Vlottrekken van de woningbouw – deel 1: Bijdrage vanuit de Woningbouwimpuls

3 maart 2021 | Blog

Nederland kampt met een groot woningtekort. De doorstroming stokt, starters komen in de knel en de schaarste heeft een prijsopdrijvend effect. Volgens ABF Research zal het tekort bovendien de komende jaren nog verder stijgen. In de Actieagenda Wonen hebben 34 partijen, waaronder de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, Aedes en Bouwend Nederland, de ambitie uitgesproken om de komende tien jaar 1 miljoen woningen te bouwen. Om dit te bereiken moet het aantal gebouwde woningen per jaar omhoog van 71.000 naar meer dan 100.000. Ook minister Ollongren (BZK) concludeerde in de kamerbrief van 6 november 2020 dat partijen alle zeilen moeten bijzetten om het woningtekort naar acceptabele proporties terug te dringen.

Hoe zorgen we ervoor dat deze inhaalslag wordt gemaakt? In deze blogreeks bespreken we vanuit verschillende invalshoeken maatregelen om de woningbouw vlot te trekken. In dit eerste blog staat het verkrijgen van een uitkering uit de Woningbouwimpuls centraal.

Wat is de Woningbouwimpuls?

De Woningbouwimpuls is een van de door het Rijk ingezette instrumenten om de woningbouw te versnellen. Het betreft een specifieke uitkering aan gemeenten die beschikbaar wordt gesteld in tranches, met bijbehorende aanvraagtijdvakken. De Woningbouwimpuls is bedoeld om bij te dragen in een publiek tekort op een woningbouwproject, dat ontstaat door bijvoorbeeld kosten voor de uitkoop van bedrijven, sanering van gronden, de infrastructurele ontsluiting van het project en de inrichting van de openbare ruimte. Hiernaast kan het bijvoorbeeld gaan om kosten die gepaard gaan met de bouw van betaalbare woningen of het treffen van maatregelen in verband met stikstofdepositie. Het kabinet heeft in 2019 besloten dat voor de Woningbouwimpuls 1 miljard euro beschikbaar is, onderverdeeld in verschillende tranches.

Stand van zaken: eerste en tweede tranche een groot succes

Het Besluit Woningbouwimpuls en de Regeling Woningbouwimpuls, die de wettelijke basis vormen voor de toepassing van het instrument, zijn op 18 juli 2020 in werking getreden. In september werd bekend dat met de eerste tranche ruim 51.000 woningen mogelijk zijn gemaakt. Op 18 februari jl. presenteerde minister Ollongren de resultaten van de tweede tranche, die opnieuw een groot succes was. Vanwege grote interesse was het aanvankelijk beschikbaar gestelde bedrag van € 225 miljoen niet voldoende om aan alle positief beoordeelde aanvragen te kunnen voldoen. De minister heeft het bedrag daarom verhoogd naar € 266 miljoen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het bouwen van bijna 45.000 nieuwe woningen in 28 gemeenten.

Voorwaarden

Om voor de specifieke uitkering vanuit de Woningbouwimpuls in aanmerking te komen moet sprake zijn van een project van ten minste 500 woningen, waarvan ten minste de helft moet kwalificeren als betaalbare woningen. Dit zijn sociale huurwoningen, huurwoningen voor middenhuur en koopwoningen die vallen onder de Nationale Hypotheek Garantie. Het project mag nog niet in de uitvoerende fase zijn. Na ontvangst van het besluit tot verkrijgen van een bijdrage moeten de eerste bouwwerkzaamheden binnen drie jaar worden opgestart en de overige bouwwerkzaamheden binnen tien jaar. Het is dus van belang de aanvraag goed te timen. Verder geldt dat een uitkering vanuit de Woningbouwimpuls maximaal de helft van het publieke tekort kan dekken. De bij het project betrokken partijen moeten dus zelf ook in minimaal de helft van het publieke tekort voorzien.

Toekenning van de uitkeringen

Ten behoeve van het toekennen van de specifieke uitkering worden aanvragen die aan de voorwaarden voldoen gerangschikt. De Toetsingscommissie Woningbouwimpuls adviseert de minister daarover. Rangschikking vindt plaats aan de hand van de volgende aspecten:

  • Noodzakelijkheid van de uitkering
  • Effectiviteit van het project
  • Efficiëntie van het project
  • Urgentie

In de Bijlage bij de Regeling Woningbouwimpuls zijn deze aspecten verder uitgewerkt. Als de beoordeling tot een onvoldoende leidt, wordt de aanvraag afgewezen. Verder kunnen op basis van de rangschikking aanvragen worden afgewezen als het voor de tranche vastgestelde bedrag zou worden overschreden.

Aanvraagtijdvak derde tranche wordt binnenkort bekendgemaakt

Op dit moment worden de resultaten van de eerste en tweede tranche geëvalueerd. Voor de derde tranche is circa € 250 miljoen beschikbaar. In maart verwacht de minister de Kamer te kunnen informeren over de uitkomsten van de evaluatie en het aanvraagtijdvak van de derde tranche voor de Woningbouwimpuls.

Niet tevreden met de uitkomst van de tweede tranche, en/of hulp nodig bij het voorbereiden van een aanvraag voor de derde tranche? Neem contact op met Hugo Doornhof of Elise Noordhoek.

 

 

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven