Wet elektronische publicaties; de 3 belangrijkste wijzigingen op een rij

 30 april 2020 | Blog

Op 10 december jl. is het wetsvoorstel Wet elektronische publicaties aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft inmiddels een voorlopig verslag uitgebracht. Het wetsvoorstel wijzigt onder meer de bekendmakingsregels die gelden voor gemeenschappelijke regelingen.

1. Bekendmaking gemeenschappelijke regeling niet langer in de Staatscourant

Een gemeenschappelijke regeling moet nu nog bekend worden gemaakt in de Staatscourant. Straks moet de gemeente van de plaats van vestiging, of als die er niet is een in de gemeenschappelijke regeling aan te wijzen gemeente, de gemeenschappelijke regeling bekendmaken in het eigen gemeenteblad (volgens artikel 26 lid 1 Wgr-voorstel).

Het is de bedoeling ook de bekendmaking van besluiten van het bestuur van een bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan te veranderen. Daarnaast wordt het gemeentelijk register van gemeenschappelijke regelingen vervangen door een landelijk register.

2. Alle bekendmakingen van het gemeenschappelijk orgaan voortaan in het Blad gemeenschappelijke regeling

Ten tweede krijgen de bekendmakingen van besluiten van het bestuur van een openbaar lichaam, van het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of van het gemeenschappelijk orgaan een andere plaats. Nu geldt als hoofdregel dat algemeen verbindende voorschriften die worden vastgesteld in de gemeentebladen moeten worden gepubliceerd, waarbij als in de gemeenschappelijke regeling een openbaar lichaam wordt ingesteld, ook gekozen kan worden voor een eigen publicatieblad van dat openbaar lichaam (bijvoorbeeld het Blad gemeenschappelijke regeling). Straks moeten al deze besluiten worden bekendgemaakt in het Blad gemeenschappelijke regeling (volgens artikel 2 lid 5 Bekendmakingswetsvoorstel).

3. Centraal elektronisch register van gemeenschappelijke regelingen

Ten derde zal het gemeentelijke register voor gemeenschappelijke regelingen (volgens nu nog artikel 27 Wgr) komen te vervallen. Deze zal vervangen worden door een landelijk door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij te houden register (volgens artikel 136 Wgr-voorstel).

 In - nu nog - artikel 27 Wgr is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders een register bijhoudt van de regelingen waaraan de gemeente deelneemt. Op deze wijze komen meer dan 400 afzonderlijke registers tot stand die niet elektronisch toegankelijk hoeven te zijn en niet gezamenlijk kunnen worden geraadpleegd. Hoewel deze registers kunnen voorzien in een lokale behoefte, noodzaakte de beperkte toegankelijkheid ervan tot het opzetten van een eigen centrale registratie ten behoeve van de publicatiebladen. Dit vormt de aanleiding om de bestaande registers op grond van artikel 27 Wgr te vervangen door een centraal register waarin alle gemeenschappelijke regelingen worden opgenomen. Op deze wijze komt een beter toegankelijk overzicht van de gemeenschappelijke regelingen en hun deelnemers tot stand en worden tegelijkertijd de administratieve lasten die thans aan de registratie verbonden zijn verminderd, aldus de Minister.

Op 10 december jl. is het wetsvoorstel Wet elektronische publicaties aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft inmiddels een voorlopig verslag uitgebracht. Het wetsvoorstel wijzigt onder meer de bekendmakingsregels die gelden voor gemeenschappelijke regelingen.

1. Bekendmaking gemeenschappelijke regeling niet langer in de Staatscourant

Een gemeenschappelijke regeling moet nu nog bekend worden gemaakt in de Staatscourant. Straks moet de gemeente van de plaats van vestiging, of als die er niet is een in de gemeenschappelijke regeling aan te wijzen gemeente, de gemeenschappelijke regeling bekendmaken in het eigen gemeenteblad (volgens artikel 26 lid 1 Wgr-voorstel).

Het is de bedoeling ook de bekendmaking van besluiten van het bestuur van een bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan te veranderen. Daarnaast wordt het gemeentelijk register van gemeenschappelijke regelingen vervangen door een landelijk register.

2. Alle bekendmakingen van het gemeenschappelijk orgaan voortaan in het Blad gemeenschappelijke regeling

Ten tweede krijgen de bekendmakingen van besluiten van het bestuur van een openbaar lichaam, van het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of van het gemeenschappelijk orgaan een andere plaats. Nu geldt als hoofdregel dat algemeen verbindende voorschriften die worden vastgesteld in de gemeentebladen moeten worden gepubliceerd, waarbij als in de gemeenschappelijke regeling een openbaar lichaam wordt ingesteld, ook gekozen kan worden voor een eigen publicatieblad van dat openbaar lichaam (bijvoorbeeld het Blad gemeenschappelijke regeling). Straks moeten al deze besluiten worden bekendgemaakt in het Blad gemeenschappelijke regeling (volgens artikel 2 lid 5 Bekendmakingswetsvoorstel).

3. Centraal elektronisch register van gemeenschappelijke regelingen

Ten derde zal het gemeentelijke register voor gemeenschappelijke regelingen (volgens nu nog artikel 27 Wgr) komen te vervallen. Deze zal vervangen worden door een landelijk door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij te houden register (volgens artikel 136 Wgr-voorstel).

 In - nu nog - artikel 27 Wgr is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders een register bijhoudt van de regelingen waaraan de gemeente deelneemt. Op deze wijze komen meer dan 400 afzonderlijke registers tot stand die niet elektronisch toegankelijk hoeven te zijn en niet gezamenlijk kunnen worden geraadpleegd. Hoewel deze registers kunnen voorzien in een lokale behoefte, noodzaakte de beperkte toegankelijkheid ervan tot het opzetten van een eigen centrale registratie ten behoeve van de publicatiebladen. Dit vormt de aanleiding om de bestaande registers op grond van artikel 27 Wgr te vervangen door een centraal register waarin alle gemeenschappelijke regelingen worden opgenomen. Op deze wijze komt een beter toegankelijk overzicht van de gemeenschappelijke regelingen en hun deelnemers tot stand en worden tegelijkertijd de administratieve lasten die thans aan de registratie verbonden zijn verminderd, aldus de Minister.