FAQ aanbestedingsplicht voor woningcorporaties deel 3

 26 november 2021 | Blog

In deze FAQ-serie gaan we in op veelgestelde vragen over de mogelijke aanbestedingsplicht.

De mogelijke Europese aanbestedingsplicht voor corporaties staat volop in de aandacht. In deze FAQ-blogserie gaan we in op veel gestelde vragen.

Deze keer gaan we in op de veelgestelde vraag wanneer er sprake is van een overheidsopdracht en/of alle overheidsopdrachten hetzelfde zijn.

Een overheidsopdracht?

Het begrip overheidsopdracht lijkt verwarrend voor de corporatiesector. Als corporaties als aanbestedende dienst worden gezien moeten zij de ‘overheidsopdrachten’ gaan aanbesteden. Een overheidsopdracht is kort gezegd een schriftelijke afspraak voor de levering van een dienst, product of werk waar een (in rechte) afdwingbare tegenprestatie tegenover staat. Is er aan één van deze eisen niet voldaan, bijvoorbeeld omdat er geen sprake is van een afdwingbare tegenprestatie, dan is er geen sprake van een overheidsopdracht en dus ook niet van een aanbestedingsplicht.

Als  er wel sprake is van een overheidsopdracht, is het relevant of het gaat om een opdracht voor werken, leveringen of diensten. De aanbestedingsdrempel hangt af van deze kwalificatie.

Alles in één aanbesteden?

Woningcorporaties houden zich onder meer, zo niet hoofdzakelijk bezig met de realisatie en exploitatie van woonruimte. Hierbij komen logischerwijs verschillende leveringen, diensten en werkzaamheden kijken. Zo zal er een fundering moeten worden gelegd, kan er sprake zijn van onderhoudswerkzaamheden (bijvoorbeeld schilderwerk) en worden er bijvoorbeeld brievenbussen geleverd.

Wanneer zowel diensten als goederen worden geleverd als een bouwwerk wordt gerealiseerd moet een aanbestedende dienst beoordelen of de opdracht opgedeeld kan worden in kleinere opdrachten (zij mag de opdracht niet onnodig samenvoegen).

Op deze manier worden de opdrachten voor meer partijen aantrekkelijk, bijvoorbeeld omdat het MKB een betere kans geboden wordt om mee te dingen. Ook gespecialiseerde partijen die bijvoorbeeld wel groenonderhoud verrichten, maar geen funderingen leggen, kunnen makkelijker meedingen naar een gesplitste opdracht.

Een aanbestedende dienst mag de aanbestedingsregels echter niet omzeilen door een opdracht te splitsen met als doel onder de aanbestedingsdrempels te blijven.

Om de reikwijdte van een opdracht te bepalen is relevant of het resultaat van de opdracht eenzelfde economische of technische functie vervult. Zo ja, dan is sprake van één opdracht. Het Hof van Justitie van de EU (‘het Hof’) heeft dit criterium ruim uitgelegd. In de zaak Aroux/Roanne (C-220/05) oordeelde het Hof bijvoorbeeld dat de bouw van een bioscoop, bedrijfsruimten, parkeerterrein, toegangswegen en openbare ruimten als één overheidsopdracht voor werken moest worden aangemerkt. Al deze onderdelen zouden namelijk leiden tot de realisatie van één recreatiepark. Om die reden vervulde het recreatiepark één economische functie en was er dus sprake van één opdracht voor werken.

De aanbestedende dienst moet motiveren waarom een opdracht niet gesplitst kan worden op grond van objectieve redenen die van technische of economische aard zijn. Een beleidsmatige voorkeur is dus niet voldoende. Bijvoorbeeld één opdracht om alle voordeuren in een straat te verven, zal waarschijnlijk toelaatbaar zijn vanwege de technische en economische eenduidigheid van de te verrichten activiteiten. Het samenvoegen van een opdracht om voordeuren te verven en om tuinen te onderhouden zal daarentegen niet toelaatbaar zijn. In veel gevallen ligt de afbakening voor de hand, maar het zal lastiger zijn wanneer er sprake is van een gemengde opdracht. Bijvoorbeeld bij de bouw van een appartementencomplex inclusief de installatie van leidingen, kabels en de levering van inbouwkeukens en -sanitair.

Als er sprake is van een gemengde opdracht, moet worden beoordeeld wat het hoofdvoorwerp van de opdracht is. Dit kan aan de hand van de technische of economische functie zoals hierboven besproken, of aan de hand van de financiële omvang van de deelvoorwerpen. In dit geval beoordeelt de aanbestedende dienst welk segment (leveringen, werken of diensten) het grootst is. Het segment met de hoogste waarde bepaalt dan of de opdracht als werk, levering of dienst moet worden gekwalificeerd en welke drempelwaarde geldt.

Tips voor de praktijk

Met grote stappen snel thuis in een “alles in één”-aanbesteding zal niet snel mogelijk zijn, maar de beoordeling of er sprake is van één opdracht is in de praktijk zeer casuïstisch van aard. Bovendien is jurisprudentie op dit punt wisselend. Hierdoor ontstaat enige beoordelingsruimte voor aanbestedende diensten, mits de motivering objectief is en berust op technische of economische gronden.

