Wmcz 2018: welk scenario is straks op uw zorgorganisatie van toepassing?

7 mei 2020 | Blog

Vanaf 1 juli 2020 treedt de Wet medezeggenschap zorginstellingen 2018 (‘Wmcz 2018)’ in werking. Deze wet vervangt de huidige Wmcz. De Wmcz 2018 beoogt verbeteringen aan te brengen in het stelsel van medezeggenschap in zorginstellingen. Een belangrijke wijziging betreft het toepassingsbereik. De huidige koppeling met de WTZi-toelating komt te vervallen. Het nieuwe toepassingsbereik kan tot gevolg hebben dat zorginstellingen die nu over een cliëntenraad beschikken, er straks geen meer hoeven te hebben. Maar ook andersom. Wat betekent dit voor uw zorgorganisatie? In deze blog schetsen wij eerst kort het toepassingsbereik van de Wmcz 2018, waarna wij drie scenario’s met een aantal juridische aandachtspunten bespreken.

Toepassingsbereik Wmcz 2018

Een zorgaanbieder in de zin van artikel 1 lid 1 Wkkgz moet een cliëntenraad instellen als er meer dan tien, of voor aanbieders van bepaalde vormen van ambulante zorg meer dan vijfentwintig, natuurlijke personen binnen de instelling zorg verlenen. Het Besluit Wmcz 2018 specificeert welke instellingen niet onder de Wmcz 2018 vallen, bijvoorbeeld zelfstandig werkende laboratoria, en welke instellingen in aanmerking komen voor de hogere drempel van ‘meer dan vijfentwintig personen die zorg verlenen’. De verhoogde drempel geldt onder meer voor instellingen als huisartsenpraktijken, verloskundigenpraktijken, kraamzorginstellingen, fysiotherapie- en tandartsenpraktijken.

De verschillende scenario’s onder Wmcz 2018

Scenario 1: nu een cliëntenraad, straks niet meer verplicht

De zorginstelling die op basis van het aantal zorgverleners in de zorginstelling niet langer verplicht is een cliëntenraad in te stellen of is uitgezonderd in het Besluit Wmcz 2018, moet afwegen of zij de cliëntenraad vrijwillig in stand laat of ontbindt. De Wmcz 2018 bevat ten aanzien van dit onderwerp een aantal voorwaarden.

Deze voorwaarden gelden in principe alleen voor zorginstellingen die op basis van het aantal zorgverleners in de instelling niet langer verplicht zijn een cliëntenraad in te stellen. De voorwaarden gelden dus niet voor zorginstellingen die ingevolge het Besluit Wmcz 2018 zijn uitgezonderd, tenzij zij ervoor kiezen de bepalingen uit de Wmcz 2018 vrijwillig in acht te nemen.

Op grond van de Wmcz 2018 moet de zorginstelling bij ontbinding van de cliëntenraad deze gedurende ten minste drie maanden na de mededeling daartoe in stand houden. Bij een besluit tot instandhouding van de cliëntenraad is er weliswaar sprake van vrijwilligheid, maar als een zorginstelling eenmaal kiest voor een cliëntenraad is de vrijblijvend voorbij.

De zorginstelling moet er namelijk bedacht op zijn dat enkele bepalingen uit de Wmcz 2018 onverkort van toepassing zijn als de zorginstelling er vrijwillig voor kiest de cliëntenraad te behouden of in te stellen. Dit betreffen onder meer bepalingen over het vastleggen van de samenstelling van de cliëntenraad, waarover en de wijze waarop de cliëntenraad medezeggenschap heeft, en het instellen van een commissie van vertrouwenslieden.

Daarnaast geldt ook voor deze vrijwillig in stand gehouden of ingestelde cliëntenraad dat ontbinding daarvan uitsluitend mogelijk is op grond van een belangrijke wijziging van de omstandigheden of het structureel tekortschieten in de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de cliënten. Het bestuur kan aldus niet ‘zo maar’ afscheid nemen van een vrijwillig in stand gehouden of ingestelde cliëntenraad.

Scenario 2: nu een cliëntenraad, straks ook

In dit scenario kan de zorginstelling de cliëntenraad in de huidige vorm behouden, maar moet zij vanuit juridisch perspectief binnen zes maanden na inwerkingtreding van de Wmcz 2018 een aantal zaken regelen. Niet alleen om aan de wettelijke eisen te voldoen, maar ook om te voorkomen dat de cliëntenraad meer rechten toekomt dan wettelijk gezien noodzakelijk is.

