De verhulde aanvraag omgevingsvergunning: het einde in zicht?

 29 mei 2019 | Blog

In haar uitspraak van 20 maart 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:829) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een principiële uitspraak gedaan waaruit volgt dat niet elk verzoek om een omgevingsvergunning ook als 'aanvraag' moet worden opgevat door het bevoegd gezag. Dit is met name van belang voor het bepalen of een omgevingsvergunning van rechtswege is ontstaan. Het verhullen van aanvragen in brieven die over iets anders dan de omgevingsvergunning gaan, wordt hiermee vrijwel onmogelijk gemaakt. Het ging om het volgende.

Verhulde aanvraag om omgevingsvergunning
De appellanten in deze uitspraak zagen zich geconfronteerd met een last onder dwangsom van het college van burgemeester en wethouders van Texel om een yurt (een ronde tent die bekend is geworden vanwege het gebruik daarvan door steppenomaden) te verwijderen en verwijderd te houden van een perceel. Appellanten hebben daartegen bezwaar gemaakt en gaven in hun bezwaarschrift tegen de opgelegde last aan dat zij, als hun bezwaar niet leidt tot herroeping van de last, verzoeken om een vergunning voor de yurt. Omdat het college niet binnen de wettelijke beslistermijn een besluit nam op hun verzoek, meenden appellanten dat een vergunning van rechtswege was gegeven. Als dat het geval was, dan zou handhaving niet meer mogelijk zijn omdat de yurt immers was toegestaan.

Wat vond de Afdeling?
De Afdeling vond dit te ver gaan. Volgens de Afdeling is het van groot belang dat voor het bestuursorgaan meteen duidelijk is wanneer de 'vergunning van rechtswege'-regeling van toepassing is. Om die reden moet het voor het college volkomen duidelijk zijn wanneer een aanvraag wordt gedaan en voor welke concrete activiteiten omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Het is onvoldoende duidelijk als in een brief in algemene bewoordingen wordt gevraagd om een omgevingsvergunning. Er is nog minder duidelijkheid als de brief ziet op een andere kwestie, zoals bestuurlijke handhaving. De Afdeling wenst deze handelwijze niet te accepteren omdat dit misbruik van de 'vergunning van rechtswege'-regeling in de hand zou werken. Het lijkt erop dat de Afdeling met deze uitspraak verhulde aanvragen wenst tegen te gaan.

Vuistregels aanvraag omgevingsvergunning
De Afdeling komt tot de volgende vuistregels:

  • In beginsel wordt een verzoek om een omgevingsvergunning gedaan via het Omgevingsloket online.
  • Een verzoek om een omgevingsvergunning mag op andere wijze worden gedaan, mits het voor het bevoegd gezag meteen duidelijk is dat het gaat om een aanvraag en het gaat om een zelfstandig stuk.
  • Slechts bij een aanvraag die aan het voorgaande voldoet (een 'evidente aanvraag') kan een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan. 

Het verzoek om een vergunning voor de yurt voldoet hier niet aan. Van een aanvraag was geen sprake volgens de Afdeling.

Stand van zaken
Inmiddels zijn twee maanden verstreken sinds deze uitspraak en zijn we bekend met andere voorbeelden uit de rechtspraak over dit onderwerp die naar mijn mening in de lijn der verwachting liggen:
 
  • Een verzoek om een omgevingsvergunning in een reactie op het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom is geen aanvraag omdat het niet gaat om een zelfstandig stuk (ABRvS 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:850 en ABRvS 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1206).
  • Het uitbrengen van een ingebrekestelling vanwege het niet nemen van een besluit maakt niet dat er (met terugwerkende kracht) sprake is geweest van aanvragen waarop een besluit moet worden genomen (ABRvS 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:920).
  • Een verzoek om een omgevingsvergunning dat is opgenomen in een bezwaar tegen de te korte verlenging van een begunstigingstermijn in een last onder dwangsom is geen aanvraag (ABRvS 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1227).
  • Een verzoek in een brief waarop het college vervolgens heeft geantwoord deze op te vatten als een verzoek om informatie, kan niet worden aangemerkt als een aanvraag om omgevingsvergunning (ABRvS 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1330).
  • Het feit dat een initiatiefnemer in het verleden aanvragen via het Omgevingsloket online heeft ingediend, doet er niet aan af dat hij een verzoek om een omgevingsvergunning nog steeds als zelfstandig stuk mag indienen zonder gebruik te maken van het Omgevingsloket online (ABRvS 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1355).

Uit deze recente uitspraken volgt dat de Afdeling haar vuistregels consistent toepast. Het zal niet langer mogelijk  zijn om een vergunning van rechtswege te verkrijgen als een verzoek niet via het Omgevingsloket online of als zelfstandig, duidelijk stuk is ingediend. 

