Btw alert & actualiteiten

 23 januari 2019 | Blog

Het nieuwe jaar is begonnen! En zoals u gewend bent, moet u uw laatste btw-aangifte over 2018 deze maand indienen. Afhankelijk van de specifieke situatie binnen uw onderneming, moeten een of meerdere eindejaarscorrecties opgenomen te worden in deze btw-aangifte. Hieronder hebben wij kort weergegeven met welke eindejaarscorrecties uw onderneming wellicht rekening moet houden.

  • Correctie personeelsvoorzieningen (BUA): Zijn de kosten voor personeelsverstrekkingen aan een of meerdere van uw werknemers gedurende 2018 hoger geweest dan €227,- (exclusief btw)? In dat geval is de btw op deze kosten niet aftrekbaar. Is de btw hierover gedurende 2018 wel in aftrek gebracht, dan moet deze genoten btw-aftrek gecorrigeerd te worden. Bij personeelsverstrekkingen kan worden gedacht aan kerstpakketten, geschenken, personeelsuitjes en kantineverstrekkingen (incl. koffie e.d.). Ook relatiegeschenken vallen in beginsel onder de BUA-regels. Let op, de btw-regels omtrent aftrek van btw in verband met skyboxen zijn sinds afgelopen jaar wat gewijzigd.       

  • Correctie privégebruik: Als u zakelijke goederen of diensten voor privédoeleinden gebruikt, dan bent u aan het einde van het jaar btw verschuldigd over dit privégebruik. De correctie bedraagt in beginsel 21% btw over het werkelijke privégebruik. 
     
    Ook bij privégebruik van een auto van de zaak (inclusief woon-werkverkeer), moet een btw-correctie gemaakt worden. Deze correctie kan forfaitair worden berekend (2,7% of 1,5% van de cataloguswaarde) danwel op basis van het werkelijk gebruik van de auto (met of zonder kilometeradministratie). 

  • Pro rata aftrekrecht: Een wijziging in de verhouding tussen de btw-belaste en de btw-vrijgestelde omzet kan gevolgen hebben voor de in 2018 genoten btw-aftrek op algemene bedrijfskosten. Op basis van de verhouding tussen de in 2018 gerealiseerde btw-omzet ten opzichte van de totale omzet, kan het pro rata aftrekrecht over geheel 2018 worden bepaald. Is deze pro rata hoger of lager dan de gedurende 2018 toegepaste pro rata, dan moet ofwel btw te worden terugbetaald aan de Belastingdienst of er kan een extra bedrag aan btw worden teruggevraagd. 

  • Herzieningsregeling: Zijn er in 2018 binnen uw onderneming wijzigingen geweest in het btw-belaste of vrijgestelde gebruik van investeringsgoederen? Hierdoor moet u mogelijk btw terugbetalen of kan er extra btw worden teruggevraagd. De maximale herzieningstermijn voor onroerende zaken bedraagt 10 jaar en 5 jaar voor roerende zaken (bijv. machines, computers en andere ICT-middelen). Let op, het moment van ingebruikname van een (investerings)goed is bepalend voor het initiële recht op aftrek. Mocht u in 2018 (investerings)goederen in gebruik hebben genomen, is het raadzaam te beoordelen of de eerder op basis van intentie in aftrek gebrachte btw overeenkomt met het eerste gebruik van het (investerings)goed.  

  • Oninbare vorderingen: Btw betaald op uitstaande vorderingen bij afnemers mag na 1 jaar na opeisbaarheid via de btw-aangifte worden teruggevraagd. Zorg voor een heldere administratie op factuurniveau, waaruit duidelijk de oninbaarheid en het teruggevraagde btw-bedrag is af te leiden

Met ingang van 1 januari 2019 is een aantal wijzigingen op btw-gebied doorgevoerd. Waar krijgt u mogelijk mee te maken?

  • Verhoging lage btw-tarief van 6% naar 9%: Mocht u goederen of diensten in- of verkopen die onder het verlaagde btw-tarief vallen, let er dan op dat het juiste btw-tarief wordt vermeld op facturen. In principe is het moment waarop de prestatie is/wordt verricht bepalend voor het toe te passen btw-tarief.

  • Nieuw btw-regime van toepassing op uitgifte en inname van vouchers/cadeaubonnen: Mocht u vouchers uitgeven, distribueren of innen, let er dan op dat de btw-regels omtrent het moment van heffing van btw en de heffingsmaatstaf volledig gewijzigd zijn. Dit kan betekenen dat u mogelijk eerder btw bent verschuldigd en/of btw moet berekenen over een hogere maatstaf. Dit kan verregaande gevolgen hebben voor uw btw-positie.

