Op 5 juni jl. heeft de ministerraad op voorstel van minister Ollongren van BZK ermee ingestemd om het wetsvoorstel voor het bevorderen van de integriteit van het decentraal bestuur naar de Raad van State te zenden. Met het wetsvoorstel wordt tegemoetgekomen aan de behoefte van lokale en regionale overheden aan nieuwe mogelijkheden om met bestuurlijke problemen en integriteitskwesties om te gaan. Lees in dit artikel de drie punten die in ieder geval worden opgenomen in het wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel moet leiden tot wijzigingen van in het bijzonder de Gemeentewet en Provinciewet. Daarbij gaat het in ieder geval om het volgende:
- Het verplicht stellen van een VOG voor bestuurders
De VOG wordt geen benoembaarheidsvereiste voor volksvertegenwoordigers, want dat zou een beperking van het passief kiesrecht zijn. Dit gaat wel gelden voor wethouders en gedeputeerden. Bij een VOG wordt er gekeken naar het justitiële verleden van de betreffende persoon en hoe bezwaarlijk dat verleden is voor de functie die hij of zij wil gaan uitoefenen. Dit gaat minder ver dan een screening, waarbij breder naar de persoon wordt gekeken.
- Het aanpassen en verduidelijken van de bepalingen onverenigbare betrekkingen, verboden handelingen en stemonthouding
Nu alle volksvertegenwoordigers - met uitzondering van de Tweede Kamer - hun werk in deeltijd doen, ligt belangenverstrengeling op de loer. In het wetsvoorstel zal een regeling komen waarin regels over bepalingen onverenigbare betrekkingen, verboden handelingen en stemonthouding op decentraal niveau verduidelijkt worden. De grens wordt getrokken bij het beïnvloeden van besluitvorming ten behoeve van individuele belangen.
- Het vergroten van de mogelijkheden voor de commissaris van de Koning om zich een oordeel te kunnen vormen over een situatie
Hierbij zal het Duitse ‘Unterrichtungsrecht’ (recht op informatie) als voorbeeld dienen. De bedoeling is vooral informatie te verkrijgen. Hoe dan ook dient er altijd proportioneel gehandeld te worden: er mag niet meer informatie opgevraagd worden dan noodzakelijk.
De Raad van State brengt over dit alles nu dus advies uit. De definitieve tekst van het wetsvoorstel en het Raad van State-advies worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Op 5 juni jl. heeft de ministerraad op voorstel van minister Ollongren van BZK ermee ingestemd om het wetsvoorstel voor het bevorderen van de integriteit van het decentraal bestuur naar de Raad van State te zenden. Met het wetsvoorstel wordt tegemoetgekomen aan de behoefte van lokale en regionale overheden aan nieuwe mogelijkheden om met bestuurlijke problemen en integriteitskwesties om te gaan. Lees in dit artikel de drie punten die in ieder geval worden opgenomen in het wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel moet leiden tot wijzigingen van in het bijzonder de Gemeentewet en Provinciewet. Daarbij gaat het in ieder geval om het volgende:
- Het verplicht stellen van een VOG voor bestuurders
De VOG wordt geen benoembaarheidsvereiste voor volksvertegenwoordigers, want dat zou een beperking van het passief kiesrecht zijn. Dit gaat wel gelden voor wethouders en gedeputeerden. Bij een VOG wordt er gekeken naar het justitiële verleden van de betreffende persoon en hoe bezwaarlijk dat verleden is voor de functie die hij of zij wil gaan uitoefenen. Dit gaat minder ver dan een screening, waarbij breder naar de persoon wordt gekeken.
- Het aanpassen en verduidelijken van de bepalingen onverenigbare betrekkingen, verboden handelingen en stemonthouding
Nu alle volksvertegenwoordigers - met uitzondering van de Tweede Kamer - hun werk in deeltijd doen, ligt belangenverstrengeling op de loer. In het wetsvoorstel zal een regeling komen waarin regels over bepalingen onverenigbare betrekkingen, verboden handelingen en stemonthouding op decentraal niveau verduidelijkt worden. De grens wordt getrokken bij het beïnvloeden van besluitvorming ten behoeve van individuele belangen.
- Het vergroten van de mogelijkheden voor de commissaris van de Koning om zich een oordeel te kunnen vormen over een situatie
Hierbij zal het Duitse ‘Unterrichtungsrecht’ (recht op informatie) als voorbeeld dienen. De bedoeling is vooral informatie te verkrijgen. Hoe dan ook dient er altijd proportioneel gehandeld te worden: er mag niet meer informatie opgevraagd worden dan noodzakelijk.
De Raad van State brengt over dit alles nu dus advies uit. De definitieve tekst van het wetsvoorstel en het Raad van State-advies worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.