In haar uitspraak van 20 maart 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:829) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een principiële uitspraak gedaan waaruit volgt dat niet elk verzoek om een omgevingsvergunning ook als 'aanvraag' moet worden opgevat door het bevoegd gezag. Dit is met name van belang voor het bepalen of een omgevingsvergunning van rechtswege is ontstaan. Het verhullen van aanvragen in brieven die over iets anders dan de omgevingsvergunning gaan, wordt hiermee vrijwel onmogelijk gemaakt. Het ging om het volgende.

Verhulde aanvraag om omgevingsvergunning
De appellanten in deze uitspraak zagen zich geconfronteerd met een last onder dwangsom van het college van burgemeester en wethouders van Texel om een yurt (een ronde tent die bekend is geworden vanwege het gebruik daarvan door steppenomaden) te verwijderen en verwijderd te houden van een perceel. Appellanten hebben daartegen bezwaar gemaakt en gaven in hun bezwaarschrift tegen de opgelegde last aan dat zij, als hun bezwaar niet leidt tot herroeping van de last, verzoeken om een vergunning voor de yurt. Omdat het college niet binnen de wettelijke beslistermijn een besluit nam op hun verzoek, meenden appellanten dat een vergunning van rechtswege was gegeven. Als dat het geval was, dan zou handhaving niet meer mogelijk zijn omdat de yurt immers was toegestaan.

Wat vond de Afdeling?
De Afdeling vond dit te ver gaan. Volgens de Afdeling is het van groot belang dat voor het bestuursorgaan meteen duidelijk is wanneer de 'vergunning van rechtswege'-regeling van toepassing is. Om die reden moet het voor het college volkomen duidelijk zijn wanneer een aanvraag wordt gedaan en voor welke concrete activiteiten omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Het is onvoldoende duidelijk als in een brief in algemene bewoordingen wordt gevraagd om een omgevingsvergunning. Er is nog minder duidelijkheid als de brief ziet op een andere kwestie, zoals bestuurlijke handhaving. De Afdeling wenst deze handelwijze niet te accepteren omdat dit misbruik van de 'vergunning van rechtswege'-regeling in de hand zou werken. Het lijkt erop dat de Afdeling met deze uitspraak verhulde aanvragen wenst tegen te gaan.

Vuistregels aanvraag omgevingsvergunning
De Afdeling komt tot de volgende vuistregels:

  • In beginsel wordt een verzoek om een omgevingsvergunning gedaan via het Omgevingsloket online.
  • Een verzoek om een omgevingsvergunning mag op andere wijze worden gedaan, mits het voor het bevoegd gezag meteen duidelijk is dat het gaat om een aanvraag en het gaat om een zelfstandig stuk.
  • Slechts bij een aanvraag die aan het voorgaande voldoet (een 'evidente aanvraag') kan een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan. 

Het verzoek om een vergunning voor de yurt voldoet hier niet aan. Van een aanvraag was geen sprake volgens de Afdeling.

Stand van zaken
Inmiddels zijn twee maanden verstreken sinds deze uitspraak en zijn we bekend met andere voorbeelden uit de rechtspraak over dit onderwerp die naar mijn mening in de lijn der verwachting liggen:
 
  • Een verzoek om een omgevingsvergunning in een reactie op het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom is geen aanvraag omdat het niet gaat om een zelfstandig stuk (ABRvS 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:850 en ABRvS 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1206).
  • Het uitbrengen van een ingebrekestelling vanwege het niet nemen van een besluit maakt niet dat er (met terugwerkende kracht) sprake is geweest van aanvragen waarop een besluit moet worden genomen (ABRvS 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:920).
  • Een verzoek om een omgevingsvergunning dat is opgenomen in een bezwaar tegen de te korte verlenging van een begunstigingstermijn in een last onder dwangsom is geen aanvraag (ABRvS 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1227).
  • Een verzoek in een brief waarop het college vervolgens heeft geantwoord deze op te vatten als een verzoek om informatie, kan niet worden aangemerkt als een aanvraag om omgevingsvergunning (ABRvS 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1330).
  • Het feit dat een initiatiefnemer in het verleden aanvragen via het Omgevingsloket online heeft ingediend, doet er niet aan af dat hij een verzoek om een omgevingsvergunning nog steeds als zelfstandig stuk mag indienen zonder gebruik te maken van het Omgevingsloket online (ABRvS 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1355).

Uit deze recente uitspraken volgt dat de Afdeling haar vuistregels consistent toepast. Het zal niet langer mogelijk  zijn om een vergunning van rechtswege te verkrijgen als een verzoek niet via het Omgevingsloket online of als zelfstandig, duidelijk stuk is ingediend.