De zorginstelling moet de bestaande schriftelijke medezeggenschapsregeling actualiseren. Onder de Wmcz 2018 wijzigen de advies- en instemmingsrechten van de cliëntenraad. Die worden op sommige onderdelen uitgebreid, maar soms ook ingeperkt. Het huidige adviesrecht over de benoeming van een bestuurder wordt ingeperkt tot een adviesrecht over de profielschets (uitgezonderd: zorginstellingen gericht op langdurig verblijf). Als dat niet wordt aangepast, krijgt de cliëntenraad mogelijk ‘bovenwettelijke’ bevoegdheden.

Daarnaast moet in de medezeggenschapsregeling worden vastgelegd hoe bewerkstelligd wordt dat de voor het vervullen van de taak van de cliëntenraad benodigde informatie wordt verstrekt op een zodanige wijze dat deze voor de cliëntenraad begrijpelijk is. Ook moet de regeling voor bepaalde besluiten uitwerken op welke wijze de cliëntenraad wordt betrokken bij de voorbereiding van dat specifieke besluit.

De Wmcz 2018 bepaalt verder dat de kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de taakvervulling van de cliëntenraad voor rekening van de zorginstelling komen. De wet wijst in dat kader op (na)scholingskosten en kosten die gemaakt worden bij het inroepen van onafhankelijke ondersteuning en het voorleggen van een geschil of verzoek aan commissie van vertrouwenslieden. Hiervoor is niet de voorafgaande instemming van of kennisgeving aan de zorginstelling nodig. Dat laatste geldt wel voor kosten verband houdende met het voeren van rechtsgedingen. De zorginstelling kan in overeenstemming met de cliëntenraad jaarlijks een budget vaststellen dat de cliëntenraad vervolgens naar eigen inzicht kan besteden. Dat kan wenselijk zijn om grip op de kosten te kunnen houden.

Voor zorginstellingen waar cliënten in de regel langer dan een half jaar verblijven of die bij cliënten thuis zorg laten verlenen en die meerdere locaties in stand houden, gelden op sommige onderdelen afwijkende bepalingen. Die zorginstellingen zijn bijvoorbeeld verplicht voor elk van de locaties een cliëntenraad in te stellen, tenzij daar vanuit de cliënten of hun vertegenwoordigers geen behoefte aan bestaat of dit in redelijkheid voor een of meer van die locaties niet is aangewezen. Actieve inventarisatie vanuit de zorginstelling van de behoefte van de cliënten is dus aangewezen.

Scenario 3: nu geen cliëntenraad, straks wel verplicht

De Wmcz 2018 introduceert voor een aantal zorginstellingen de verplichting om een cliëntenraad in te stellen. Straks vallen ook onderaannemers, concernonderdelen en zorgprofessionals in de eerstelijns vrijgevestigde praktijk onder omstandigheden onder het toepassingsbereik van de Wmcz 2018. Opvallend is dat ook het medisch specialistisch bedrijf niet is uitgezonderd en dus een cliëntenraad moet instellen als daar meer dan tien natuurlijke personen zorg verlenen (zie ook dit blog).

In dit scenario moeten zorginstellingen nadenken over de werving en selectie van toekomstige leden van de cliëntenraad. Het bestuur van de zorginstelling kan een eigen raad samenstellen of dat samen met andere zorginstellingen doen. Ook kan het bestuur aansluiten bij reeds bestaande cliëntenraadcollectieven. Met name voor kleinere zorginstellingen brengen dergelijke collectieven financiële en organisatorische voordelen met zich mee.

Net als bij scenario 2 geldt ook hier dat voor zorginstellingen waar cliënten in de regel langer dan een half jaar verblijven of die bij cliënten thuis zorg laten verlenen en die meerdere locaties in stand houden, op sommige onderdelen afwijkende bepalingen gelden.

Wanneer moet dit alles geregeld zijn?

Als gezegd is 1 juli 2020 de datum waarop de nieuwe wet in werking treedt. Uit de Wmcz 2018 volgt dat de zorginstelling tot zes maanden na inwerkingtreding van de wet de tijd heeft een medezeggenschapsregeling vast te stellen die voldoet aan de in de Wmcz 2018 gestelde minimumeisen. Uiteraard kunnen zorginstellingen in de medezeggenschapsregeling meer bevoegdheden toekennen aan de cliëntenraad. De IGJ houdt toezicht op de naleving daarvan. Tegelijkertijd blijkt dat de soep niet zo heet wordt gegeten als die wordt opgediend. Verschillende brancheorganisaties publiceren op hun websites dat de IGJ vanwege corona niet direct actief zal handhaven op de nieuwe wettelijke bepalingen.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven