verwachte aanpassingen in de transitievergoeding door de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB).  

Huidige recht op de transitievergoeding
Momenteel heeft in beginsel elke werknemer (tijdelijk of vast) die ten minste 24 maanden in dienst is geweest bij zijn werkgever, recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst is geëindigd of niet is voortgezet op initiatief van de werkgever (enkele uitzonderingssituaties daargelaten). Het recht op een transitievergoeding bestaat ook als het dienstverband is beëindigd op initiatief van de werknemer vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Als arbeidsovereenkomsten elkaar binnen een periode van zes maanden opvolgen worden zij voor het bepalen van de termijn van 24 maanden samengeteld.

Het moet wel gaan om dezelfde werkgever of om werkgevers die als elkaars opvolger gezien kunnen worden. Van een opvolgende werkgever is bijvoorbeeld sprake als de werknemer eerst via een uitzendbureau bij de werkgever heeft gewerkt en vervolgens bij diezelfde werkgever in dienst trad en daar vergelijkbare arbeid verrichtte.

De hoogte van de transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per vol dienstjaar en vanaf 120 maanden dienstverband 1/2 maandsalaris per vol dienstjaar. Er geldt geen afronding naar hele dienstjaren, maar naar halve dienstjaren. Per 1 januari 2019 bedraagt de transitievergoeding maximaal €81.000 bruto. Als het jaarsalaris hoger is dan €81.000 bruto, is de vergoeding maximaal één bruto jaarsalaris.

Verwachte aanpassing recht op transitievergoeding door WAB
Met de verwachte inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) per 1 januari 2020, wordt naar verwachting bepaald dat werknemers vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding krijgen, waar dat nu pas na twee jaar het geval is. Zelfs als de werknemer tijdens zijn proeftijd wordt ontslagen zal hij aanspraak kunnen maken op een transitievergoeding.

Daar staat tegenover dat er een lagere transitievergoeding wordt opgebouwd. Over elk dienstjaar bouwt de werknemer ongeacht de lengte van zijn dienstverband nog slechts 1/3 bruto maandsalaris aan transitievergoeding op. De periode van opbouw wordt bovendien niet meer afgerond op halve jaren zoals nu het geval is, maar wordt berekend over de werkelijke contractduur.

Overgangsrecht Wnra
Voor ambtenaren gaan eerdere aanstellingen straks meetellen alsof het arbeidsovereenkomsten waren. Dit betekent dat de dienstjaren die een ambtenaar op basis van een aanstelling bij een overheidswerkgever gewerkt heeft, gaan meetellen bij het bepalen van de hoogte van een transitievergoeding. Het maakt dus niet uit dat die ambtenaar voorheen geen arbeidsovereenkomst, maar een aanstelling had. Dit wordt expliciet vermeld in artikel 14 lid 3 van de Ambtenarenwet 2017. Omdat het doel van de normaliseringsoperatie van meet af aan is geweest de rechtspositie van de ambtenaar gelijk te stellen met die van een de werknemer, achten wij deze aanscherping c.q. verduidelijking terecht. Wel is het dan natuurlijk zaak om in de toepasselijke cao te regelen dat de aanspraak op de transitievergoeding niet kan cumuleren met een bovenwettelijke uitkeringsregeling.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven