Wijzigingen Warmtewet per 1 januari 2020

 1 januari 2020 | Blog

Een nieuw jaar, een nieuwe versie van de Warmtewet. En op de valreep een nieuwe Kamerbrief van minister Wiebes over de Warmtewet 2.0. Tijd weer dus voor een Warmtewet-update met hieronder de belangrijkste wijzigingen van de huidige Warmtewet. In een eerder blog beschreven wij overigens de op 1 juli 2019 in werking getreden wijzigingen.

In het kort:

  • Het beschermingsbereik van de Warmtewet wordt verruimd door:

    • de verruiming van de definitie 'gebruiker' (bescherming verschillende 'doorleveranciers'); en

    • wijzigingen in tariefregulering (o.a. tarief voor koude, eenmalige aansluitkosten, afsluitkosten en kosten voor het ter beschikkingstellen van de afleverset)

  • Check of gesloten / te sluiten overeenkomsten in lijn zijn met deze wijzigingen!

Belangrijkste wijzigingen Warmtewet 1/1/2020
De planning voor de inwerkingtreding van de Warmtewet 2.0 is 1 januari 2022. Maar volgens de Minister is dit ‘uiterst ambitieus’, en tot die tijd moeten we het met de huidige Warmtewet doen. En die is op 1 januari 2020 dus op een paar punten ingrijpend gewijzigd.  

Verruiming definitie ‘verbruiker’
Ten eerste is de definitie van ‘verbruiker’ behoorlijk verruimd. Een verbruiker is niet meer alleen een (natuurlijke of rechts-)persoon die warmte afneemt van een warmtenet en een aansluiting heeft van maximaal 100 kilowatt. Sinds 1 januari ben je verbruiker als je warmte afneemt van een warmtenet (of een inpandig leidingstelsel) en:

  • een individuele aansluiting hebt van maximaal 100 kilowatt, of
  • een centrale aansluiting hebt van meer dan 100 kilowatt (N.B. dit wordt aangepast, zie hier onder ‘Onderdeel B’) en warmte levert aan iemand met een individuele aansluiting van maximaal 100 kilowatt en:

    • verhuurder bent van die persoon waaraan je warmte levert (die dan dus ‘jouw huurder’ is), of
    • een VVE of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm bent waarbij iemand met een individuele aansluiting van maximaal 100 kilowatt is aangesloten.

Een flinke beslisboom, maar de essentie is dat nu ook verschillende ‘doorleveranciers’ beschermd worden. Koop je bijvoorbeeld als verhuurder met een centrale aansluiting warmte in om aan je huurders door te leveren, dan geldt voor die (ingekochte) warmte een door de ACM vast te stellen maximumtarief (art. 3 lid 4 Warmtebesluit). Overeengekomen tarieven die hoger zijn dan dit maximumtarief, worden dan automatisch op het maximumtarief gesteld (art. 5 lid 4 Warmtewet). Het teveel betaalde (lees: het meerdere boven wat je zou moeten betalen op grond van het door de ACM vastgestelde maximumtarief) kan dan worden teruggevorderd. Of de tarieven vóór of na 1 januari 2020 zijn overeengekomen, maakt niet uit.

Wijzigingen tariefregulering
Ook zijn flinke wijzigingen in de tariefregulering doorgevoerd. Zo heeft de ACM nu de taak en de bevoegdheid om maximumprijzen vast te stellen voor (i) verschillende categorieën geleverde warmte (art. 5 lid 7 Warmtewet jo. art. 1a Warmtebesluit) en ook (ii) koude. De maximumprijs voor koude geldt overigens alleen als een verbruiker bij het aangaan van de leveringsovereenkomst niet de vrije keuze heeft om alleen koude af te nemen van het systeem (art. 1a lid 2 Warmtebesluit). Als een verbruiker (wel) vrij kan kiezen, is de prijs van die koude niet gereguleerd. 

Daarnaast worden de volgende kosten / bijdragen gereguleerd:

  • de kosten voor afsluiting (art. 4a Warmtewet jo. art. 5a Warmtebesluit);
  • de kosten voor het beschikbaar stellen van afleversets (art. 8 Warmtewet jo art. 5b Warmtebesluit en zie ook dit wetsvoorstel); en
  • de eenmalige aansluitbijdrage (art. 6 Warmtewet jo. art. 5 Warmtebesluit).

Vooral (c) is van belang. Reden dat de aansluitbijdrage wordt gereguleerd, is namelijk dat regelmatig ‘eenmalige’ aansluitbijdragen in rekening werden gebracht die helemaal niet zo eenmalig waren (zie bijvoorbeeld dit – door de Hoge Raad in stand gelatenarrest). Ook kwam veel voor dat hoge (aansluit)bijdragen in rekening werden gebracht om tekorten in businesscases op te lossen. Dit wil de wetgever niet meer; de aansluitbijdrage moet alleen nog zien op kosten die worden gemaakt om iemand aan te sluiten en ook echt eenmalig zijn. Daarom gelden nu voor alle nieuwe aansluitingen (tot 1 januari was alleen de bijdrage voor een nieuwe aansluiting op een bestaand warmtenet gereguleerd) maximumtarieven die gebaseerd zijn op de (gemiddelde) kosten van een aansluiting.

Lastig punt met de aansluitbijdrage is wel dat (warmte-)leveranciers niet verplicht zijn verbruikers aan te sluiten. Als een verbruiker verzoekt om aansluiting, betekent dat dus nog niet dat de leverancier hem (voor het gereguleerde tarief) moet aansluiten. Leveranciers zullen dus moeten worden ‘overgehaald’, wat waarschijnlijk (en logischerwijs) betekent dat het tekort op businesscases op een andere manier/onder een andere noemer wordt opgelost. Volgens de wetgever staat het partijen ook vrij om hier op een andere manier afspraken over te maken en deze kosten door te rekenen, alleen mag de leverancier daar het labeltje ‘aansluitbijdrage’ niet meer op plakken. Mogelijk wordt dit punt overigens in de Warmtewet 2.0 opgelost. Uit de Kamerbrief volgt namelijk dat één van de uitgangspunten van de Warmtewet 2.0 is dat leveranciers verplicht gaan worden om verbruikers aan te sluiten. Maar daar komen we in een apart blog op terug.  

Afsluiting
Binnen een half jaar twee ronden met ingrijpende wijzigingen van de Warmtewet. Bij de wijzigingen die op 1 januari jl. in werking zijn getreden, is vooral belangrijk dat het beschermingsbereik van de Warmtewet is uitgebreid. Ook voor levering van warmte aan verschillende ‘doorleveranciers’ gelden nu maximumtarieven en kosten voor aansluiting, afsluiting en het beschikbaar stellen van afleversets zijn nu ook gereguleerd. Check dus goed of gesloten en te sluiten overeenkomsten in lijn zijn met de (gewijzigde) Warmtewet en er (dus) geen te hoge tarieven in rekening worden gebracht.   

Overigens zijn nog niet alle wijzigingen van de Warmtewet in werking getreden; wanneer art. 1b Warmtewet, met daarin een experimenteerbevoegdheid voor de Minister, in werking treedt is namelijk nog altijd niet duidelijk (zie hier, slot). En als de wijzigingen van de huidige Warmtewet dan eindelijk allemaal in werking zijn getreden, staat de consultatie van de Warmtewet 2.0 waarschijnlijk al voor de deur. De Warmtewet blijft een wet in beweging.

Wilt u meer weten over warmte(netten) of de Warmtewet? Neem dan contact op met Keesjan Meijering. 

Een nieuw jaar, een nieuwe versie van de Warmtewet. En op de valreep een nieuwe Kamerbrief van minister Wiebes over de Warmtewet 2.0. Tijd weer dus voor een Warmtewet-update met hieronder de belangrijkste wijzigingen van de huidige Warmtewet. In een eerder blog beschreven wij overigens de op 1 juli 2019 in werking getreden wijzigingen.

In het kort:

  • Het beschermingsbereik van de Warmtewet wordt verruimd door:

    • de verruiming van de definitie 'gebruiker' (bescherming verschillende 'doorleveranciers'); en

    • wijzigingen in tariefregulering (o.a. tarief voor koude, eenmalige aansluitkosten, afsluitkosten en kosten voor het ter beschikkingstellen van de afleverset)

  • Check of gesloten / te sluiten overeenkomsten in lijn zijn met deze wijzigingen!

Belangrijkste wijzigingen Warmtewet 1/1/2020
De planning voor de inwerkingtreding van de Warmtewet 2.0 is 1 januari 2022. Maar volgens de Minister is dit ‘uiterst ambitieus’, en tot die tijd moeten we het met de huidige Warmtewet doen. En die is op 1 januari 2020 dus op een paar punten ingrijpend gewijzigd.  

Verruiming definitie ‘verbruiker’
Ten eerste is de definitie van ‘verbruiker’ behoorlijk verruimd. Een verbruiker is niet meer alleen een (natuurlijke of rechts-)persoon die warmte afneemt van een warmtenet en een aansluiting heeft van maximaal 100 kilowatt. Sinds 1 januari ben je verbruiker als je warmte afneemt van een warmtenet (of een inpandig leidingstelsel) en:

  • een individuele aansluiting hebt van maximaal 100 kilowatt, of
  • een centrale aansluiting hebt van meer dan 100 kilowatt (N.B. dit wordt aangepast, zie hier onder ‘Onderdeel B’) en warmte levert aan iemand met een individuele aansluiting van maximaal 100 kilowatt en:

    • verhuurder bent van die persoon waaraan je warmte levert (die dan dus ‘jouw huurder’ is), of
    • een VVE of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm bent waarbij iemand met een individuele aansluiting van maximaal 100 kilowatt is aangesloten.

