Hoeveel rek zit er in het mededingingsrecht in tijden van (corona) crisis? Optie één: samenwerking via gezamenlijke productie

 30 maart 2020 | Blog

In dit als eerste verschenen blog in de blogserie ‘samenwerkingsvormen binnen het mededingingsrecht' gaan wij in op de mogelijkheid tot gezamenlijke productie.

Lees hier meer informatie over de mogelijkheden tot samenwerking tussen ondernemingen.

Gezamenlijke productie

Gezamenlijke productieovereenkomsten kunnen naar vorm en toepassingsgebied verschillen. Zij kunnen erin voorzien dat de productie door één enkele partij of door twee of meer partijen wordt uitgevoerd. Bedrijven kunnen gezamenlijk produceren via een gemeenschappelijke onderneming (joint venture) die één of meer productiefaciliteiten exploiteert, of via lossere samenwerkingsvormen op productiegebied zoals onderaannemingsovereenkomsten waarbij één partij (de opdrachtgever) een andere partij (de toeleverancier) met de productie belast.

In het kader van gezamenlijke productie bestaat de mogelijkheid dat bedrijven afspreken dat één partij de vervaardiging van bepaalde producten volledig of gedeeltelijk beëindigt of daartoe niet overgaat, en die producten vervolgens koopt bij de andere partij die zich ertoe verbindt de betreffende producten te vervaardigen en te leveren. In het geval van onderaannemingsovereenkomsten waarmee een verhoging van de productie wordt beoogd, belast de opdrachtgever de toeleverancier met de vervaardiging van goederen, zonder dat de opdrachtgever met zijn eigen productie stopt.

Ondernemingen die directe concurrenten zijn van elkaar, mogen samenwerken op het vlak van gezamenlijke productie indien hun gezamenlijk marktaandeel maximaal 20 % is op de op de relevante markt(en). De relevante markt zal doorgaans de markt zijn waartoe de producten waarop de productieovereenkomst betrekking heeft behoren. In geval van intermediaire producten die volledig of gedeeltelijk intern worden gebruikt voor de vervaardiging van downstream-producten, kan de relevante markt ook zijn de markt van die downstream-producten.

Ten slotte moeten productieovereenkomsten zich houden aan een aantal additionele voorwaarden, willen zij voor een uitzondering op het kartelverbod in aanmerking komen. Belangrijke voorwaarden (niet-uitputtend) in dit verband zijn dat de productieovereenkomst van dienst geen afspraken bevat omtrent de uiteindelijke verkoopprijzen van de eindproducten, en ook geen afspraken bevat tussen partijen omtrent de verdeling van verkoopmarkten of klanten.

Conclusie

Het is voor bedrijven die directe concurrenten zijn van elkaar onder omstandigheden dus wel degelijk mogelijk om kosten te reduceren door samen te (gaan) werken op het vlak van gezamenlijke productie. Zij zullen daarbij in beginsel wel bepaalde voorwaarden in acht moeten nemen, zoals het afzien c.q. voorkomen van prijsafspraken en klantenverdelingen.

Heeft u naar aanleiding van dit blog nog vragen? Neem dan gerust contact op met Joost Houdijk.

In dit als eerste verschenen blog in de blogserie ‘samenwerkingsvormen binnen het mededingingsrecht' gaan wij in op de mogelijkheid tot gezamenlijke productie.

Lees hier meer informatie over de mogelijkheden tot samenwerking tussen ondernemingen.

Gezamenlijke productie

Gezamenlijke productieovereenkomsten kunnen naar vorm en toepassingsgebied verschillen. Zij kunnen erin voorzien dat de productie door één enkele partij of door twee of meer partijen wordt uitgevoerd. Bedrijven kunnen gezamenlijk produceren via een gemeenschappelijke onderneming (joint venture) die één of meer productiefaciliteiten exploiteert, of via lossere samenwerkingsvormen op productiegebied zoals onderaannemingsovereenkomsten waarbij één partij (de opdrachtgever) een andere partij (de toeleverancier) met de productie belast.

In het kader van gezamenlijke productie bestaat de mogelijkheid dat bedrijven afspreken dat één partij de vervaardiging van bepaalde producten volledig of gedeeltelijk beëindigt of daartoe niet overgaat, en die producten vervolgens koopt bij de andere partij die zich ertoe verbindt de betreffende producten te vervaardigen en te leveren. In het geval van onderaannemingsovereenkomsten waarmee een verhoging van de productie wordt beoogd, belast de opdrachtgever de toeleverancier met de vervaardiging van goederen, zonder dat de opdrachtgever met zijn eigen productie stopt.

Ondernemingen die directe concurrenten zijn van elkaar, mogen samenwerken op het vlak van gezamenlijke productie indien hun gezamenlijk marktaandeel maximaal 20 % is op de op de relevante markt(en). De relevante markt zal doorgaans de markt zijn waartoe de producten waarop de productieovereenkomst betrekking heeft behoren. In geval van intermediaire producten die volledig of gedeeltelijk intern worden gebruikt voor de vervaardiging van downstream-producten, kan de relevante markt ook zijn de markt van die downstream-producten.

Ten slotte moeten productieovereenkomsten zich houden aan een aantal additionele voorwaarden, willen zij voor een uitzondering op het kartelverbod in aanmerking komen. Belangrijke voorwaarden (niet-uitputtend) in dit verband zijn dat de productieovereenkomst van dienst geen afspraken bevat omtrent de uiteindelijke verkoopprijzen van de eindproducten, en ook geen afspraken bevat tussen partijen omtrent de verdeling van verkoopmarkten of klanten.

Conclusie

Het is voor bedrijven die directe concurrenten zijn van elkaar onder omstandigheden dus wel degelijk mogelijk om kosten te reduceren door samen te (gaan) werken op het vlak van gezamenlijke productie. Zij zullen daarbij in beginsel wel bepaalde voorwaarden in acht moeten nemen, zoals het afzien c.q. voorkomen van prijsafspraken en klantenverdelingen.

Heeft u naar aanleiding van dit blog nog vragen? Neem dan gerust contact op met Joost Houdijk.