Op 14 mei jl. is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) aangenomen door de Eerste Kamer. De kogel is daarmee door de kerk. Het doel van de Wkb is het invoeren van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor de bouw en de versterking van de positie van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer. Onder andere de Woningwet en het Bouwbesluit 2012 worden gewijzigd. De inwerkingtreding is beoogd per 1 januari 2021; tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Het Bestuursakkoord
In de loop van februari publiceerden wij op Omgevingsweb al een kort artikel over de Wkb, naar aanleiding van het toen pas verschenen bestuursakkoord tussen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In dat akkoord werd uiteengezet hoe de minister en de VNG de Wkb interpreteren, hoe zij het invoeringstraject willen vormgeven en werden er afspraken gemaakt over de voorgenomen evaluatie van de Wkb.
De Kamerbrief van 10 mei
Op 10 mei 2019 richtte minister Ollongren een brief aan de Eerste Kamer. Daarin worden een aantal punten uit het bestuursakkoord uitgediept, met name de voorwaarden voor inwerkingtreding van de Wkb en de scope van de evaluatie van de Wkb drie jaar na inwerkingtreding. Want hoewel het de intentie is om de Wkb per 1 januari 2021 in te voeren, is in het bestuursakkoord ook afgesproken dat de invoering afhankelijk is van de vervulling van een zestal voorwaarden. In dat kader zal een monitoring plaatsvinden in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding. Een half jaar voor de beoogde inwerkingtreding maakt de minister bekend in hoeverre het stelsel op verantwoorde wijze kan worden ingevoerd. Het is nog niet duidelijk wat er zal gebeuren als blijkt dat niet is voldaan aan de zes voorwaarden. Het wetsvoorstel biedt in ieder geval de mogelijkheid om inwerkingtreding uit te stellen tot na 1 januari 2021.
Inwerkingtreding
De criteria voor inwerkingtreding uit het bestuursakkoord worden verder uitgewerkt:
a. Het stelsel bevat voldoende waarborgen dat gerealiseerde bouwwerken voldoen aan de bouwtechnische voorschriften in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van het Bouwbesluit 2012.
- Onder voldoende waarborgen verstaat de minister dat de kwaliteitsborders in de proefprojecten een goedkeurende verklaring zullen kunnen afgeven met betrekking tot de naleving van delen van het Bouwbesluit
b. Uit de proefprojecten komen geen onoverkomelijke knelpunten naar voren voor invoering van het stelsel. Om eventuele knelpunten inzichtelijk te maken en op te lossen, worden nieuwe proefprojecten opgestart.
- Het is de bedoeling dat voor 10% van de vergunningsaanvragen voor gevolgklasse 1 nieuwe proefprojecten zullen worden gestart, om een geleidelijke overgang naar het nieuwe stelsel te bevorderen.
c. De ICT bij het Rijk en het bevoegd gezag is op orde.
- De minister zal een onderzoek van de VNG financieren om de ICT-voorzieningen aan te passen en te testen.
d. De toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw is operationeel, zodat bouwprojecten die onder het stelsel vallen, doorgang kunnen vinden.
e. Er zijn voldoende instrumenten voor kwaliteitsborging voor het bouwen toegelaten tot het stelsel zodat bouwprojecten die onder het stelsel vallen, doorgang kunnen vinden.
f. Er zijn voldoende kwaliteitsborgers beschikbaar, zodat bouwprojecten die onder het stelsel vallen doorgang kunnen vinden.
- Wat deze laatste drie punten betreft is het de ambitie dat 6 maanden voor inwerkingtreding:
- per soort bouwwerk zes maanden voor inwerkingtreding minimaal één instrument voor kwaliteitsborging beschikbaar is;
- er voldoende kwaliteitsborgers zijn om bouwwerken uit gevolgklasse in het eerste jaar na inwerkingtreding te kunnen toetsen.
- de toelatingsorganisatie operationeel is;
Opvallend is dat de toelatingsorganisatie slechts een half jaar voor inwerkingtreding operationeel hoeft te zijn, terwijl op datzelfde moment ook al voldoende instrumenten en kwaliteitsborgers gereed dienen te zijn. Het valt nog te bezien hoe dit gaat uitpakken.
Evaluatie
Drie jaar na inwerkingtreding zal een evaluatie plaatsvinden. Een van de aandachtspunten daarbij is of er een verbetering van de bouwkwaliteit heeft plaatsgevonden. Het blijft vooralsnog onduidelijk wat de minister zal doen wanneer dit niet het geval blijkt te zijn. Verder is het de bedoeling dat geëvalueerd gaat worden of de samenwerking tussen de betrokken partijen goed verloopt en in hoeverre de taakuitoefening van de kwaliteitsborgers en het bevoegd gezag op elkaar aansluiten. Wij verwachten dat zeker in het begin een gevaar zal bestaan voor gebrekkige communicatie tussen de betrokken partijen. In het bijzonder wringt het dat de kwaliteitsborger misstanden bij het bevoegd gezag dient te melden, terwijl de vergunninghouder diegene is die hem betaalt. Tot slot zullen de kosten in de vorm van de door kwaliteitsborgers gehanteerde tarieven en de leges die gemeenten rekenen worden geëvalueerd.
Conclusie
De Wkb gaat er komen. Voor de inwerkingtreding streeft men naar 1 januari 2021. Dit is afhankelijk van de uitkomst van de monitoring in de periode daaraan voorafgaand. Zes maanden voordien zal het groene licht gegeven moeten worden. Drie jaar na inwerkingtreding zal een evaluatie plaatsvinden. De tijd zal leren of na evaluatie zal blijken of wijzigingen in het stelsel noodzakelijk zijn.