Een flinke beslisboom, maar de essentie is dat nu ook verschillende ‘doorleveranciers’ beschermd worden. Koop je bijvoorbeeld als verhuurder met een centrale aansluiting warmte in om aan je huurders door te leveren, dan geldt voor die (ingekochte) warmte een door de ACM vast te stellen maximumtarief (art. 3 lid 4 Warmtebesluit). Overeengekomen tarieven die hoger zijn dan dit maximumtarief, worden dan automatisch op het maximumtarief gesteld (art. 5 lid 4 Warmtewet). Het teveel betaalde (lees: het meerdere boven wat je zou moeten betalen op grond van het door de ACM vastgestelde maximumtarief) kan dan worden teruggevorderd. Of de tarieven vóór of na 1 januari 2020 zijn overeengekomen, maakt niet uit.

Wijzigingen tariefregulering
Ook zijn flinke wijzigingen in de tariefregulering doorgevoerd. Zo heeft de ACM nu de taak en de bevoegdheid om maximumprijzen vast te stellen voor (i) verschillende categorieën geleverde warmte (art. 5 lid 7 Warmtewet jo. art. 1a Warmtebesluit) en ook (ii) koude. De maximumprijs voor koude geldt overigens alleen als een verbruiker bij het aangaan van de leveringsovereenkomst niet de vrije keuze heeft om alleen koude af te nemen van het systeem (art. 1a lid 2 Warmtebesluit). Als een verbruiker (wel) vrij kan kiezen, is de prijs van die koude niet gereguleerd. 

Daarnaast worden de volgende kosten / bijdragen gereguleerd:

  • de kosten voor afsluiting (art. 4a Warmtewet jo. art. 5a Warmtebesluit);
  • de kosten voor het beschikbaar stellen van afleversets (art. 8 Warmtewet jo art. 5b Warmtebesluit en zie ook dit wetsvoorstel); en
  • de eenmalige aansluitbijdrage (art. 6 Warmtewet jo. art. 5 Warmtebesluit).

Vooral (c) is van belang. Reden dat de aansluitbijdrage wordt gereguleerd, is namelijk dat regelmatig ‘eenmalige’ aansluitbijdragen in rekening werden gebracht die helemaal niet zo eenmalig waren (zie bijvoorbeeld dit – door de Hoge Raad in stand gelatenarrest). Ook kwam veel voor dat hoge (aansluit)bijdragen in rekening werden gebracht om tekorten in businesscases op te lossen. Dit wil de wetgever niet meer; de aansluitbijdrage moet alleen nog zien op kosten die worden gemaakt om iemand aan te sluiten en ook echt eenmalig zijn. Daarom gelden nu voor alle nieuwe aansluitingen (tot 1 januari was alleen de bijdrage voor een nieuwe aansluiting op een bestaand warmtenet gereguleerd) maximumtarieven die gebaseerd zijn op de (gemiddelde) kosten van een aansluiting.

Lastig punt met de aansluitbijdrage is wel dat (warmte-)leveranciers niet verplicht zijn verbruikers aan te sluiten. Als een verbruiker verzoekt om aansluiting, betekent dat dus nog niet dat de leverancier hem (voor het gereguleerde tarief) moet aansluiten. Leveranciers zullen dus moeten worden ‘overgehaald’, wat waarschijnlijk (en logischerwijs) betekent dat het tekort op businesscases op een andere manier/onder een andere noemer wordt opgelost. Volgens de wetgever staat het partijen ook vrij om hier op een andere manier afspraken over te maken en deze kosten door te rekenen, alleen mag de leverancier daar het labeltje ‘aansluitbijdrage’ niet meer op plakken. Mogelijk wordt dit punt overigens in de Warmtewet 2.0 opgelost. Uit de Kamerbrief volgt namelijk dat één van de uitgangspunten van de Warmtewet 2.0 is dat leveranciers verplicht gaan worden om verbruikers aan te sluiten. Maar daar komen we in een apart blog op terug.  

Afsluiting
Binnen een half jaar twee ronden met ingrijpende wijzigingen van de Warmtewet. Bij de wijzigingen die op 1 januari jl. in werking zijn getreden, is vooral belangrijk dat het beschermingsbereik van de Warmtewet is uitgebreid. Ook voor levering van warmte aan verschillende ‘doorleveranciers’ gelden nu maximumtarieven en kosten voor aansluiting, afsluiting en het beschikbaar stellen van afleversets zijn nu ook gereguleerd. Check dus goed of gesloten en te sluiten overeenkomsten in lijn zijn met de (gewijzigde) Warmtewet en er (dus) geen te hoge tarieven in rekening worden gebracht.   

Overigens zijn nog niet alle wijzigingen van de Warmtewet in werking getreden; wanneer art. 1b Warmtewet, met daarin een experimenteerbevoegdheid voor de Minister, in werking treedt is namelijk nog altijd niet duidelijk (zie hier, slot). En als de wijzigingen van de huidige Warmtewet dan eindelijk allemaal in werking zijn getreden, staat de consultatie van de Warmtewet 2.0 waarschijnlijk al voor de deur. De Warmtewet blijft een wet in beweging.

Wilt u meer weten over warmte(netten) of de Warmtewet? Neem dan contact op met Keesjan Meijering. 

Gerelateerde expertises