  • Aanscherping toepassing btw-nultarief bij zeeschepen: het btw-nultarief op de levering en bevoorrading van zeeschepen, de levering van boordbenodigdheden aan zeeschepen en diensten die direct te maken hebben met zeeschepen en hun lading (zoals bijvoorbeeld onderhoud aan of verhuur van zeeschepen, laden en lossen van zeeschepen), mag alleen nog worden toegepast op schepen die voor minstens 70 procent gebruikt worden voor de vaart op volle zee en die voor 100 procent commercieel geëxploiteerd worden. U als leverancier moet beschikken over het IMO-nummer van het schip en een verklaring van het daadwerkelijke gebruik van het schip.

  • Wijzigingen ten aanzien van EU-transacties
    - Wanneer u elektronische diensten aan particulieren buiten Nederland verricht, maar onder de drempel van €10.000 blijft, dan is er Nederlandse btw verschuldigd over deze omzet. Wanneer de omzet deze drempel overschrijdt moet u btw voldoen in het woonland van de afnemer. Deze btw kan via de MOSS-aangifte via de Nederlandse belastingdienst worden aangegeven.

    - Per 2020 is het voor toepassing van het btw-nultarief op intracommunautaire goederenleveringen verplicht om over het btw-identificatienummer van de afnemer te beschikken. Als u niet beschikt over het btw-identificatienummer van de afnemer, dan mag vanaf 2020 het btw-nultarief niet worden toegepast. Zorg ervoor dat uw systeem en processen hierop tijdig zijn aangepast.

  • Verruiming btw-sportvrijstelling: Deze wijziging heeft grote gevolgen voor onder andere gemeenten en niet-commerciële exploitanten van sportaccommodaties en -velden. Door het verruimen van de sportvrijstelling naar alle met de beoefening van sport samenhangende prestaties, vervalt in veel gevallen het recht op btw-aftrek op kosten met betrekking tot sportaccommodaties. Gemeenten en exploitanten kunnen, om dit btw-nadeel te beperken, tot 30 april 2019 een specifieke subsidie aanvragen.

Uiteraard kunnen wij u bijstaan bij berekenen van de eventuele eindejaarscorrecties en het opstellen van uw laatste btw-aangifte van 2018 of adviseren over de praktische impact van de wijzigingen van de btw-regels per 2019. 

Het nieuwe jaar is begonnen! En zoals u gewend bent, moet u uw laatste btw-aangifte over 2018 deze maand indienen. Afhankelijk van de specifieke situatie binnen uw onderneming, moeten een of meerdere eindejaarscorrecties opgenomen te worden in deze btw-aangifte. Hieronder hebben wij kort weergegeven met welke eindejaarscorrecties uw onderneming wellicht rekening moet houden.

  • Correctie personeelsvoorzieningen (BUA): Zijn de kosten voor personeelsverstrekkingen aan een of meerdere van uw werknemers gedurende 2018 hoger geweest dan €227,- (exclusief btw)? In dat geval is de btw op deze kosten niet aftrekbaar. Is de btw hierover gedurende 2018 wel in aftrek gebracht, dan moet deze genoten btw-aftrek gecorrigeerd te worden. Bij personeelsverstrekkingen kan worden gedacht aan kerstpakketten, geschenken, personeelsuitjes en kantineverstrekkingen (incl. koffie e.d.). Ook relatiegeschenken vallen in beginsel onder de BUA-regels. Let op, de btw-regels omtrent aftrek van btw in verband met skyboxen zijn sinds afgelopen jaar wat gewijzigd.       

  • Correctie privégebruik: Als u zakelijke goederen of diensten voor privédoeleinden gebruikt, dan bent u aan het einde van het jaar btw verschuldigd over dit privégebruik. De correctie bedraagt in beginsel 21% btw over het werkelijke privégebruik. 
     
    Ook bij privégebruik van een auto van de zaak (inclusief woon-werkverkeer), moet een btw-correctie gemaakt worden. Deze correctie kan forfaitair worden berekend (2,7% of 1,5% van de cataloguswaarde) danwel op basis van het werkelijk gebruik van de auto (met of zonder kilometeradministratie). 

  • Pro rata aftrekrecht: Een wijziging in de verhouding tussen de btw-belaste en de btw-vrijgestelde omzet kan gevolgen hebben voor de in 2018 genoten btw-aftrek op algemene bedrijfskosten. Op basis van de verhouding tussen de in 2018 gerealiseerde btw-omzet ten opzichte van de totale omzet, kan het pro rata aftrekrecht over geheel 2018 worden bepaald. Is deze pro rata hoger of lager dan de gedurende 2018 toegepaste pro rata, dan moet ofwel btw te worden terugbetaald aan de Belastingdienst of er kan een extra bedrag aan btw worden teruggevraagd. 

