Coronavirus & Staatssteun: overheidsgaranties voorzien in liquiditeitsbehoeften

 26 maart 2020 | Blog

In deze blogreeks informeren wij u over de ontwikkelingen op het gebied van staatssteun en het coronavirus. Eerder bespraken wij de tijdelijke kaderregeling van de Europese Commissie, op grond waarvan de lidstaten kunnen voorzien in (de toegang tot) liquiditeit voor ondernemingen die getroffen worden door de COVID-19-pandemie. De tijdelijke kaderregeling werd op donderdag 19 maart 2020 aangenomen, en voorziet in vijf soorten steunregelingen. Sindsdien heeft de Europese Commissie meerdere steunregelingen van de lidstaten goedgekeurd. In dit blog gaan wij in op de mogelijkheid tot het verlenen van steun in de vorm van overheidsgaranties voor leningen.

Steun in de vorm van garanties

Volgens de Europese Commissie kan het voor een beperkte periode en een beperkte leensom verlenen van overheidsgaranties onder de huidige omstandigheden een passende, nodige en gerichte oplossing zijn. De Europese Commissie zal garantieregelingen van de lidstaten als verenigbaar met de interne markt beschouwen op grond van artikel 107(3)(b) Verdrag betreffende de Werken van de Europese Unie (VWEU), mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. De garantie wordt uiterlijk op 31 december 2020 toegekend. Immers is de tijdelijke kaderregeling in beginsel slechts van kracht tot 31 december 2020. De garantie zal voor die datum ook effectief moeten zijn, zo lijkt de bedoeling te zijn van de maatregel.
  2. De garantiepremie wordt op een minimumniveau vastgesteld. In beginsel geschiedt deze vaststelling overeenkomstig onderstaande tabel. Onder de tijdelijke kaderregeling is het de lidstaten echter ook toegestaan om onderstaande tabel als uitgangspunt te nemen, waarbij zij de looptijd, de prijsstelling en de garantiedekking kunnen afstemmen met verschillende variabelen (bijvoorbeeld: een lagere garantiedekking ter compensatie van een langere looptijd).

Soort ontvanger

Kredietrisico-opslag
Looptijd lening 1 jaar

Kredietrisico-opslag
Looptijd lening 2-3 jaar

Kredietrisico-opslag
Looptijd lening 4-6 jaar

Kleine en middelgrote ondernemingen

25 basispunten

50 basispunten

100 basispunten

Grote ondernemingen

50 basispunten

100 basispunten

200 basispunten

  1. De hoofdsom van de lening is gemaximaliseerd. De garantie zowel investerings- als werkkapitaalleningen betreffen. Voor leningen met een looptijd tot na 31 december 2020 bedraagt de hoofdsom van de lening niet meer dan

    A. Het dubbele van de jaarlijkse loonsom van de begunstigde onderneming; of

    B. 25% van de totale omzet van de begunstigde onderneming in 2019; of

    C. de (reële) liquiditeitsbehoefte voor de komende 18 maanden (kleine en middelgrote ondernemingen) of 12 maanden (grote ondernemingen), mits passend gemotiveerd en gebaseerd op zelfcertificering van de begunstigde onderneming.

Voor leningen met een looptijd tot 31 december 2020 mag het bedrag van de hoofdsom van de lening hoger zijn dan hierboven beschreven, mits passend gemotiveerd en de evenredigheid van de steun gewaarborgd blijft.

  1. De duur van de garantie wordt beperkt. De garantie mag voor maximaal 6 jaar worden verstrekt.
  2. De garantiedekking is gemaximaliseerd. De overheidsgarantie mag niet meer bedragen dan

    A. 90% van de hoofdsom van de lening, indien de verliezen evenredig en onder dezelfde voorwaarden door de bank en de lidstaat worden gedragen

    B. 35% van de hoofdsom van de lening, indien verliezen eerst door de lidstaat worden gedragen en daarna pas door de bank;

Wanneer de omvang van de lening mettertijd afneemt (bijvoorbeeld omdat de begunstigde onderneming start met terugbetalen) moet het gegarandeerde bedrag evenredig afnemen.

  1. De begunstigden waren niet in moeilijkheden vóór 31 december 2019. De garanties mogen worden verstrekt aan ondernemingen in moeilijkheden, voor zover zij ná 31 december 2019 in moeilijkheden kwamen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.
Goedkeuringen

Sinds 21 maart 2020 heeft de Europese Commissie op grond van de tijdelijke kaderregeling al meerdere garantieregelingen goedgekeurd.

Frankrijk heeft drie garantieregelingen aangemeld. De regelingen voorzien in garanties op leningen met een beperkte looptijd en hoofdsom, waarbij de Franse overheid maximaal 90% van het kredietrisico draagt.

