Wat betekent de PAS-uitspraak voor supermarkten?

 9 december 2019 | Blog

Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2019:1603) (“Afdeling”) geoordeeld dat het PAS in strijd met de Habitatrichtlijn is vastgesteld. Het PAS mag sindsdien niet meer worden gebruikt als basis voor toestemming voor activiteiten die stikstof uitstoten. De kern van de uitspraak is dat de positieve effecten van maatregelen vooraf vast moeten staan, voordat een vergunning kan worden verleend. Wat de gevolgen zijn voor supermarkten leest u in dit blog.

Het PAS is verleden tijd

Sinds 2015 werkte de overheid met PAS om de hoeveelheid stikstof in de natuur te verminderen en toch ontwikkelingen mogelijk te maken. Wie een ontwikkeling mogelijk wilde maken in (de nabijheid van) een Natura-2000 gebied, kon gebruik maken van het PAS. Op 29 mei 2019 oordeelde de Afdeling dat het PAS niet meer gebruikt mag worden als basis voor toestemmingverlening. Omdat de in het PAS opgenomen maatregelen onvoldoende zekerheid bieden of de toekomstige positieve gevolgen zullen worden behaald, is toestemming op basis van het PAS niet meer mogelijk.

Hoe alsnog activiteiten met stikstofuitstoot verrichten?

Zolang nog geen alternatieve oplossing is gevonden, geldt het stelsel van de Wet natuurbescherming bij de ontwikkeling van (nieuwe) supermarkten. Bij ieder bestemmingsplan of omgevingsvergunning waarin een supermarkt mogelijk wordt gemaakt, moet in een zogenaamde ‘voortoets’ worden beoordeeld of de bouw significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. Bij een bevestigend antwoord moet een op het project toegesneden passende beoordeling uitsluitsel bieden.

Wanneer toename van stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied zal plaatsvinden, betekent dit op zichzelf nog niet dat er geen vergunning verleend kan worden. Er moet getoetst worden of die toename voor het natuurgebied significant verslechterde effecten zal hebben. Dat is een vraag die (slechts) in een ecologisch rapport beantwoord kan worden. Het is van belang om een ecologisch rapport op te laten stellen waarin wordt onderbouwd dat een beperkte toename van stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied zal plaatsvinden, maar dat dit verder geen zwaarwegende gevolgen zal hebben voor het gebied.

De bouw of uitbreiding kan hierna slechts doorgang vinden als zekerheid wordt verkregen dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast. Deze zekerheid kan worden geboden door extern of intern te salderen. Extern salderen houdt in dat door de supermarkt de stikstofdepositie wordt benut van een bedrijf dat ophoudt te bestaan. Intern salderen houdt in dat de bouw of uitbreiding van een supermarkt zo wordt aangepast dat de stikstofdepositie vermindert of gelijk blijft.

Recent aangekondigde maatregelen

Op 13 november 2019 heeft het kabinet een eerste pakket aan maatregelen aangekondigd om de ruimte voor nieuwe vergunningen te vergroten. Een voorbeeld hiervan is de verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen. De maatregelen zullen leiden tot een verlaging van de stikstofdepositie in Nederland. Daardoor zal ruimte ontstaan om nieuwe projecten toe te staan. Er dient echter elke keer een lokale afweging te worden gemaakt. Dat wil zeggen dat steeds concreet moet worden onderzocht welke positieve effecten de aangekondigde maatregelen zullen hebben.

Tevens heeft de Afdeling advisering van de Raad van State op verzoek van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 26 november 2019 een voorlichting uitgebracht over de instelling van een drempelwaarde voor geringe stikstofdeposities, als onderdeel van het hiervoor aangekondigde maatregelenpakket. De mogelijkheden om drempelwaarden in te stellen worden in eerste instantie bepaald door de staat van instandhouding van de desbetreffende Natura 2000-gebieden. Dit maakt (wederom) een gebiedsgerichte benadering noodzakelijk.  

Wat te doen bij uw specifieke project?

Vooralsnog moet gewoon iedere vergunning worden verleend waarvan kan worden aangetoond dat zij niet tot significant verslechterde effecten leidt. Voor uw project is het van belang dit (waar mogelijk) aan te tonen met een ecologisch rapport. Zolang nog geen alternatieve oplossing is gevonden, geldt het stelsel van de Wet natuurbescherming bij de ontwikkeling van (nieuwe) supermarkten.

Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2019:1603) (“Afdeling”) geoordeeld dat het PAS in strijd met de Habitatrichtlijn is vastgesteld. Het PAS mag sindsdien niet meer worden gebruikt als basis voor toestemming voor activiteiten die stikstof uitstoten. De kern van de uitspraak is dat de positieve effecten van maatregelen vooraf vast moeten staan, voordat een vergunning kan worden verleend. Wat de gevolgen zijn voor supermarkten leest u in dit blog.

Het PAS is verleden tijd

Sinds 2015 werkte de overheid met PAS om de hoeveelheid stikstof in de natuur te verminderen en toch ontwikkelingen mogelijk te maken. Wie een ontwikkeling mogelijk wilde maken in (de nabijheid van) een Natura-2000 gebied, kon gebruik maken van het PAS. Op 29 mei 2019 oordeelde de Afdeling dat het PAS niet meer gebruikt mag worden als basis voor toestemmingverlening. Omdat de in het PAS opgenomen maatregelen onvoldoende zekerheid bieden of de toekomstige positieve gevolgen zullen worden behaald, is toestemming op basis van het PAS niet meer mogelijk.

Hoe alsnog activiteiten met stikstofuitstoot verrichten?

Zolang nog geen alternatieve oplossing is gevonden, geldt het stelsel van de Wet natuurbescherming bij de ontwikkeling van (nieuwe) supermarkten. Bij ieder bestemmingsplan of omgevingsvergunning waarin een supermarkt mogelijk wordt gemaakt, moet in een zogenaamde ‘voortoets’ worden beoordeeld of de bouw significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. Bij een bevestigend antwoord moet een op het project toegesneden passende beoordeling uitsluitsel bieden.

Wanneer toename van stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied zal plaatsvinden, betekent dit op zichzelf nog niet dat er geen vergunning verleend kan worden. Er moet getoetst worden of die toename voor het natuurgebied significant verslechterde effecten zal hebben. Dat is een vraag die (slechts) in een ecologisch rapport beantwoord kan worden. Het is van belang om een ecologisch rapport op te laten stellen waarin wordt onderbouwd dat een beperkte toename van stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied zal plaatsvinden, maar dat dit verder geen zwaarwegende gevolgen zal hebben voor het gebied.

De bouw of uitbreiding kan hierna slechts doorgang vinden als zekerheid wordt verkregen dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast. Deze zekerheid kan worden geboden door extern of intern te salderen. Extern salderen houdt in dat door de supermarkt de stikstofdepositie wordt benut van een bedrijf dat ophoudt te bestaan. Intern salderen houdt in dat de bouw of uitbreiding van een supermarkt zo wordt aangepast dat de stikstofdepositie vermindert of gelijk blijft.

Recent aangekondigde maatregelen

Op 13 november 2019 heeft het kabinet een eerste pakket aan maatregelen aangekondigd om de ruimte voor nieuwe vergunningen te vergroten. Een voorbeeld hiervan is de verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen. De maatregelen zullen leiden tot een verlaging van de stikstofdepositie in Nederland. Daardoor zal ruimte ontstaan om nieuwe projecten toe te staan. Er dient echter elke keer een lokale afweging te worden gemaakt. Dat wil zeggen dat steeds concreet moet worden onderzocht welke positieve effecten de aangekondigde maatregelen zullen hebben.

Tevens heeft de Afdeling advisering van de Raad van State op verzoek van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 26 november 2019 een voorlichting uitgebracht over de instelling van een drempelwaarde voor geringe stikstofdeposities, als onderdeel van het hiervoor aangekondigde maatregelenpakket. De mogelijkheden om drempelwaarden in te stellen worden in eerste instantie bepaald door de staat van instandhouding van de desbetreffende Natura 2000-gebieden. Dit maakt (wederom) een gebiedsgerichte benadering noodzakelijk.  

Wat te doen bij uw specifieke project?

Vooralsnog moet gewoon iedere vergunning worden verleend waarvan kan worden aangetoond dat zij niet tot significant verslechterde effecten leidt. Voor uw project is het van belang dit (waar mogelijk) aan te tonen met een ecologisch rapport. Zolang nog geen alternatieve oplossing is gevonden, geldt het stelsel van de Wet natuurbescherming bij de ontwikkeling van (nieuwe) supermarkten.