Instandhouding fiscale eenheid

 27 september 2018 | Blog

Hoe kun je voorkomen dat bij verkoop onder beperkende voorwaarden een situatie ontstaat waarbij de dochtermaatschappij voor een korte tijd zelfstandig belastingplichtig wordt?

Bij een verkoop van aandelen in een gevoegde dochtermaatschappij doet het zich regelmatig voor dat de juridische levering van de aandelen nog niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat gewacht moet worden op toestemming van een toezichthoudende autoriteit. In een dergelijk geval worden in de regel voorwaarden opgenomen in de aandelenverkoopovereenkomst die de verkoper beperken in zijn zeggenschap. 

Juridische levering
Deze beperkende voorwaarden zien op de verplichting van de verkoper om in afwachting van de juridische levering van de aandelen voor bepaalde rechtshandelingen toestemming te vragen aan de koper. In het algemeen gaat het om voorwaarden die er op zien de waarde van aandelen zeker te stellen, zoals het vragen van toestemming voor een dividenduitkering, het aannemen of ontslaan van bestuurders, enz. Deze afspraken kunnen worden gekenschetst als een materiële aantasting van de zeggenschapsrechten van de moedermaatschappij. 

Gevolg is dat de moedermaatschappij niet meer de gehele juridische eigendom van de aandelen in de dochtermaatschappij heeft, waardoor niet langer aan de bezitseis is voldaan. Vanaf het sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst kan de moedermaatschappij dan geen fiscale eenheid met de dochtermaatschappij meer vormen. De koper heeft echter ook nog niet de gehele juridische en economische eigendom van de aandelen in de te kopen dochtermaatschappij.

Limbo period
Om nu te voorkomen dat bij verkoop in de hier bedoelde gevallen een situatie ontstaat dat de dochtermaatschappij voor een korte tijd zelfstandig belastingplichtig wordt (in het spraakgebruik 'limbo period' genoemd), heeft de Staatssecretaris van Financiën op 20 augustus 2018 besloten de volgende oplossing te bieden":

'Ik keur goed dat de beperking van de zeggenschap door een overeenkomst tot verkoop van de aandelen in de dochtermaatschappij voor de toepassing van de bezitseis buiten aanmerking blijft in de volgende situatie. Dit betreft het geval dat de verkoper in afwachting van juridische levering van de aandelen voor bepaalde rechtshandelingen de toestemming nodig heeft van de koper. De beperking van de zeggenschap door een aandelenverkoopovereenkomst mag slechts ten doel hebben te voorkomen dat de waarde van de aandelen van de dochtermaatschappij in afwachting van de juridische levering door de verkoper wordt verminderd. De fiscale eenheid tussen de moedermaatschappij en de te verkopen dochtermaatschappij eindigt dan dus nog niet op het moment van sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst. 

Goedkeuring inspecteur
Om gebruik te kunnen maken van deze goedkeuring dienen de verkoper en de gevoegde dochtermaatschappij binnen twee weken na het sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst een schriftelijk verzoek in bij de bevoegde inspecteur, die hierop beslist. De goedkeuring geldt als tussen het moment van sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst en de juridische levering van de aandelen in de dochtermaatschappij een korte termijn verloopt. Een termijn korter dan drie maanden is in dit verband in ieder geval een korte termijn. Beloopt de termijn om zwaarwegende redenen meer dan drie maanden, dan kan de verkoper voorafgaand aan het verlopen van de eerste drie maanden van deze termijn een schriftelijk verzoek indienen bij de bevoegde inspecteur, die hierop beslist.'

Dit blog is eerder verschenen op Brookz.nl.

Hoe kun je voorkomen dat bij verkoop onder beperkende voorwaarden een situatie ontstaat waarbij de dochtermaatschappij voor een korte tijd zelfstandig belastingplichtig wordt?

Bij een verkoop van aandelen in een gevoegde dochtermaatschappij doet het zich regelmatig voor dat de juridische levering van de aandelen nog niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat gewacht moet worden op toestemming van een toezichthoudende autoriteit. In een dergelijk geval worden in de regel voorwaarden opgenomen in de aandelenverkoopovereenkomst die de verkoper beperken in zijn zeggenschap. 

Juridische levering
Deze beperkende voorwaarden zien op de verplichting van de verkoper om in afwachting van de juridische levering van de aandelen voor bepaalde rechtshandelingen toestemming te vragen aan de koper. In het algemeen gaat het om voorwaarden die er op zien de waarde van aandelen zeker te stellen, zoals het vragen van toestemming voor een dividenduitkering, het aannemen of ontslaan van bestuurders, enz. Deze afspraken kunnen worden gekenschetst als een materiële aantasting van de zeggenschapsrechten van de moedermaatschappij. 

Gevolg is dat de moedermaatschappij niet meer de gehele juridische eigendom van de aandelen in de dochtermaatschappij heeft, waardoor niet langer aan de bezitseis is voldaan. Vanaf het sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst kan de moedermaatschappij dan geen fiscale eenheid met de dochtermaatschappij meer vormen. De koper heeft echter ook nog niet de gehele juridische en economische eigendom van de aandelen in de te kopen dochtermaatschappij.

Limbo period
Om nu te voorkomen dat bij verkoop in de hier bedoelde gevallen een situatie ontstaat dat de dochtermaatschappij voor een korte tijd zelfstandig belastingplichtig wordt (in het spraakgebruik 'limbo period' genoemd), heeft de Staatssecretaris van Financiën op 20 augustus 2018 besloten de volgende oplossing te bieden":

'Ik keur goed dat de beperking van de zeggenschap door een overeenkomst tot verkoop van de aandelen in de dochtermaatschappij voor de toepassing van de bezitseis buiten aanmerking blijft in de volgende situatie. Dit betreft het geval dat de verkoper in afwachting van juridische levering van de aandelen voor bepaalde rechtshandelingen de toestemming nodig heeft van de koper. De beperking van de zeggenschap door een aandelenverkoopovereenkomst mag slechts ten doel hebben te voorkomen dat de waarde van de aandelen van de dochtermaatschappij in afwachting van de juridische levering door de verkoper wordt verminderd. De fiscale eenheid tussen de moedermaatschappij en de te verkopen dochtermaatschappij eindigt dan dus nog niet op het moment van sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst. 

Goedkeuring inspecteur
Om gebruik te kunnen maken van deze goedkeuring dienen de verkoper en de gevoegde dochtermaatschappij binnen twee weken na het sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst een schriftelijk verzoek in bij de bevoegde inspecteur, die hierop beslist. De goedkeuring geldt als tussen het moment van sluiten van de aandelenverkoopovereenkomst en de juridische levering van de aandelen in de dochtermaatschappij een korte termijn verloopt. Een termijn korter dan drie maanden is in dit verband in ieder geval een korte termijn. Beloopt de termijn om zwaarwegende redenen meer dan drie maanden, dan kan de verkoper voorafgaand aan het verlopen van de eerste drie maanden van deze termijn een schriftelijk verzoek indienen bij de bevoegde inspecteur, die hierop beslist.'

Dit blog is eerder verschenen op Brookz.nl.