Op 17 oktober a.s. promoveert Thomas Sanders aan de Universiteit Leiden op de invordering door de overheid bij handhaving.
Onder welke omstandigheden hoeft de burger niet te betalen?
De overheid moet bestuursrechtelijke geldschulden die voortvloeien uit opgelegde sancties in beginsel invorderen, anders heeft de sanctie weinig zin. Thomas heeft onderzocht wanneer de overheid ondanks dit uitgangspunt toch niet mag invorderen. Onder welke omstandigheden hoeft de burger toch niet te betalen? Om daar een antwoord op te formuleren zijn alle rechterlijke uitspraken van de afgelopen 10 jaar over zogenaamde herstelsancties onderzocht. Thomas licht toe: Herstelsancties hebben tot doel de burger niet te straffen, maar alleen de overtreding ongedaan te maken door de situatie te herstellen tot hoe die zou zijn geweest zonder overtreding. Denk bijvoorbeeld aan de terugvordering van een onterechte genoten subsidie.
Uit Thomas zijn onderzoek blijkt dat de bestuursrechter de burger niet lichtzinnig ontslaat van zijn betalingsverplichting. Thomas vervolgt: Van de ruim 8.000 uitspraken zijn er maar 15 gevallen gevonden waarin de burger werd bevrijd van zijn geldschuld ondanks dat hij die eigenlijk wel had moeten betalen. In het geval van uitkeringen heb ik geen enkel geval gevonden waarin de burger niet meer hoefde terug te betalen ondanks dat het wel zou moeten.
Valt de overheid een verwijt te maken
De gevallen waarin de bestuursrechter oordeelde dat een burger niet hoeft te betalen blijken goed vergelijkbaar. Een belangrijke factor is de vraag of de overheid een verwijt valt te maken (bijvoorbeeld als de overheid de burger verkeerd heeft voorgelicht) en de mate waarin de burger iets kan worden verweten. De mate waarin een burger of bedrijf de geldschuld daadwerkelijk kan betalen blijkt daarentegen nooit een reden te zijn om niet te hoeven betalen. Zo is het dreigend faillissement van een bedrijf geen reden om niet te hoeven betalen. Ook armoede is geen reden om niet te hoeven betalen: de bestuursrechter wijst dan op het bestaan van de beslagvrije voet en de schuldsanering waardoor de burger beschermd zou moeten worden. Dit onderzoek steunt daarmee de conclusie dat een goede bescherming van de armlastige burger via de beslagvrije voet en schuldsanering broodnodig is.
Thomas Sanders is expert op het gebied van het toezicht en handhavingsrecht. Als advocaat bij AKD treedt hij op voor zowel overheden, bedrijven als burgers als de wet wordt overtreden en er sancties worden opgelegd.
Op 17 oktober a.s. promoveert Thomas Sanders aan de Universiteit Leiden op de invordering door de overheid bij handhaving.
Onder welke omstandigheden hoeft de burger niet te betalen?
De overheid moet bestuursrechtelijke geldschulden die voortvloeien uit opgelegde sancties in beginsel invorderen, anders heeft de sanctie weinig zin. Thomas heeft onderzocht wanneer de overheid ondanks dit uitgangspunt toch niet mag invorderen. Onder welke omstandigheden hoeft de burger toch niet te betalen? Om daar een antwoord op te formuleren zijn alle rechterlijke uitspraken van de afgelopen 10 jaar over zogenaamde herstelsancties onderzocht. Thomas licht toe: Herstelsancties hebben tot doel de burger niet te straffen, maar alleen de overtreding ongedaan te maken door de situatie te herstellen tot hoe die zou zijn geweest zonder overtreding. Denk bijvoorbeeld aan de terugvordering van een onterechte genoten subsidie.
Uit Thomas zijn onderzoek blijkt dat de bestuursrechter de burger niet lichtzinnig ontslaat van zijn betalingsverplichting. Thomas vervolgt: Van de ruim 8.000 uitspraken zijn er maar 15 gevallen gevonden waarin de burger werd bevrijd van zijn geldschuld ondanks dat hij die eigenlijk wel had moeten betalen. In het geval van uitkeringen heb ik geen enkel geval gevonden waarin de burger niet meer hoefde terug te betalen ondanks dat het wel zou moeten.
Valt de overheid een verwijt te maken
De gevallen waarin de bestuursrechter oordeelde dat een burger niet hoeft te betalen blijken goed vergelijkbaar. Een belangrijke factor is de vraag of de overheid een verwijt valt te maken (bijvoorbeeld als de overheid de burger verkeerd heeft voorgelicht) en de mate waarin de burger iets kan worden verweten. De mate waarin een burger of bedrijf de geldschuld daadwerkelijk kan betalen blijkt daarentegen nooit een reden te zijn om niet te hoeven betalen. Zo is het dreigend faillissement van een bedrijf geen reden om niet te hoeven betalen. Ook armoede is geen reden om niet te hoeven betalen: de bestuursrechter wijst dan op het bestaan van de beslagvrije voet en de schuldsanering waardoor de burger beschermd zou moeten worden. Dit onderzoek steunt daarmee de conclusie dat een goede bescherming van de armlastige burger via de beslagvrije voet en schuldsanering broodnodig is.
Thomas Sanders is expert op het gebied van het toezicht en handhavingsrecht. Als advocaat bij AKD treedt hij op voor zowel overheden, bedrijven als burgers als de wet wordt overtreden en er sancties worden opgelegd.