Op 14 mei jl. is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) aangenomen door de Eerste Kamer. De kogel is daarmee door de kerk. Het doel van de Wkb is het invoeren van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor de bouw en de versterking van de positie van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer. Onder andere de Woningwet en het Bouwbesluit 2012 worden gewijzigd. De inwerkingtreding is beoogd per 1 januari 2021; tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Het Bestuursakkoord
In de loop van februari publiceerden wij op Omgevingsweb al een kort artikel over de Wkb, naar aanleiding van het toen pas verschenen bestuursakkoord tussen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In dat akkoord werd uiteengezet hoe de minister en de VNG de Wkb interpreteren, hoe zij het invoeringstraject willen vormgeven en werden er afspraken gemaakt over de voorgenomen evaluatie van de Wkb.
De Kamerbrief van 10 mei
Op 10 mei 2019 richtte minister Ollongren een brief aan de Eerste Kamer. Daarin worden een aantal punten uit het bestuursakkoord uitgediept, met name de voorwaarden voor inwerkingtreding van de Wkb en de scope van de evaluatie van de Wkb drie jaar na inwerkingtreding. Want hoewel het de intentie is om de Wkb per 1 januari 2021 in te voeren, is in het bestuursakkoord ook afgesproken dat de invoering afhankelijk is van de vervulling van een zestal voorwaarden. In dat kader zal een monitoring plaatsvinden in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding. Een half jaar voor de beoogde inwerkingtreding maakt de minister bekend in hoeverre het stelsel op verantwoorde wijze kan worden ingevoerd. Het is nog niet duidelijk wat er zal gebeuren als blijkt dat niet is voldaan aan de zes voorwaarden. Het wetsvoorstel biedt in ieder geval de mogelijkheid om inwerkingtreding uit te stellen tot na 1 januari 2021.
Inwerkingtreding
De criteria voor inwerkingtreding uit het bestuursakkoord worden verder uitgewerkt:
a. Het stelsel bevat voldoende waarborgen dat gerealiseerde bouwwerken voldoen aan de bouwtechnische voorschriften in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van het Bouwbesluit 2012.
- Onder voldoende waarborgen verstaat de minister dat de kwaliteitsborders in de proefprojecten een goedkeurende verklaring zullen kunnen afgeven met betrekking tot de naleving van delen van het Bouwbesluit
b. Uit de proefprojecten komen geen onoverkomelijke knelpunten naar voren voor invoering van het stelsel. Om eventuele knelpunten inzichtelijk te maken en op te lossen, worden nieuwe proefprojecten opgestart.
- Het is de bedoeling dat voor 10% van de vergunningsaanvragen voor gevolgklasse 1 nieuwe proefprojecten zullen worden gestart, om een geleidelijke overgang naar het nieuwe stelsel te bevorderen.
c. De ICT bij het Rijk en het bevoegd gezag is op orde.
- De minister zal een onderzoek van de VNG financieren om de ICT-voorzieningen aan te passen en te testen.
d. De toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw is operationeel, zodat bouwprojecten die onder het stelsel vallen, doorgang kunnen vinden.
e. Er zijn voldoende instrumenten voor kwaliteitsborging voor het bouwen toegelaten tot het stelsel zodat bouwprojecten die onder het stelsel vallen, doorgang kunnen vinden.
f. Er zijn voldoende kwaliteitsborgers beschikbaar, zodat bouwprojecten die onder het stelsel vallen doorgang kunnen vinden.
- Wat deze laatste drie punten betreft is het de ambitie dat 6 maanden voor inwerkingtreding:
- per soort bouwwerk zes maanden voor inwerkingtreding minimaal één instrument voor kwaliteitsborging beschikbaar is;
- er voldoende kwaliteitsborgers zijn om bouwwerken uit gevolgklasse in het eerste jaar na inwerkingtreding te kunnen toetsen.
- de toelatingsorganisatie operationeel is;
Opvallend is dat de toelatingsorganisatie slechts een half jaar voor inwerkingtreding operationeel hoeft te zijn, terwijl op datzelfde moment ook al voldoende instrumenten en kwaliteitsborgers gereed dienen te zijn. Het valt nog te bezien hoe dit gaat uitpakken.
Evaluatie
Drie jaar na inwerkingtreding zal een evaluatie plaatsvinden. Een van de aandachtspunten daarbij is of er een verbetering van de bouwkwaliteit heeft plaatsgevonden. Het blijft vooralsnog onduidelijk wat de minister zal doen wanneer dit niet het geval blijkt te zijn. Verder is het de bedoeling dat geëvalueerd gaat worden of de samenwerking tussen de betrokken partijen goed verloopt en in hoeverre de taakuitoefening van de kwaliteitsborgers en het bevoegd gezag op elkaar aansluiten. Wij verwachten dat zeker in het begin een gevaar zal bestaan voor gebrekkige communicatie tussen de betrokken partijen. In het bijzonder wringt het dat de kwaliteitsborger misstanden bij het bevoegd gezag dient te melden, terwijl de vergunninghouder diegene is die hem betaalt. Tot slot zullen de kosten in de vorm van de door kwaliteitsborgers gehanteerde tarieven en de leges die gemeenten rekenen worden geëvalueerd.
Conclusie
De Wkb gaat er komen. Voor de inwerkingtreding streeft men naar 1 januari 2021. Dit is afhankelijk van de uitkomst van de monitoring in de periode daaraan voorafgaand. Zes maanden voordien zal het groene licht gegeven moeten worden. Drie jaar na inwerkingtreding zal een evaluatie plaatsvinden. De tijd zal leren of na evaluatie zal blijken of wijzigingen in het stelsel noodzakelijk zijn.