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Aarzel dan niet contact met ons op te nemen.

De mogelijke Europese aanbestedingsplicht voor corporaties staat volop in de aandacht. In deze FAQ-blogserie gaan we in op veel gestelde vragen.

Deze keer gaan we in op de veelgestelde vraag wanneer er sprake is van een overheidsopdracht en/of alle overheidsopdrachten hetzelfde zijn.

Een overheidsopdracht?

Het begrip overheidsopdracht lijkt verwarrend voor de corporatiesector. Als corporaties als aanbestedende dienst worden gezien moeten zij de ‘overheidsopdrachten’ gaan aanbesteden. Een overheidsopdracht is kort gezegd een schriftelijke afspraak voor de levering van een dienst, product of werk waar een (in rechte) afdwingbare tegenprestatie tegenover staat. Is er aan één van deze eisen niet voldaan, bijvoorbeeld omdat er geen sprake is van een afdwingbare tegenprestatie, dan is er geen sprake van een overheidsopdracht en dus ook niet van een aanbestedingsplicht.

Als  er wel sprake is van een overheidsopdracht, is het relevant of het gaat om een opdracht voor werken, leveringen of diensten. De aanbestedingsdrempel hangt af van deze kwalificatie.

Alles in één aanbesteden?

Woningcorporaties houden zich onder meer, zo niet hoofdzakelijk bezig met de realisatie en exploitatie van woonruimte. Hierbij komen logischerwijs verschillende leveringen, diensten en werkzaamheden kijken. Zo zal er een fundering moeten worden gelegd, kan er sprake zijn van onderhoudswerkzaamheden (bijvoorbeeld schilderwerk) en worden er bijvoorbeeld brievenbussen geleverd.

Wanneer zowel diensten als goederen worden geleverd als een bouwwerk wordt gerealiseerd moet een aanbestedende dienst beoordelen of de opdracht opgedeeld kan worden in kleinere opdrachten (zij mag de opdracht niet onnodig samenvoegen).

Op deze manier worden de opdrachten voor meer partijen aantrekkelijk, bijvoorbeeld omdat het MKB een betere kans geboden wordt om mee te dingen. Ook gespecialiseerde partijen die bijvoorbeeld wel groenonderhoud verrichten, maar geen funderingen leggen, kunnen makkelijker meedingen naar een gesplitste opdracht.

Een aanbestedende dienst mag de aanbestedingsregels echter niet omzeilen door een opdracht te splitsen met als doel onder de aanbestedingsdrempels te blijven.

Om de reikwijdte van een opdracht te bepalen is relevant of het resultaat van de opdracht eenzelfde economische of technische functie vervult. Zo ja, dan is sprake van één opdracht. Het Hof van Justitie van de EU (‘het Hof’) heeft dit criterium ruim uitgelegd. In de zaak Aroux/Roanne (C-220/05) oordeelde het Hof bijvoorbeeld dat de bouw van een bioscoop, bedrijfsruimten, parkeerterrein, toegangswegen en openbare ruimten als één overheidsopdracht voor werken moest worden aangemerkt. Al deze onderdelen zouden namelijk leiden tot de realisatie van één recreatiepark. Om die reden vervulde het recreatiepark één economische functie en was er dus sprake van één opdracht voor werken.

De aanbestedende dienst moet motiveren waarom een opdracht niet gesplitst kan worden op grond van objectieve redenen die van technische of economische aard zijn. Een beleidsmatige voorkeur is dus niet voldoende. Bijvoorbeeld één opdracht om alle voordeuren in een straat te verven, zal waarschijnlijk toelaatbaar zijn vanwege de technische en economische eenduidigheid van de te verrichten activiteiten. Het samenvoegen van een opdracht om voordeuren te verven en om tuinen te onderhouden zal daarentegen niet toelaatbaar zijn. In veel gevallen ligt de afbakening voor de hand, maar het zal lastiger zijn wanneer er sprake is van een gemengde opdracht. Bijvoorbeeld bij de bouw van een appartementencomplex inclusief de installatie van leidingen, kabels en de levering van inbouwkeukens en -sanitair.

Als er sprake is van een gemengde opdracht, moet worden beoordeeld wat het hoofdvoorwerp van de opdracht is. Dit kan aan de hand van de technische of economische functie zoals hierboven besproken, of aan de hand van de financiële omvang van de deelvoorwerpen. In dit geval beoordeelt de aanbestedende dienst welk segment (leveringen, werken of diensten) het grootst is. Het segment met de hoogste waarde bepaalt dan of de opdracht als werk, levering of dienst moet worden gekwalificeerd en welke drempelwaarde geldt.

Tips voor de praktijk

Met grote stappen snel thuis in een “alles in één”-aanbesteding zal niet snel mogelijk zijn, maar de beoordeling of er sprake is van één opdracht is in de praktijk zeer casuïstisch van aard. Bovendien is jurisprudentie op dit punt wisselend. Hierdoor ontstaat enige beoordelingsruimte voor aanbestedende diensten, mits de motivering objectief is en berust op technische of economische gronden.

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Aarzel dan niet contact met ons op te nemen.

Gerelateerde expertises