In een blogreeks bespreken wij drie verboden uit de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) die in 2023 in de belangstelling hebben gestaan:
In dit deel van de blogreeks gaan wij in op de vergunningplicht voor betaald voetbal.
Vergunningplicht betaald voetbal
Verschillende gemeenten hebben aangekondigd een vergunningplicht voor betaalde voetbalwedstrijden aan hun plaatselijke verordening te willen toevoegen. Aanleiding hiervoor vormt de toename van het geweld en vandalisme bij voetbalwedstrijden. Maar die vergunningplicht, hoe werkt dat precies? En welke mogelijkheden zijn er naast een APV-vergunningenstelsel om op te treden tegen overlast door voetbalsupporters?
Handelingskader
Burgemeesters hebben begin 2023 een handelingskader opgesteld waaruit het advies voortvloeit om een vergunningplicht in te voeren voor betaalde voetbalwedstrijden. In dit stuk wordt gemeenten waar in de APV nog gewerkt wordt met een meldplicht geadviseerd om deze om te zetten naar een vergunningplicht. Dit vanuit de wens om aan de vergunning voorschriften te kunnen verbinden, waarop kan worden gehandhaafd.
Evenementenvergunning
Feitelijk hoeft er om voetbalwedstrijden vergunningplichtig te maken geen nieuwe vergunningplicht te worden ingevoerd. De gemeenten die met een vergunningplicht voor betaald voetbal werken, doen dit vaak over de band van een reguliere evenementenvergunning/meldplicht. Voor gemeenten die de vergunningplicht nog niet hebben kan het daarom vaak volstaan om het begrip van evenement in de APV aan te passen en uit te breiden, zodat betaald voetbal ook onder deze definitie komt te vallen.
Meldplicht
Andere gemeenten werken voor evenementen met een meldplicht of kennisgeving (eventueel gemaximeerd met een aantal bezoekers). Betaald voetbalorganisaties worden zo bijvoorbeeld verplicht gesteld om een wedstrijd een aantal dagen van tevoren bij de burgemeester te melden. In aanvulling op de meldplicht werken sommige gemeenten in een convenant met de betaald voetbal organisaties afspraken over de details rond een wedstrijd. Als nadeel hiervan wordt genoemd dat er geen voorschriften aan de melding kunnen worden verbonden. Wij menen dat dit wel mogelijk moet kunnen zijn, indien de APV daarvoor een grondslag biedt. Wij roepen in dat kader de conclusie van advocaat-generaal Widdershoven uit 2014 in herinnering. Daaruit volgt dat een melding, bijvoorbeeld voor een op grond van de APV vereiste aanlegvergunning, aanleiding kan geven om voorschriften op te leggen over de wijze waarop de activiteit mag worden verricht.
Vergunningenstelsel betaald voetbal
Het CCV heeft eerder de mogelijkheden voor een vergunningplicht voor betaald voetbal onderzocht, nadat het auditteam Voetbalvandalisme de aanbeveling deed om een aparte afdeling voor betaald voetbal aan de APV toe te voegen. Deze vergunningplicht regelt dat het zonder vergunning van de burgemeester verboden is een voetbalwedstrijd te organiseren. Hierin kan geregeld worden dat de vergunning worden afgegeven per wedstrijd, per seizoenhelft of per seizoen. De hierin voorgestelde regeling is aanzienlijk uitgebreider en meer specifiek toegeschreven op betaald voetbal. De VNG heeft aangegeven ervoor te gaan zorgen dat deze regeling onderdeel wordt van de model APV.
In de handreiking wordt geadviseerd om aan de vergunning voorschriften te verbinden over fouilleren, cameratoezicht en kaartverkoop. Ook kan worden gedacht aan voorschriften over vervoer, alcoholverkoop, georganiseerd vuurwerk, inzet van stewards en beveiligers, scheiding van supportersgroepen en het hebben van een veiligheids- en calamiteitenplan. Als niet voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden dan kan een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom aan de voetbalorganisatie worden opgelegd met als uiterste middel – indien op grond van de APV mogelijk – het intrekken van de vergunning om wedstrijden te mogen organiseren.
Alternatieven
Voor het invoeren van een vergunningplicht voor betaald voetbal in de APV is instemming van de gemeenteraad vereist. Naast de invoering van een vergunningplicht in de APV zijn er echter ook andere mogelijkheden, waarmee burgemeesters zelfstandig maatregelen kunnen treffen tegen overlast van betaald voetbal. Wij willen niet willen dat deze mogelijkheden over het hoofd worden gezien:
- Er kan tegen overlastgevende supporters worden opgetreden op grond van de bepaling uit de APV-modelverordening over overlastgevend gedrag.
- Artikel 174 Gemeentewet belast de burgemeester met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. De burgemeester is in dat kader bevoegd om de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn.
Burgemeesters zonder vergunningplicht voor betaald voetbal hoeven dus niet met lege handen te staan!
In een blogreeks bespreken wij drie verboden uit de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) die in 2023 in de belangstelling hebben gestaan:
In dit deel van de blogreeks gaan wij in op de vergunningplicht voor betaald voetbal.
Vergunningplicht betaald voetbal
Verschillende gemeenten hebben aangekondigd een vergunningplicht voor betaalde voetbalwedstrijden aan hun plaatselijke verordening te willen toevoegen. Aanleiding hiervoor vormt de toename van het geweld en vandalisme bij voetbalwedstrijden. Maar die vergunningplicht, hoe werkt dat precies? En welke mogelijkheden zijn er naast een APV-vergunningenstelsel om op te treden tegen overlast door voetbalsupporters?
Handelingskader
Burgemeesters hebben begin 2023 een handelingskader opgesteld waaruit het advies voortvloeit om een vergunningplicht in te voeren voor betaalde voetbalwedstrijden. In dit stuk wordt gemeenten waar in de APV nog gewerkt wordt met een meldplicht geadviseerd om deze om te zetten naar een vergunningplicht. Dit vanuit de wens om aan de vergunning voorschriften te kunnen verbinden, waarop kan worden gehandhaafd.
Evenementenvergunning
Feitelijk hoeft er om voetbalwedstrijden vergunningplichtig te maken geen nieuwe vergunningplicht te worden ingevoerd. De gemeenten die met een vergunningplicht voor betaald voetbal werken, doen dit vaak over de band van een reguliere evenementenvergunning/meldplicht. Voor gemeenten die de vergunningplicht nog niet hebben kan het daarom vaak volstaan om het begrip van evenement in de APV aan te passen en uit te breiden, zodat betaald voetbal ook onder deze definitie komt te vallen.
Meldplicht
Andere gemeenten werken voor evenementen met een meldplicht of kennisgeving (eventueel gemaximeerd met een aantal bezoekers). Betaald voetbalorganisaties worden zo bijvoorbeeld verplicht gesteld om een wedstrijd een aantal dagen van tevoren bij de burgemeester te melden. In aanvulling op de meldplicht werken sommige gemeenten in een convenant met de betaald voetbal organisaties afspraken over de details rond een wedstrijd. Als nadeel hiervan wordt genoemd dat er geen voorschriften aan de melding kunnen worden verbonden. Wij menen dat dit wel mogelijk moet kunnen zijn, indien de APV daarvoor een grondslag biedt. Wij roepen in dat kader de conclusie van advocaat-generaal Widdershoven uit 2014 in herinnering. Daaruit volgt dat een melding, bijvoorbeeld voor een op grond van de APV vereiste aanlegvergunning, aanleiding kan geven om voorschriften op te leggen over de wijze waarop de activiteit mag worden verricht.
Vergunningenstelsel betaald voetbal
Het CCV heeft eerder de mogelijkheden voor een vergunningplicht voor betaald voetbal onderzocht, nadat het auditteam Voetbalvandalisme de aanbeveling deed om een aparte afdeling voor betaald voetbal aan de APV toe te voegen. Deze vergunningplicht regelt dat het zonder vergunning van de burgemeester verboden is een voetbalwedstrijd te organiseren. Hierin kan geregeld worden dat de vergunning worden afgegeven per wedstrijd, per seizoenhelft of per seizoen. De hierin voorgestelde regeling is aanzienlijk uitgebreider en meer specifiek toegeschreven op betaald voetbal. De VNG heeft aangegeven ervoor te gaan zorgen dat deze regeling onderdeel wordt van de model APV.
In de handreiking wordt geadviseerd om aan de vergunning voorschriften te verbinden over fouilleren, cameratoezicht en kaartverkoop. Ook kan worden gedacht aan voorschriften over vervoer, alcoholverkoop, georganiseerd vuurwerk, inzet van stewards en beveiligers, scheiding van supportersgroepen en het hebben van een veiligheids- en calamiteitenplan. Als niet voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden dan kan een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom aan de voetbalorganisatie worden opgelegd met als uiterste middel – indien op grond van de APV mogelijk – het intrekken van de vergunning om wedstrijden te mogen organiseren.
Alternatieven
Voor het invoeren van een vergunningplicht voor betaald voetbal in de APV is instemming van de gemeenteraad vereist. Naast de invoering van een vergunningplicht in de APV zijn er echter ook andere mogelijkheden, waarmee burgemeesters zelfstandig maatregelen kunnen treffen tegen overlast van betaald voetbal. Wij willen niet willen dat deze mogelijkheden over het hoofd worden gezien:
- Er kan tegen overlastgevende supporters worden opgetreden op grond van de bepaling uit de APV-modelverordening over overlastgevend gedrag.
- Artikel 174 Gemeentewet belast de burgemeester met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. De burgemeester is in dat kader bevoegd om de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn.
Burgemeesters zonder vergunningplicht voor betaald voetbal hoeven dus niet met lege handen te staan!