Mag kwaliteitsverschil verrekend worden bij herverkaveling?

 21 juni 2019 | Blog

Onlangs verscheen deze annotatie in het NJ over het arrest van de Hoge Raad dat betrekking had op bovenstaande vraag. In dit blog wordt de kern van het oordeel van de Hoge Raad weergegeven. Voor een meer uitgebreide bespreking verwijzen wij graag naar de noot.

Inhoud arrest
Het arrest van de Hoge Raad leert dat verschillen in kwaliteit en gebruikswaarde tussen ingebrachte en toebedeelde gronden bij herverkaveling op grond van de Wilg verrekend kunnen worden via de Lijst der geldelijke regelingen (hierna: 'LGR'). Voor dit arrest bestond daarover in de praktijk nog onduidelijkheid omdat artikel 61 van de Wilg alleen vermeldt dat "verschil in oppervlakte tussen de ingebracht en de toegedeelde kavels, met de eigenaren in geld verrekend wordt". In de praktijk werden ook al andere aspecten dan oppervlakteverschillen meegenomen bij de vaststelling van de LGR, maar het was nog de vraag of de Wilg dat toestond. Die vraag heeft de Hoge Raad nu bevestigend beantwoord.

Omgevingswet
Het oordeel van de Hoge Raad sluit aan op de aankomende Omgevingswet (Stb. 2016, 156, verwachte inwerkingtreding 1 januari 2021). In afwijking van de Wilg is in het ontwerp van de Omgevingswet namelijk opgenomen dat "verschil in oppervlakte, hoedanigheid of gebruiksfunctie tussen de ingebrachte en de toegedeelde kavels met de eigenaren in geld verrekend wordt".

De annotatie werd opgesteld in samenwerking tussen Emma van de Ploeg en Egbert de Groot.

Onlangs verscheen deze annotatie in het NJ over het arrest van de Hoge Raad dat betrekking had op bovenstaande vraag. In dit blog wordt de kern van het oordeel van de Hoge Raad weergegeven. Voor een meer uitgebreide bespreking verwijzen wij graag naar de noot.

Inhoud arrest
Het arrest van de Hoge Raad leert dat verschillen in kwaliteit en gebruikswaarde tussen ingebrachte en toebedeelde gronden bij herverkaveling op grond van de Wilg verrekend kunnen worden via de Lijst der geldelijke regelingen (hierna: 'LGR'). Voor dit arrest bestond daarover in de praktijk nog onduidelijkheid omdat artikel 61 van de Wilg alleen vermeldt dat "verschil in oppervlakte tussen de ingebracht en de toegedeelde kavels, met de eigenaren in geld verrekend wordt". In de praktijk werden ook al andere aspecten dan oppervlakteverschillen meegenomen bij de vaststelling van de LGR, maar het was nog de vraag of de Wilg dat toestond. Die vraag heeft de Hoge Raad nu bevestigend beantwoord.

Omgevingswet
Het oordeel van de Hoge Raad sluit aan op de aankomende Omgevingswet (Stb. 2016, 156, verwachte inwerkingtreding 1 januari 2021). In afwijking van de Wilg is in het ontwerp van de Omgevingswet namelijk opgenomen dat "verschil in oppervlakte, hoedanigheid of gebruiksfunctie tussen de ingebrachte en de toegedeelde kavels met de eigenaren in geld verrekend wordt".

De annotatie werd opgesteld in samenwerking tussen Emma van de Ploeg en Egbert de Groot.