Denemarken heeft een garantieregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen aangemeld. De regeling voorziet in garanties voor exploitatieleningen met een beperkte looptijd en hoofdsom, waarbij Denemarken maximaal 70% van het kredietrisico draagt.  

Portugal heeft vier garantieregelingen aangemeld voor kleine en middelgrote ondernemingen en midcaps (middelgrote beursgenoteerde ondernemingen) in specifieke sectoren (waaronder toerisme en horeca). De regelingen voorzien in garanties voor exploitatieleningen met een beperkte looptijd en hoofdsom, waarbij Portugal maximaal 90% van het kredietrisico draagt.

Letland heeft onder meer een garantieregeling aangemeld, waaronder ondernemingen tegen lage garantiepremies leningen met een beperkte looptijd en hoofdsom kunnen afsluiten. Per lening draagt Letland maximaal 50% van het kredietrisico.

Spanje heeft twee garantieregelingen aangemeld. Beide regeling voorzien in garanties voor exploitatieleningen. De eerste regeling staat open voor kleine en middelgrote, ondernemingen en ZZP’ers. De Spaanse overheid draagt hier maximaal 80% van het kredietrisico. De tweede regeling staat open voor grote ondernemingen. Hier draagt de Spaanse overheid maximaal 70% van het kredietrisico.

Duitsland heeft onder meer een garantieregeling aangemeld. De regeling voorziet in garanties voor zowel werkkapitaal- als investeringsleningen, en staat open voor alle ondernemingen. De Europese Commissie acht de regeling verenigbaar, mede omdat de hoofdsom van de lening wordt vastgesteld aan de hand van de (voorzienbare) liquiditeitsbehoeften van de onderneming, en een garantiepremie wordt betaald in lijn met de tijdelijke kaderregeling.

Conclusie

Inmiddels heeft de Europese Commissie van verschillende lidstaten goedgekeurd onder de tijdelijke kaderregeling. De lidstaten lijken tot op heden voornamelijk te kiezen voor het verstrekken van overheidsgaranties om te voorzien in de liquiditeitsbehoeften van ondernemingen. Sommige lidstaten (waaronder Duitsland) hebben al meerdere soorten regelingen aangemeld. Op het moment van schrijven is nog niets bekend over aanvullende steunmaatregelen van de Nederlandse overheid. In het vervolg van deze blogreeks informeren wij u over de verdere ontwikkelingen op dit gebied.

Heeft u vragen over staatssteun? Neem dan contact op met Pieter Kuypers of Tom Binder.

In deze blogreeks informeren wij u over de ontwikkelingen op het gebied van staatssteun en het coronavirus. Eerder bespraken wij de tijdelijke kaderregeling van de Europese Commissie, op grond waarvan de lidstaten kunnen voorzien in (de toegang tot) liquiditeit voor ondernemingen die getroffen worden door de COVID-19-pandemie. De tijdelijke kaderregeling werd op donderdag 19 maart 2020 aangenomen, en voorziet in vijf soorten steunregelingen. Sindsdien heeft de Europese Commissie meerdere steunregelingen van de lidstaten goedgekeurd. In dit blog gaan wij in op de mogelijkheid tot het verlenen van steun in de vorm van overheidsgaranties voor leningen.

Steun in de vorm van garanties

Volgens de Europese Commissie kan het voor een beperkte periode en een beperkte leensom verlenen van overheidsgaranties onder de huidige omstandigheden een passende, nodige en gerichte oplossing zijn. De Europese Commissie zal garantieregelingen van de lidstaten als verenigbaar met de interne markt beschouwen op grond van artikel 107(3)(b) Verdrag betreffende de Werken van de Europese Unie (VWEU), mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. De garantie wordt uiterlijk op 31 december 2020 toegekend. Immers is de tijdelijke kaderregeling in beginsel slechts van kracht tot 31 december 2020. De garantie zal voor die datum ook effectief moeten zijn, zo lijkt de bedoeling te zijn van de maatregel.
  2. De garantiepremie wordt op een minimumniveau vastgesteld. In beginsel geschiedt deze vaststelling overeenkomstig onderstaande tabel. Onder de tijdelijke kaderregeling is het de lidstaten echter ook toegestaan om onderstaande tabel als uitgangspunt te nemen, waarbij zij de looptijd, de prijsstelling en de garantiedekking kunnen afstemmen met verschillende variabelen (bijvoorbeeld: een lagere garantiedekking ter compensatie van een langere looptijd).

Soort ontvanger

Kredietrisico-opslag
Looptijd lening 1 jaar

Kredietrisico-opslag
Looptijd lening 2-3 jaar

Kredietrisico-opslag
Looptijd lening 4-6 jaar

Kleine en middelgrote ondernemingen

25 basispunten

50 basispunten

100 basispunten

Grote ondernemingen

50 basispunten

100 basispunten

200 basispunten

  1. De hoofdsom van de lening is gemaximaliseerd. De garantie zowel investerings- als werkkapitaalleningen betreffen. Voor leningen met een looptijd tot na 31 december 2020 bedraagt de hoofdsom van de lening niet meer dan

    A. Het dubbele van de jaarlijkse loonsom van de begunstigde onderneming; of

    B. 25% van de totale omzet van de begunstigde onderneming in 2019; of

    C. de (reële) liquiditeitsbehoefte voor de komende 18 maanden (kleine en middelgrote ondernemingen) of 12 maanden (grote ondernemingen), mits passend gemotiveerd en gebaseerd op zelfcertificering van de begunstigde onderneming.

Voor leningen met een looptijd tot 31 december 2020 mag het bedrag van de hoofdsom van de lening hoger zijn dan hierboven beschreven, mits passend gemotiveerd en de evenredigheid van de steun gewaarborgd blijft.

  1. De duur van de garantie wordt beperkt. De garantie mag voor maximaal 6 jaar worden verstrekt.
  2. De garantiedekking is gemaximaliseerd. De overheidsgarantie mag niet meer bedragen dan

    A. 90% van de hoofdsom van de lening, indien de verliezen evenredig en onder dezelfde voorwaarden door de bank en de lidstaat worden gedragen

    B. 35% van de hoofdsom van de lening, indien verliezen eerst door de lidstaat worden gedragen en daarna pas door de bank;

Wanneer de omvang van de lening mettertijd afneemt (bijvoorbeeld omdat de begunstigde onderneming start met terugbetalen) moet het gegarandeerde bedrag evenredig afnemen.

  1. De begunstigden waren niet in moeilijkheden vóór 31 december 2019. De garanties mogen worden verstrekt aan ondernemingen in moeilijkheden, voor zover zij ná 31 december 2019 in moeilijkheden kwamen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.
Goedkeuringen

Sinds 21 maart 2020 heeft de Europese Commissie op grond van de tijdelijke kaderregeling al meerdere garantieregelingen goedgekeurd.

Frankrijk heeft drie garantieregelingen aangemeld. De regelingen voorzien in garanties op leningen met een beperkte looptijd en hoofdsom, waarbij de Franse overheid maximaal 90% van het kredietrisico draagt.

Denemarken heeft een garantieregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen aangemeld. De regeling voorziet in garanties voor exploitatieleningen met een beperkte looptijd en hoofdsom, waarbij Denemarken maximaal 70% van het kredietrisico draagt.  

Portugal heeft vier garantieregelingen aangemeld voor kleine en middelgrote ondernemingen en midcaps (middelgrote beursgenoteerde ondernemingen) in specifieke sectoren (waaronder toerisme en horeca). De regelingen voorzien in garanties voor exploitatieleningen met een beperkte looptijd en hoofdsom, waarbij Portugal maximaal 90% van het kredietrisico draagt.

Letland heeft onder meer een garantieregeling aangemeld, waaronder ondernemingen tegen lage garantiepremies leningen met een beperkte looptijd en hoofdsom kunnen afsluiten. Per lening draagt Letland maximaal 50% van het kredietrisico.

Spanje heeft twee garantieregelingen aangemeld. Beide regeling voorzien in garanties voor exploitatieleningen. De eerste regeling staat open voor kleine en middelgrote, ondernemingen en ZZP’ers. De Spaanse overheid draagt hier maximaal 80% van het kredietrisico. De tweede regeling staat open voor grote ondernemingen. Hier draagt de Spaanse overheid maximaal 70% van het kredietrisico.

Duitsland heeft onder meer een garantieregeling aangemeld. De regeling voorziet in garanties voor zowel werkkapitaal- als investeringsleningen, en staat open voor alle ondernemingen. De Europese Commissie acht de regeling verenigbaar, mede omdat de hoofdsom van de lening wordt vastgesteld aan de hand van de (voorzienbare) liquiditeitsbehoeften van de onderneming, en een garantiepremie wordt betaald in lijn met de tijdelijke kaderregeling.

Conclusie

Inmiddels heeft de Europese Commissie van verschillende lidstaten goedgekeurd onder de tijdelijke kaderregeling. De lidstaten lijken tot op heden voornamelijk te kiezen voor het verstrekken van overheidsgaranties om te voorzien in de liquiditeitsbehoeften van ondernemingen. Sommige lidstaten (waaronder Duitsland) hebben al meerdere soorten regelingen aangemeld. Op het moment van schrijven is nog niets bekend over aanvullende steunmaatregelen van de Nederlandse overheid. In het vervolg van deze blogreeks informeren wij u over de verdere ontwikkelingen op dit gebied.

Heeft u vragen over staatssteun? Neem dan contact op met Pieter Kuypers of Tom Binder.