  • Herzieningsregeling: Zijn er in 2018 binnen uw onderneming wijzigingen geweest in het btw-belaste of vrijgestelde gebruik van investeringsgoederen? Hierdoor moet u mogelijk btw terugbetalen of kan er extra btw worden teruggevraagd. De maximale herzieningstermijn voor onroerende zaken bedraagt 10 jaar en 5 jaar voor roerende zaken (bijv. machines, computers en andere ICT-middelen). Let op, het moment van ingebruikname van een (investerings)goed is bepalend voor het initiële recht op aftrek. Mocht u in 2018 (investerings)goederen in gebruik hebben genomen, is het raadzaam te beoordelen of de eerder op basis van intentie in aftrek gebrachte btw overeenkomt met het eerste gebruik van het (investerings)goed.  

  • Oninbare vorderingen: Btw betaald op uitstaande vorderingen bij afnemers mag na 1 jaar na opeisbaarheid via de btw-aangifte worden teruggevraagd. Zorg voor een heldere administratie op factuurniveau, waaruit duidelijk de oninbaarheid en het teruggevraagde btw-bedrag is af te leiden

Met ingang van 1 januari 2019 is een aantal wijzigingen op btw-gebied doorgevoerd. Waar krijgt u mogelijk mee te maken?

  • Verhoging lage btw-tarief van 6% naar 9%: Mocht u goederen of diensten in- of verkopen die onder het verlaagde btw-tarief vallen, let er dan op dat het juiste btw-tarief wordt vermeld op facturen. In principe is het moment waarop de prestatie is/wordt verricht bepalend voor het toe te passen btw-tarief.

  • Nieuw btw-regime van toepassing op uitgifte en inname van vouchers/cadeaubonnen: Mocht u vouchers uitgeven, distribueren of innen, let er dan op dat de btw-regels omtrent het moment van heffing van btw en de heffingsmaatstaf volledig gewijzigd zijn. Dit kan betekenen dat u mogelijk eerder btw bent verschuldigd en/of btw moet berekenen over een hogere maatstaf. Dit kan verregaande gevolgen hebben voor uw btw-positie.

  • Aanscherping toepassing btw-nultarief bij zeeschepen: het btw-nultarief op de levering en bevoorrading van zeeschepen, de levering van boordbenodigdheden aan zeeschepen en diensten die direct te maken hebben met zeeschepen en hun lading (zoals bijvoorbeeld onderhoud aan of verhuur van zeeschepen, laden en lossen van zeeschepen), mag alleen nog worden toegepast op schepen die voor minstens 70 procent gebruikt worden voor de vaart op volle zee en die voor 100 procent commercieel geëxploiteerd worden. U als leverancier moet beschikken over het IMO-nummer van het schip en een verklaring van het daadwerkelijke gebruik van het schip.

  • Wijzigingen ten aanzien van EU-transacties
    - Wanneer u elektronische diensten aan particulieren buiten Nederland verricht, maar onder de drempel van €10.000 blijft, dan is er Nederlandse btw verschuldigd over deze omzet. Wanneer de omzet deze drempel overschrijdt moet u btw voldoen in het woonland van de afnemer. Deze btw kan via de MOSS-aangifte via de Nederlandse belastingdienst worden aangegeven.

    - Per 2020 is het voor toepassing van het btw-nultarief op intracommunautaire goederenleveringen verplicht om over het btw-identificatienummer van de afnemer te beschikken. Als u niet beschikt over het btw-identificatienummer van de afnemer, dan mag vanaf 2020 het btw-nultarief niet worden toegepast. Zorg ervoor dat uw systeem en processen hierop tijdig zijn aangepast.

  • Verruiming btw-sportvrijstelling: Deze wijziging heeft grote gevolgen voor onder andere gemeenten en niet-commerciële exploitanten van sportaccommodaties en -velden. Door het verruimen van de sportvrijstelling naar alle met de beoefening van sport samenhangende prestaties, vervalt in veel gevallen het recht op btw-aftrek op kosten met betrekking tot sportaccommodaties. Gemeenten en exploitanten kunnen, om dit btw-nadeel te beperken, tot 30 april 2019 een specifieke subsidie aanvragen.

Uiteraard kunnen wij u bijstaan bij berekenen van de eventuele eindejaarscorrecties en het opstellen van uw laatste btw-aangifte van 2018 of adviseren over de praktische impact van de wijzigingen van de btw-regels per 2019.